7

509 22 8
                                    

Wat moesten we nu doen? We zaten opgesloten in een hol. We hadden nergens de macht over. We, nee zij, had iemand vermoord. Ik voelde me een beetje trots. Trots op mezelf dat Isabell me genoeg vertrouwde en genoeg van me hield om iemand voor me te vermoorden, trots op haar omdat ze iemand had vermoord voor mij. Ze was opgekomen voor iemand, mij wel te verstaan. Nog nooit had iemand dat gedaan. Ik voelde me enorm gevleid. Ze heeft haar vrijheid geriskeerd voor mijn leven. Isabell kreunde wat en opende langzaam haar ogen. Met een slaperige blik in haar ogen keek ze me aan. Ik gaf haar een kusje op haar voorhoofd en streelde haar zacht door haar haar. Ze glimlachte naar me. Ik hoorde een raar geluid. Ze begon te giegelen en wees naar mijn buik. Er begon een bijtend gevoel te vormen in mijn maag. Honger... Ik glimlachte. 'Sorry.' Zei ik totaal overbodig. Isabell speelde met haar vingers over mijn buik en borstkast. Kippenvel trok over mijn lichaam. Ik glimlachte terwijl ze me ondeugend aankeek. De stalen deur werd plots open gegooid en twee brede mannen stapten binnen. Ze pakten mij en Isabell ruw beet en trokken ons omhoog. Ik maakte me los en trok Isabell naar me toe. De mannen sloegen hun armen over elkaar en grijnsden breed. 'Zo, ik zie twee verliefde kinderen.' Zei de kale man. De andere man knakte zijn vingers en keek ons grijnzend aan. Isabells ademhaling werd onregelmatig maar ik had zo'n gevoel dat de mannen het niet konden horen. Ze stond schuin achter me. Haar hand raakte mijn been. Het liefst wilde ik haar wegduwen en die mannen vermoorden. Ik voelde mijn handen jeuken en de adrenaline stromen. Dit was mijn kans. Nu kon ik er een einde aan maken en ons de vrijheid geven. Zou ik ze alleen aankunnen? Vast wel. Ik stoof op de eerste man af en groop hem bij zijn keel en stompte hem in zijn gezicht met mijn vuist. Snel haalde ik de andere man onderuit en bracht ik mijn voet boven zijn hoofd. Ik keek de man nog even aan. Met al mijn kracht ramde ik mijn hak in het gezicht van de man die kreunend van pijn zijn einde te gemoed kwam. Ik trapte nog een keer en richte me toen op de eerste man. Die probeerde zich met hulp van de muur omhoog te trekken. Ik grijnsde breed. 'Hoe komen we hier weg?' Vroeg ik aan hem. De man keek me aan. Hij spuugde bloed voor mijn voeten en keek me uitdagend aan. Ik pakte zijn hoofd en duwde die kei hard tegen de muur aan. Bloed stroomde over zijn hoofd heen en hij schreeuwde van pijn. 'Laatste keer. Hoe komen we hier uit?' Vroeg hij. Isabell kwam naast me staan. Haar kille blik deed me pijn. Geen idee waarom. Ze sloot iedereen buiten en de moordenaar in haar nam haar over. Nu zou ze in staat zijn mij de vermoorden, zonder reden. De man bleef ons uitdagend aankijken. Isabell gaf de man een hoek en drukte hem hard tegen de muur aan. 'Waar is die facking uitgang!' Gilde ze. De man begon te trillen. Zijn lichaam begon te shaken terwijl hij met bibberende handen een sleutel pakte. Ik zag over Isabells schouder heen dat ze haar nagels in zijn halsslagader gedrukt had en dat er bloed uit stroomde. De man begon bleek te zien. Isabell graaide de sleutel uit zijn bibberende handen en gooide hem als afval op de grond. ze draaide zich om naar mij en glimlachte liefdevol. Ik keek een beetje verward naar haar. 'We kunnen weg.' Zei ze, totaal overbodig. 'Ben je niet blij?' Vroeg ze teleurgesteld. Ik kon wel in haar armen springen zo blij was ik. 'Natuurlijk wel.' Zei ik opgewekt. Glinstering kwam in haar ogen. 'Ik ben zelfs trots op je.' Zei ik tegen haar. De twinkeltjes in haar heldere ogen maakte me zo gelukkig dat ik de hele wereld aan leek te kunnen. Natuurlijk kan dat niet, er zijn altijd mensen die sterker zijn dan mij. Nu voelde ik me even de sterkste en gelukkigste persoon op aarde. Isabell begon te springen en trok me mee aan mijn arm, opweg naar de uitgang. Ik hield haar tegen. 'En al die anderen hier dan?' Vroeg ik. 'Oh god. Helemaal niet aan gedacht! Die maken we ook vrij natuurlijk!' Zei ze. Ze was enthausiast. Ik begreep het wel. Zelf had ik ook een heerlijk gevoel vanbinnen. Het heerlijke gevoel van overwinning. Het winnen van een lastige voetbal wedstrijd. Het winnen van de laatste paar schoenen die er zijn. Het winnen van de machthebbers. Isabell rende snel naar andere kooien maar kwam al gauw weer terug. 'Ik krijg het niet open.' Zei ze treurig. 'Ik help je wel, we kunnen ze hier niet zomaar achter laten.' Zei ik. We renden naar de andere kooien. Niemand wist hoeveel mannen hier in totaal rond liepen dus we moesten opschieten. Ik keek door het tralies van de kooideur. Er zat een meisje in een hoekje te wenen. Ik ramelde wat aan de deur, ze keek bang mijn kant op. 'Meisje, wij doen niks, we komen je bevrijden.' Zei Isabell tegen haar op vriendelijke toon. Het meisje geloofde ons duidelijk niet. Ik zag een haakje aan de rand van de deur. Ik trok eraan en de deur ging krakend open. Ik keek Isabell aan. 'Help jij haar, dan doe ik de volgende vast open.' Zei ik. Ze knikte snel en liep de kooi binnen. Ik liep een kooi verder en zag daar een jongen en meisje zitten. Ze lagen te slapen tegen elkaar aan. 'Psst!' Het meisje werd wakker en keek angstig mijn kant op. Ik maakte de kooi los. Op dat moment hoorde ik een klap en twee vrouwelijke gillen. Eén daarvan herkende ik meteen. Paniek schoot me te binnen. Ik rende terug naar de kooi waar Isabell in ging en zag de deur dicht zitten. Ik hoorde geren en gehijg. Isabell. Mijn Isabell. Waarschijnlijk was ze nu met het andere meisje hard aan het rennen. Ik rende hard richting het geluid.

BadAshWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu