De deur werd open gesmeten en de man stapte op Isabell af. Ik liep snel naar hem toe om hem tegen te houden. 'Laat haar met rust!' Riep ik uit. Mijn stem kalm en beheerst. Geen trilling te ontdekken en het klonk enorm zelfverzekerd. Toch was de man niet onder de indruk van me. Ik stapte op hem af en duwde hem naar achter. Isabell kroop in een hoekje, zo ver mogelijk bij hem vandaan. De man keek me aan. Zijn duistere ogen leken totaal afwezig te zijn. Hij stormde op me af. Ik had spijt van mijn keuze maar ik moest Isabell redden. De man drukte me strak tegen de muur aan. Met zijn hand op mijn keel gedrukt trok hij me omhoog en knelde mijn luchtwegen af. Ik maakte stikkende geluiden, het was een vreselijk gevoel. Er kwamen wazige vlekken voor mijn ogen. Plots verzwakte zijn greep en zag ik hem door zijn knieën zakken. Mijn zicht werd beter en ik zag Isabell trots staan achter het levenloze lichaam van de man. Ik zag dat er iets zilver glimment achter in het hoofd van de man zat. Er kwam ook bloed uit. Ik keek Isabell aan. Ze liep op me af en omhelsde me. 'Hee, het komt wel goed schatje.' Stelde ik haar gerust. Ze schudde nee. 'Jawel babe, ik zorg dat ze je niks aan doen.' Fluisterde ik zacht in haar haar. Kippenvel trok over haar lichaam terwijl ik haar over haar rug streelde. Ze had ontspanning en rust nodig. Ze had een echte held nodig, ik kan haar held zijn. Ik kan diegene zijn die haar rustig en beheerst houd. Diegene die haar ontspanning brengt op momenten dat ze het nodig heeft. Alleen zou ze mij ook ontspanning moeten geven. Ik zou dit ook niet voor eeuwig vol kunnen houden. Haar omhelzing verslapte en ze nam afstand van me. 'We moeten dit lijk verstoppen.' Zei ze. 'Lijkt me handig ja.' Tenzij we gepakt wilde worden, was dit lijk opruimen het beste idee. Ik probeerde het zware lichaam op te tillen maar het lukte me niet alleen. Isabell schoot me te hulp maar zelfs met ons tweeën redde we het niet. 'We moeten gaan slepen.' Stelde ik voor. Ze knikte instemmend. Ik trok de man aan zijn voeten mee uit onze cel. 'Waar moeten we heen?' Vroeg ik aan Isabell. Ze gebaarde dat ik stil moest zijn en vervolgens wees ze naar een lang uitziende gang. Ze liep voorop en ik kwam achter haar aan. Misschien was het handiger om de man toch op te tillen. Misschien kon ik hem over mijn schouder heen hangen. Nu lieten we alleen maar sporen achter. Ik hield Isabell tegen en gebaarde op mijn best dat ze me moest helpen die man omhoog te krijgen. Ze hielp me waar het kon. De man woog zeker honderd kilo, dat had je niet zomaar even op je schouder hangen. Gelukkig was ik getraint, is het toch nog ergens goed voor geweest. Toen de man eenmaal op mijn schouder lag had ik moeite met lopen. Ik wankelde door de gang heen. We liepen langs andere kamers met dezelfde deuren. De schemerige gangen vol met stof bleven doorlopen. Het leek een groot hol, speciaal gemaakt voor mensen. We waren opgesloten als ratten. Isabell leek de weg te kennen en ik vroeg me af hoe. Hoe kon ze hier de weg zo goed weten. Om de paar meter was er weer een splitsing. Links, rechts, rechtdoor. We liepen na een tijdje een deur door en daar zei Isabell me dat ik het lijk kon dumpen. Ik gooide de man van me af. Mijn schouders deden verschikkelijk veel pijn. 'Hoe weet jij de weg hier zo goed?' Vroeg ik aan Isabell. Ze keek me waarschuwend aan en legde haar vinger op haar mond. Ze gebaarde dat ik mee moest komen. We renden door de gangen heen, terug naar onze kooi. Net toen we in onze kooi waren hoorden we stemmen door de gangen heen galmen. Snel deden we onze stale kooideur dicht, we hadden onszelf opnieuw opgesloten in de kooi. Ik kroop tegen de muur aan en trok Isabell naast me. Ze sloeg haar armen om me heen en deed net alsof ze lag te slapen. Ik zag in het licht dat onder de deur door kwam dat er mensen voor de deur stonden. Grote mannen voeten bleven dood stil staan. Ik hoorde gefluister en ik bleef kijken. Isabells hartslag was enorm hard en ik voelde haar adem stokken. Ondanks dat hield ze haar ogen stijf op elkaar en leek ze er ontspannen bij te liggen. De mannen voor onze kooi liepen weg. Isabell bleef nog een poosje tegen me aan liggen met haar ogen open. Uiteindelijk vielen we samen alsnog in slaap.
JE LEEST
BadAsh
HorrorDeel 2 van de trilogie. Deel 1: Isabell Deel 3: Hel returns (niet voltooid) -- His name is Ashton, you better call him BadAsh. Ashton is een achttien jarige puber die nog thuis woond. Hij heeft veel verschillende karrakters. Zo is hij het ene...