Gekriebel aan mijn voet maakte me wakker. Ik schoot overeint en leunde tegen de boom naast me. Niks, het was een droom. Ik zuchte. Mijn Isabell, Isabell... Ik miste haar op dit moment. Was ze maar hier. Ik had haar harder nodig dan ik dacht. Ik stond nog steeds tegen de boom aan. Waar moest ik in godsnaam beginnen? Misschien aanwijzingen zoeken in Kays huis? Zou ik zijn computer kunnen hacken en zo erachter kunnen komen? Ik ben wel eens bij hem binnen geweest, ik weet precies hoe het eruit ziet. Hij heeft een computer in de hoek van zijn slaapkamer, woont bij zijn ouders maar die zijn vaak weg. Hij heeft een tweepersoonsbed in het midden van zijn kamer en een grote doos met papieren onder het bed. Misschien had hij wel een fout gemaakt door me in zijn kamer te vertrouwen. Ik moest een uitweg vinden. Ik zag een meertje, eerst even mezelf wat opfrissen. Ik liep naar het meertje en zag een plons in de verte. Mmm... Er was verder niks te zien. Ik deed mijn handen in het water en maakte een kommetje zodat het water erin bleef. Ik gooide het in mijn gezicht en wreef een paar keer heen en weer. Ik voog mijn gezicht droog aan mijn shirt, die overigens niet al te schoon meer was, en haalde een hand door mijn haar. Ik zuchte zacht en staarde vermoeid voor me uit. Ookal wilde ik het niet toegeven, ik was moe, verzwakt en ik had rust nodig. Ik gaapte en pakte toen opnieuw wat water wat ik vervolgens opdronk. Geen idee op het schoon drinkwater was, het was beter dan niets. Ik stond op het punt te verdrogen. Verhongeren duurde nog wel even, wel had ik een knagend gevoel in mijn buik. Ik pakte nog wat water en dronk het op, zo ging het nog wel een tijdje door, tot ik er genoeg van had. Ik begon mijn reis, opzoek naar geluid van auto's die me naar huis konden brengen. Het was doodstil in het bos. Een onbehagelijk gevoel bekroop me en ik wenste dat er iemand bij me was die ik vertrouwde. Bij elk geluidje schrok ik een beetje. Mijn spieren waren gespannen en al mijn zintuigen stonden op scherp. Elk geluidje, elke windvlaag, alles hoorde ik, zag ik, voelde ik. Het leek zo'n normaal bos maar iets zei me dat ik in de val gelokt was, dat ik niet veilig was. Ik moest snel weg hier. Ik wist dat ik gek zou worden als ik hier veel langer zou blijven. Ik begon te rennen, sneller, nog sneller, het snelste wat ik kon. Denken was onmogelijk, mijn gedachten leken geblokkeerd. Had ik iets verkeerd gegeten? Gedronken? Zou Isabell dit ook gedronken hebben? Zou het door het meertje komen? Was ze daarom zo overstuur? Zou het meertje vergiftigt zijn? Vervloekt? Zou het een geur zijn in dit bos? Een bepaalde boom. Ik merkte dat mijn gedachtens weer bereikbaar waren maar mijn herinneringen werden geblokkeerd. Isabell, hoe klonk ze? Hoe zag ze eruit? Welke kleren had ze aan? Haar haar kleur, bruin, haar ogen? Geen idee. Niks meer. Waar woonde ik? In China, Afrika? Waar was ik? Waarom rende ik? Wie ben ik? Ik stopte met rennen en keek verward om me heen. Wat deed ik in godsnaam in een bos zoals dit? Wat moest ik uberhaupt in een bos doen? Wat deed de naam Isabell met me? Waarom was ik zo gefasineerd door haar? Auto's. Ik hoorde het geluid van auto's en liep erop af. Hoe kon het dat ik niet wist wie ik was? Ik voelde aan mijn hoofd. Geen nattigheid, geen bult, geen pijnlijke plek. Ik was dus niet op mijn hoofd gevallen. Waarom voelde ik me opgejaagd? Alsof ik haast had, ergens noodgedwongen naartoe moest. Wie was Isabell? Hoe zag ze eruit? Waarom kon ik me alleen haar naam herinneren? Is het wel een haar? Ik liep nog steeds richting het geluid van ronkende motoren in auto's. Hoe kon het dat ik dit geluid herkende als ik niet eens mijn naam wist. Hoe kon het dat ik woorden niet vergat, maar mezelf wel? Ik dacht een meisje te horen gillen. Haar geluid stak in mijn hart. Was dat Isabell? Had ik haar vermoord? Een voorwerp bewoog zich vlak naast me. Ik haalde uit naar de plek, als reactie. Er viel een meisje bewustenloos op de grond. Bruin haar, groen, grijze ogen keken me aan. 'Ashton.' Zei haar zoetsappige stem. 'Wie ben jij?' Ze kwam me vaag bekend voor. Pijn was te zien in haar ogen terwijl het bloed uit haar lichaam stroomde. 'Isabell.' Zei ze zacht, haar stem klonk vol pijn. Was dit dé Isabell? Wat was er zo bijzonder aan haar? Waarom herinnerde ik alleen haar naam? 'Wat is er met je gebeurd?' Vroeg ze terwijl ze opstond. Ze greep naar haar zij. 'Laten we weggaan hier.' Zei mijn onderbewustzijn. Wat raar, ik sprak woorden die ik niet wilde uitspreken. Isabell volgde me terwijl ik klakkeloos mijn weg vervolgde. Zonder om te kijken naar dit vreemde meisje liep ik door alsof ik de weg wist. Ik zag vaag bekende stukjes voorbij komen en het geluid van de auto's werd steeds harder. Ik was wijzer geworden. Mijn naam was Ashton, haar naam Isabell. Ze trok me aan, dat wilde ik alleen niet laten merken. Misschien als ik iets meer wist, dan kon ik ook beter met haar omgaan. Zou ik haar de waarheid vertellen? Gewoon zeggen waarom ik haar niet herkende? Waarom ik haar nu geen aandacht wil geven, ookal is ze beeldschoon. Waarom had ik moordneigingen? Waarom jeukten mijn handen en voelde het alsof ik een doel had? Erger nog. Een doel dat mijn onderbewustzijn had, waar ik niks vanaf wist. Ik ergerde me eraan. Waarom wist ik verdomme niks meer? Hoelang liepen we al in stilte? Ik keek om naar het meisje achter me. Wat was haar naam ook al weer? Wacht, hoe heette ik ook al weer? Uit frustratie schropte ik tegen een struikje aan. 'Wat is er?' Vroeg het meisje achter me. Ik keek haar aan. 'Ik weet verdomme niks meer!' Riep ik uit. Ze keek me aan. Haar ogen doorboorden de mijne. Zonder er erg in te hebben stapte ik naar haar toe en drukte ik mijn lippen op de hare. Ruw maar toch zacht. En zonder het echt te beseffen realiseerde ik me dat ze me terug kuste en dat we een relatie moesten hebben. De manier waarop ze me aanraakte, het bracht vage herinneringen terug. Eén naam die me verder naar mijn doel bracht, Kay...
JE LEEST
BadAsh
HorrorDeel 2 van de trilogie. Deel 1: Isabell Deel 3: Hel returns (niet voltooid) -- His name is Ashton, you better call him BadAsh. Ashton is een achttien jarige puber die nog thuis woond. Hij heeft veel verschillende karrakters. Zo is hij het ene...