HOOFDSTUK ~ 33

205 4 0
                                    

Het is de volgende ochtend vroeg, tijd om naar huis te gaan. Voorzichtig maak ik Lauren wakker in de auto, waar ze weer in slaap was gevallen. We geven de auto weer af op de plek waar we hem hadden gehuurd en lopen nu samen naar onze gate.

We zijn iets te vroeg aangezien ons vliegtuig om half negen gaat en het nu half acht is. 'Zullen we onze film afkijken?', vraag ik aan Lauren die naast me op en stoel aan het wachten is. Ze knikt enthousiast met een grote lach op haar gezicht.

XXX

Ik herken haar weer zoals ik haar heb leren kennen, in het café. Ze was in het begin zo zenuwachtig en verlegen maar al snel zag ik haar lach op haar gezicht komen, en die ging er maar moeilijk vanaf.

Ineens word ik gebeld en neem ik op. Lauren kijkt me vragend aan als ik weer heb opgehangen. 'We hebben een huis gekocht!', zeg ik en ze slaat meteen haar armen om mijn middel. Ik sla mijn armen ook om haar heen.

Ik til haar hoofd een stukje op en zie dat de tranen in haar ogen. 'Wat is er?', vraag ik bezorgt. 'Niks, ik ben gewoon zo blij', zegt ze en we moeten lachen. Na allebei onze ouders gebeld te hebben kunnen we gaan boarden.

We stappen het vliegtuig in en zoeken onze plek. Voordat we het weten zijn we weer terug in Amsterdam, en zitten we bij mijn ouders thuis op de bank.

POV LAUREN

We zijn inmiddels een aantal weken verder en dus is het al bijna tijd om naar Barcelona te gaan verhuizen. In de tussen tijd zijn Matthijs en ik nog een aantal keer naar ons huis toe gegaan. Alle meubels staan er al alleen nog onze kleren en nog een paar andere spullen moeten nog verhuist worden.

Tussen Matthijs en mij loopt alles prima, nou eigenlijk gaat het zelfs nog beter tussen ons dan voor onze ruzie. We weten beide dat we niet zonder elkaar kunnen en zijn nog meer om elkaar gaan geven.

Morgen vertrekken Donny, Carel en Frenkie al naar FC Barcelona, dus vandaag was de laatste training samen met hun bij Ajax. Ik kan je zeggen, er zijn aardig wat tranen gevallen.

Ze worden overmorgen al verwacht in Camp Nou. Ze beginnen dan al meteen met trainen, dus ik ben benieuwd.

XXX

Ik zucht een keer diep, 'Wat is er?', vraagt Matthijs die achter mij staat. 'Ik heb dit zo lang uitgesteld, maar het moet nu echt', zeg ik en hij knikt.

'Kom laten we beginnen', zegt hij en pakt een paar koffers en tassen om alles in te pakken. We beginnen met mijn kledingkast.

Matthijs rekt mijn kastdeuren open en zucht diep, waardoor ik moet lachen. 'Moet dit allemaal mee?', vraagt hij. 'Euhm ja, maar de helft van de shirt die hier liggen zijn van jou dus zo veel is het niet', zeg ik lachend.

'Is deze trui van mij?', vraagt Matthijs als we op de helft zijn verbaasd. 'Ja', zeg ik en stop hem in mijn koffer.

'En deze? Die herken ik niet', zegt Matthijs en de blik in zijn ogen verandert. 'Euhm nee', zeg ik zacht. 'Van wie?', vraagt Matthijs dan fel.

'Van Jasper', zeg ik en ik begin met huilen. 'Nee Lauren, zo bedoelde ik het niet', zegt Matthijs terwijl hij op me af komt rennen en me een knuffel geeft.

Hij ploft naast me neer op de grond en ik kruip in zijn armen. 'Is veel van hem?', vraagt hij dan en ik knik.

XXX

Na mijn kledingkast afgerond te hebben, hebben we nog een paar kastjes leeg gehaald. Alleen mijn nachtkastje nog en dan zijn we klaar.

Ik gebruik eigenlijk nooit de lades ervan, ik weet dan er medicatie in ligt, een paar boeken, zaklamp en pyjama's.

