Die avond in bed kan ik de slaap niet vinden. Haar geur blijft me achtervolgen, zelfs door de muren heen. Ik stap uit bed en trek een joggingbroek aan en loop zo naar buiten om in mijn wolf te veranderen, net zoals dit gevoel van me af te lopen. Wat na een uur nog steeds door me heen spookt en zelfs aan het meer zo sterk wordt dat ik gelijk dichter ernaartoe verplaats. Alsof mijn lichaam me naar daar sleurt. Wanneer ik aan het meer sta zie ik die bekende wolf staan de wolf die ik eerder heb gezien. De wolf die een geur heeft die ik herken als een zonnige dag in een lente morgen. Wat me verbaasd is dat ik dacht dat ik mijn zielverwant al had geroken, maar ze had een hele andere geur. Hoe kan het zijn dat ik twee geuren herken als mijn mate?
Er gaan inderdaad geruchten dat je een tweede zielverwant of een tweede kans op één kunt krijgen. Al weet ik niet hoe dit zo snel zou kunnen komen? Met twijfel blijf ik staan kijken naar de wolf die aan het drinken is van het meer. Ze is zo betoverend, zeker als haar blik in de mijne valt. Plots hoor ik een prachtige stem in mijn hoofd die me vraagt dichter te komen. Wat ik direct doe, als ik me dichter naar haar toe verplaats. "Wie ben je?" Vraagt mijn wolf Novak aan de grijze wolf met de prachtige stem. "Freya." Dat was onze introductie voor ze wegliep en me zoals die andere keer haar liet achtervolgen. Wat eindigde in mezelf ergens diep in het bos wakker wordend onder een boom.
Zuchtend wandel ik die morgen door het bos tot ik bij mijn joggingbroek kom en die aantrek voor ik naar binnen stap. Helemaal uitgebrand en moe van de nacht ervoor. De nacht die ik herinner als een droom. Wanneer ik mijn kamer bereik en me op bed leg hoor ik geklop op mijn deur. Zuchtend met mijn hoofdkussen op mijn hoofd roep ik de persoon binnen met een mompelend kwade toon. Natuurlijk komt mijn zus zoals de vrolijke zelf dat ze is binnen en komt direct naar me toe gelopen. "Goeiemorgen Alpha", zegt ze opgewekt en blij tot ik het hoofdkussen van mijn hoofd doe, zwijgt ze plots. "Wat is er?" Vraag ik geërgerd als ze haar stem terugvindt. "Je ziet er vreselijk uit", zegt ze met haar hand voor haar mond. Zelf ga ik naar de badkamer om de schade op te nemen van nog een nacht niet slapen. Mijn ogen zijn niet langer hun donkere kleur maar eerder een waas van wat ze ooit geweest zijn en dan nog niet gesproken over mijn haar.
Dat vol zit met takken en knopen. Ik kan amper geloven dat ik zo in mijn bed ben gekropen, zeker als ik mijn lichaam voort inspecteer en een paar wonden zie. Tot mijn oog valt op een paar teken. Perfect nu heb ik nog alles waar een weerwolf op hoopt. Gewoon gemerkt als een hond zou je kunnen noemen. Wanneer ik de teken verwijder en me heb gedoucht. Voel ik me al een stuk beter, alleen merk ik nog steeds de afwijkende kleur in mijn ogen aan, waar ik op dit moment niet anders kan aan doen dan wachten tot ik deze avond kan slapen. Als me de slaap wordt gegund mag ik hopen. Als ik de slaapkamer terug in loop zie ik Leonora zitten op mijn zetel en me direct aanstarend voordat ik gewoon de kamer uitloop haar negerend. Ik heb geen zin in haar blikken vol medelijden. Waarom zou ik dat zelfs willen? Ik heb niemand hun medelijden nodig, zeker niet die van mijn zus.
Aan de ontbijttafel zie ik Nick mijn bèta al zitten met over zich mijn minst geliefde persoon koning Clay. Of met opwerken van zijn status mijn gedachten over hem veranderen. Hij zal en blijft de irritante jongen, waar ik mee ben opgegroeid. Al moet ik eerlijk zeggen dat hij er als leeftijdgenoot vele beter uitziet als mezelf wat me hem nog meer doet haten. Hoe kan zo een corrupt iemand zoveel geluk hebben om er nog zo jong uit te zien. Waarschijnlijk door een truc of zo. Dan worden mijn ogen naar de bloedmooie vrouw naast hem getrokken. Waar opnieuw die geuren mijn neus binnen geslopen komen. Haar blik volgt de mijne als ik plaats neem aan het einde van de tafel en voor het eerst het oogcontact verbreek om naar mijn bord te staren. Of dat de omelet en het spek me zouden kunnen afleiden van haar.
Wat natuurlijk hopeloos blijkt als ik na nog geen minuut terug naar haar staar tor Clay de stilte verbreekt. "Goderick, ik heb je nodig voor het verbannen wolven kamp dat zich niet ver van mijn koninkrijk bevind," zegt hij met een ernstige stem. Waarom hij voor deze kwestie naar me toekomt kan ik niet helemaal uitmaken. "Waarom helpen je wachters je niet of je eigen roedel?" Vraag ik hem.
Wat me plots doet opvallen van hoe weinig man hij wel niet rond zich heeft. Het lijkt bijna of hij zo hopeloos is dat hij zich wel tot me moet richten. Al weet ik uit al onze jaren van meningsverschillen, zeg maar haar. Dat dit weer een van zijn geniepige plannen zou kunnen zijn. Ook al weet ik dat hij niet liegt over het verbannen wolven kamp dat al maanden problemen vormt voor meerdere roedels hier in de omgeving. "Zoals je merkt, ben ik op zoek naar krijgers die jij me kan geven." Tuurlijk denkt hij gewoon, maar iets te krijgen van me. Het is niet omdat hij koning is dat hij me kan bevelen te doen wat hij vraagt. Al moet ik natuurlijk aan mijn eigen roedel denken en niet aaneen oorlog die dit kan veroorzaken. Met het verwilderde wolven kamp op de loer. En de problemen van slapeloosheid die ik heb de laatste tijd. Zou dit alleen meer problemen voor ons veroorzaken. Daarom is dat de enige reden dat ik gelijk toestem. Wat zelfs mijn bèta Nick doet opkijken die duidelijk een ander antwoord van me had verwacht. "Hoeveel heb je er nodig?" Vraag ik Clay die een blik van overwinning over zich heen krijgt. Stiekem doet me dat alleen nog meer onrust geven in deze situatie. "Honderd."
JE LEEST
De Luna van het eeuwige leven ✔️
ParanormalWie wil voor altijd leven? Goderick de Alpha van De zilveren cirkel roedel wil dit. Hij is op zoek naar het geen wat hem kan geven wat hij wil, de Luna van het eeuwige leven. Als ze nietsvermoedend voor zijn deur staan met niemand minder dan zijn aa...