Topaz
Het roedel huis komt in ons zicht wat Goderick een trotse blik op zijn gezicht vormt. Het is niet langer de wolf Novak die voor de deur staat van zijn roedel. Nee, het is een prachtige man die helemaal naakt er stond vol trots en bewondering. Ik bekijk hem steeds beter als ik mezelf ontspan en mijn wolvenlichaam los laat waardoor ik opsta als Topaz terug. Beide staan we naakt naast elkaar. Deze keer sta ik er vol trots. Het is of zijn gedrag aanstekelijk op mezelf werkt als hij me bekijkt in mijn gezicht. Hij legt zijn warme hand in de mijn als we het nieuwe gerenoveerde roedel huis instappen. In de gangen bekijken er wel roedelleden naar ons, maar als hun Alpha hun aankijkt, draaien ze zich direct van ons af.
"Kom mee", zegt Goderick met nog steeds zijn hand in de mijn me meenemend naar een slaapkamer. Nog geen vijf minuten staan we in de slaapkamer als Leonora binnen gevormd komt zonder kloppen en haar broer in de armen vliegt. Goderick laat snel zijn broek vallen die hij juist over zijn benen aan het trekken was en pakt haar vast of ze elkaar al een jaar niet gezien hebben. "Hallo Leonora", zegt Goderick met een lach als hij een stap van haar afzet om zijn broek terug op te trekken.
Met zijn bovenlijf nog steeds onbedekt staar ik hem aan met een warmte die me bijna doet opbranden. Leonora kijkt me aan als ze plots realiseerde dat ze hier was voor kleren te brengen. De kleren die ze had laten vallen aan de deur neemt ze op, geeft ze aan mij met een prachtige lach op haar gezicht. "Ik ga jullie laten", zegt ze blozend als ze mijn naakte lichaam opvangt. Goderick heeft ondertussen een T-shirt aan als ik mijn ondergoed heb aangedaan. Zijn blik voel ik over mijn lichaam gaan als hij dichter naar me toe komt. Hij veegt het haar uit mijn nek als hij er zijn lippen op drukt.
Mijn lichaam drukt onmiddellijk tegen het zijne aan voor steun als hij zijn handen op mijn heupen legt. "Je ruikt zo lekker", mompelt Goderick als hij zijn handen over mijn buik naar boven laat gaan. Voor hij bij de onderkant van mijn borsten komt, hoor ik een klop op de deur.
Met een geërgerd grom laat Goderick de persoon binnen die voor de deur staat. Het is zijn bèta Nick die iets later binnen stapt als de zachte fluwelen jurk mijn lichaam juist onthult van het zicht. "We zijn zo blij dat je terug bent Alpha. Net zoals een deel van onze krijgers die zich in de maanden terug hebben aangeboden aan onze roedel, en loyaliteit aan ons hebben beloofd," zegt zijn bèta als hij naar me staart. Goderick kijkt zijn bèta boos aan als zijn blik iets te lang blijft hangen op me.
"Ik ga jullie laten", zegt zijn bèta met rode wangen. Hij verlaat de kamer en laat Goderick en me alleen, waardoor onze passie terug op hit naar het moment waar we werden gestoord. "Ik ben blij dat je terug bent Topaz", zegt Goderick in een zachte stem die mijn knieën doet knikken. "Ik ook", zeg ik als mijn lichaam zich terug naar het zijne verplaatst. Samen hebben we onze eerste echte omhelzing op dat moment tot hij zich van me afwendt en de kamer uitloopt. Gefrustreerd blijf ik staan, met de gedachten van wat er nu zojuist is gebeurd. Iets later hoor ik terug een klop met twee meiden ervoor. "We laten je kamer zien, dame Topaz," zeggen ze als mijn verbazing nog meer toeneemt.
De Goderick die ik gekend heb op ons avontuur van een jaar is plots vrij afstandelijk. We hebben een jaar samen geleefd als een. Nu stuurt hij me terug naar dezelfde kamer die ik eerst had alleen nu gevuld met zakken, nieuwe kleding en een bed opgewekt met nieuwe lakens. Hoe heeft hij dit allemaal voor elkaar gekregen in juist een dag? Hoe wisten hun dat we terug zouden komen en wat we nodig zouden hebben. Voor ik nog meer vragen aan mezelf kan stellen hoor ik Leonora achter me staan. "We zijn al even bezig met jullie terugkomst te plannen, Topaz," zegt ze als ze me nog een dikke knuffel geeft voor ze de kamer terug verlaat.
In de kamer alleen achtergebleven voel ik me eenzamer dat ik heel het jaar had gevoeld. Gideon heb ik de hele dag nog niet gezien. Hij is zelfs nog niet langs gekomen als de nacht begint te vallen buiten uit het raam. Een wit dek bedekt de bossen rond het roedel huis en voor het eerst voel ik de kou bij me binnen dringen.
Goderick
De nacht valt en voor het eerst die dag ben ik alleen in mijn kamer om alles te laten inzinken van wat er gebeurd is. Eindelijk ben ik terug mezelf en niet meer mijn wolf Novak. Voor het eerst kan ik een lange douch gaan nemen, genieten van het warme water dat over me heen valt. In de douch blijft het beeld van een naakte Topaz me spoken. Ze is zo prachtig wat me maakt te vergeten waarom ik haar in de eerste plek wou voor mezelf. Dat is de reden waarom ik heb besloten om geen kamer met haar te delen. Het zou dingen alleen gecompliceerder maken. Zelfs ongemakkelijk als ze erachter zou komen dat ik deze relatie wil voor de macht van eeuwigheid die ze me kan geven. Alleen blijft een gevoel me achtervolgen dat dit wel is te laat zou zijn of ze iets voor me verzwijgt.
Nog steeds na twee weken heeft ze me niet kunnen vertellen wat er gebeurd is in het kasteel. Het is of ze angst heeft voor mijn reactie op wat er gebeurd kan zijn. Nog steeds zoekt ze toenadering tot me met die ogen die vol wanhoop en verdriet staan. Maar nog steeds probeer ik haar van me af te wenden, hopend dat deze gevoelens die diep in me ontwikkelen voor haar zullen verdwijnen. Al heb ik een gevoel dat deze gevoelens met hoe meer ik me van haar afwend alleen sterker worden. Ze is ten slotte mijn mate en ik wil haar voor haar krachten, al zal dat haar binden tot me. Wat mijn ontdoening kan zijn. Novak huilt elke nacht om dichter bij Topaz te zijn die zijn merkteken draagt en mijn lichaam vecht elke nacht om niet haar lichaam in me op te nemen. Van de seksgod die ik was, die elke keer lichamelijk contact bij andere zocht, is nu niets meer over dan een man die verlangt naar iets wat hij niet zou mogen willen.
JE LEEST
De Luna van het eeuwige leven ✔️
ParanormalWie wil voor altijd leven? Goderick de Alpha van De zilveren cirkel roedel wil dit. Hij is op zoek naar het geen wat hem kan geven wat hij wil, de Luna van het eeuwige leven. Als ze nietsvermoedend voor zijn deur staan met niemand minder dan zijn aa...