Ik trek de bovenste lade open en haal de medicijnen en de pyjama's eruit. Ik lach om Matthijs die op een veelste deftige toon de bijsluiters voorleest.

Helaas verdwijnt mijn glimlach als snel als ik de volgende lade opentrek. Daar, op de boeken, liggen enveloppen met namen, namen van familieleden.

Meteen is het helemaal stil in de kamer als Matthijs het ook ziet. Voorzichtig pak ik de enveloppen op, alsof het iets heel breekbaars is.

Meteen denk ik aan Jasper, tot ik Matthijs de Ligt, in sierlijk geschreven letters zie staan. Ik laat me op bed ploffen met de enveloppen in mijn hand.

Een envelop voor mama, papa, Noah, Carel, oom, tante, opa, oma en Matthijs. Alle radertjes in mijn hoofd draaien op volle toeren.

Ik kan niemand bedenken van wie het kan zijn. Ook Matthijs staart verbaast naar dit alles. Ik pak mijn envelop uit de stapel en draai hem om.

Daar op de flap van de envelop, staat een naam, Jasper. Van schrik laat ik mijn envelop vallen en direct nadat ik hem heb opgepakt ren ik de trap af.

Met de envelop voor mijn ouders is mijn handen kom ik beneden aan. Abrupt sta ik stil voor hun neus. En voorzichtig geef ik ze hun envelop.

Even kijken ze me raar aan tot ze de naam zien staan op de achterkant. 'Waar heb je dit gevonden?', vraagt mijn vader ijzig. 'In mijn nachtkastje op mijn boeken', antwoord ik emotieloos.

Er zijn zo veel emoties in mij nu dat geen van alle de overhand neemt. Ik wil weer weglopen als mijn moeder me roept, 'Voor wie is er nog meer één?', vraagt ze en ik vertel ze alles.

Ook over de truien net van Jasper, het heeft er niks mee te maken, maar ik moet het kwijt. 'Lauren, lees de brief als je er klaar voor bent', zegt mijn vader nog waarna ik de trap op loop.

Matthijs heeft de rest van mijn nachtkastje leeggehaald en lijkt ook van slag door onze ontdekking. Ik sla mijn armen van achter om hem heen. Ik voel zijn spieren gespannen staan.

Meteen voel ik zijn spieren ontspannen. 'Lees het als je er klaar voor bent', zeg ik doelend op de brief en hij knikt. 'Misschien moet je de brief voor Carel nog even brengen, voordat hij vertrekt', zegt Matthijs en ik knik zuchtend.

XXX

Ik pak de brieven voor mijn opa, oma, oom, tante en die van Carel op. Ik heb al afscheid van Carel genomen, dus eigenlijk zou ik hem niet meer zien tot 15 december. Ik kijk naar Matthijs terwijl ik al mijn spullen pak om te vertrekken.

'Ga maar', zegt hij terwijl ik zie dat hij het moeilijk heeft. Ik kijk hem vragend aan en hij knikt. Ik sprint mijn kamer uit, 'Wacht hier', roep ik nog naar hem. De brieven voor mijn opa en oma breng ik bij mijn ouders.

Ik ren naar mijn fiets waarna ik zo snel als ik kan richting Carel zijn huis fiets. Hijgend kom ik daar aan en druk op de bel. Carel doet de deur open en meteen geef ik hem een knuffel. Hij lijkt te schrikken maar slaat ook meteen zijn armen om mij heen.

Ik laat hem los en hij blijft vragend voor mij staan. 'Wat doe je hier?', vraagt hij verbaast. Ik zeg niks en open mijn tas, ik pak de envelop en geef die aan Carel.

Hij kijkt me raar aan en draait hem om, daar, daar staat Jasper zijn naam. Carel schiet meteen vol, ik zie het aan alles. Hij slaat meteen zijn armen weer om mij heen. 'Je had gelijk, hij wist dat hij dood ging', zegt Carel en ik voel zijn tranen op mijn schouders vallen.

With(out) nummer 4 ~ Matthijs de LigtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu