"Jij idioot, maak je me wakker voor dit!" roep ik grommend naar mijn bèta, Nick. "Alpha, luister toch. We hebben haar gevonden." Alweer deze roddel die tot niets leidt, denk ik in mezelf als ik uit mijn bed stap. Met een bonkend hoofd loop ik naar mijn aangrenzende badkamer, waar ik water in mijn gezicht gooi om de slaap uit mijn ogen te krijgen. Nachten en dagen, loop ik al rond om de vrouw te zoeken die mijn dromen bestookt. Iedereen kent het verhaal van die ene Luna die je het eeuwige leven kan schenken. Niet zomaar een Luna. Een Luna met krachten. Een Luna die geboren is als een heks. Elke nacht heb ik diezelfde droom. De droom van haar met haar prachtige golvende platina blonde haar dat onder haar keep uitkomt. Die verdomme rode cape die me bijblijft hele dag. Als ik de badkamer uitloop in alleen mijn short aan loop ik naar de kast en trek er een jeans uit met een zwart T-shirt.
Zuchtend stap ik uit mijn slaapkamer nog steeds slecht gezind van deze droom die me nu al maanden wakker houdt. Waarom kan ik haar nu niet vinden? Al die jaren van zoeken en nu de dromen die maar blijven komen, zonder enige aanwijzing waar ze kan zijn. "Alpha, Alpha!" Roept het meisje met haar zwarte haar als een raaf mijn kant op. Het meisje dat ik al ken van mijn drie jaar, mijn zus Leonora. "Leonora, je weet dat je me bij mijn naam mag noemen," zeg ik met een grijns al iets vrolijker dan een minuut geleden. "Heb je Nick gehoord vanochtend?" Vraagt ze me, springend rond me. Voor een 18-jarige meid is ze nog steeds als een kleine pup die een stuk snoep krijgt van onze moeder. Onze moeder die nu al drie jaar dood is, door onze vader. Ja, onze vader heeft onze moeder gedood. Volgens hem was het in een ongecontroleerd moment, waar we als zijn kinderen niets van geloven.
Na dat ik mijn vader heb verstoten, is hij niet veel later gestorven. Dat is toch wat mijn soldaten me hebben verteld. Er is nooit een lijk gevonden, maar voor nu ben ik bezig met andere dingen. "Wat is er toch deze morgen en jullie zogezegd enthousiasme? Hoe vaak heb ik jullie dit al niet horen zeggen." Laat ik uit met een zucht als ik neerplof in mijn stoel aan het hoofd van de tafel. "Nee, nu zijn we zeker!" Roept ze als ze naast me plaats neemt.
Ik snap hun enthousiasme niet, naar mijn doel na streven. Zij was trouwens diegene die tegen het idee was jaren geleden al. Je zou zeggen als een zestienjarige had ze al een eigen mening. En toen was ze er zeker van dat niemand het eeuwige leven mocht hebben. "We hebben een oog getuige die ze heeft zien lopen", zegt Nick mijn bèta die niet ver van me plaatsneemt. "Waar dan?" Vraag ik nog steeds, niet zeker of dit niet weer één van hun grappen is. Ze staan niet bekend voor hun tact of iets serieus te nemen in het leven. Wat me verbaasd nog altijd is, waarom ik überhaupt Nick mijn bèta heb gemaakt. Hij is al een jeugdvriend van me, van onze vijf jaar oud en nu kan ik nog steeds op hem rekenen. Als er iemand door het vuur voor me zou gaan is het Nick. "Op de grens van de Rode maan roedel."
Tuurlijk die bastaard van een Feroni weer. Hij is al een jaar net als me op zoek naar deze Luna, al heeft hij tot nu ook niet veel succes. En als hij succes zou hebben, zou hij sowieso ermee komen opscheppen bij me. Ik mag hem niet en hij mag mij niet, wat onze gesprekken altijd ingewikkeld maakt. Zeg maar onmogelijk zelfs. "Heeft Feroni haar?" Vraag ik nog steeds niet zeker of dit niet een roddel is van hun of een stunt van Feroni. "Bonnie, heeft haar zelf gezien," zegt Leonora als ze recht staat en Nick nog een kus geeft voor ze de eetkamer uit loopt. Waarschijnlijk zoekend naar Bonnie haar beste vriendin. "Je zus is me er één, maar deze keer denk ik dat ze echt serieus is, Goderick," zegt Nick met een lach op zijn gezicht. Nog steeds met zijn hand op de wang, waar mijn zus, zijn mate een kus op heeft gegeven.
Die twee hebben altijd al een goede band gehad tot plots Nick achttien werd en haar als zijn mate claimde na de duidelijke band te hebben gevoeld bij beide. Ik moet toegeven dat hem me wel pijn deed in het begin, al weet ik dat Nick de beste partij voor haar is. "Ik wil eerst Bonnie zien en dan zien we verder." Kon ik weten dat dit het stomste was wat ik had gedaan. Niet veel later komt mijn zuster met dit meisje dat nog maar pas haar goede vriendin is met haar binnen gelopen. Wat me opeens een glimp van een maand geleden geeft. Haar rode lippen op mijn biceps likend en haar prachtige lange benen rond me geklemd als ik in haar beweeg. Shit, ze is een van de meiden die zich op mijn schoot had gewerpt. En aan haar blik op mij te zien, is ze me duidelijk ook niet vergeten. "Dag Goderick, leuk je nog is te zien," zegt ze met dezelfde rode lippenstift die ze die nacht ook aanhad, wat me nog meer herinneringen geeft. Van die lippen op een andere vriend van me, die nu totaal niet aangedaan is door haar. "Ik ben je Alpha, Bonnie. Ik vraag daarom met respect aangesproken te worden," zeg ik in mijn Alpha stem al direct geërgerd, wetend dat dit weer zo een fabel is die rond gaat.
"Doe nu niet zo onbeschoft", zegt mijn zus geërgerd op me. Al weet ze niet waar deze vrouw toe in staat, is. Ze is niet voor niets gevestigd verder in het dorp. Ze is niet alleen een vrouw die zich op alle mannen gooit, maar ook niet weet wanneer ze moet oprotten. Niet eens geneigd om haar te onthouden of haar maar het woord te geven. Dan is Leonora, maar boos. Het is niet dat ik het erg vindt dat ze met een vrouw afkomt als een van haar vriendinnen. Zelfs niet als ik met hun heb geslapen, waar altijd de kans wel inzit. En waarom zou ik dit niet eeuwig kunnen doen? Natuurlijk, eerst die Luna vinden en mijn wens gaat uitkomen. Waarom zou ik zelfs een mate zoeken als ik vrouwen genoeg heb die aan mijn voeten vallen. Al moet ik zeggen dat het me soms een leeg gevoel geeft, al durf ik dat ook te laten verdwijnen. Door mezelf diep in een van die meiden te laten verzinken.
JE LEEST
De Luna van het eeuwige leven ✔️
ParanormalWie wil voor altijd leven? Goderick de Alpha van De zilveren cirkel roedel wil dit. Hij is op zoek naar het geen wat hem kan geven wat hij wil, de Luna van het eeuwige leven. Als ze nietsvermoedend voor zijn deur staan met niemand minder dan zijn aa...