Hoofdstuk 8

30 3 0
                                    

Na een tijdje word ik wakker. Ik hap naar adem.
Ik weet het weer. De tranen springen in mijn ogen terwijl ik ga zitten, leunend met mijn rug tegen de koude muur.
Ik trek mijn knieën op en leg snikkend mijn hoofd er tussen.
Het touw hangt nog slapjes om mijn nek. Lafaards. Het is mislukt. En ik wilde het zo graag. Ik voelde geen pijn. Het was heel vredig. Ook al werd ik bijna vermoord door mensen die ik niet kende in een steegje. Het voelde goed. Nou ja, wat voelt goed?
Ik heb het al zo lang niet meer gevoeld. Ja, toen ik weer voor het eerst mijn voeten in Londen zette. Maar er is alleen nog maar narigheid gebeurd. Alle pijn komt met een klap terug. De striem om mijn nek, de steken in mijn arm, zelfs mijn polsen doen pijn van die vieze vent. Maar het meest pijnlijke van al is mijn hart.
Niemand geeft om me. Ik ben niks waard. Ik kan niks. Niemand zal me missen. Ik moet dood.

Ik veeg mijn tranen weg en ruk het touw van mijn nek. Ik rol hem op en neem hem mee terwijl ik opsta en verder loop.

Ik sta voor een grote boom. Het is een mooie boom. Ik kijk naar boven en zie een perfecte tak.
Ik sta daar, met tranen in mijn ogen.
Is dit hoe ik mijn leven wil beeindigen?
Aan een boom in de stad waar je van houd?
Even komt Dan's stem in mijn hoofd.
"In the city that we loved. "
Er verschijnt een mini glimlachje op mijn mond.
Godsamme Dan, wat hou ik van je. Je moest eens weten. De tranen stromen over mijn wangen. Alle mensen waar ik over heb gehuild heb ik wel het hardst gehuild om Dan. Ik heb geen familie en vrienden nodig. Alleen Dan.
'We were born to be together. Torn apart.'
Ik ga op het puntje van mijn tenen staan en sla het touw om de tak heen om hem vervolgens vast te knopen.
Onderaan probeer ik een lusje te maken. Mijn handen zijn koud en door mijn tranen zie ik niks meer. Hij zit eindelijk. Ik weet precies hoe ik dit moet doen. Die lus om mijn vetnek en knieën optrekken aangezien ik hier geen stoeltje heb om weg te trappen.

Huilend leg ik de lus om mijn nek.
"Are you fucking crazy?" Roept een stem links van me.
Het gestalte gaat voor me staan. Zijn lichaam is tegen het licht gekeerd. Niet dat het moeilijk is om te raden. Daniel. Daniel Campbell Smith.
Nee, ik ben dood. Die jongens hebben mij wel vermoord.
Krampachtig hou ik de lus touw vast in mijn handen en ik knijp mijn ogen dicht.
Ik hoor voetstappen dichterbij komen.
Dit kun je niet maken, Jill.
Doe het alleen als je alleen bent.
"Jill? Is that you?"
Ik droom niet. Ik droom niet. Ik leef.
Wie kent mij nou hier dan?
Ik sta te trillen op mijn benen.
Het kan Dan niet zijn. Al hoe wel.
Nee.
"Jill?"
Oke, het is Dan!
Langzaam open ik mijn ogen.
"Dan?"
Ik pers mijn ogen weer dicht. Ik droom echt. Alsof mijn allergrootste crush opeens voor me staat. De stemmen in mijn hoofd lachen me allemaal uit. Ze lachen zo hard dat ik begin te glimlachen. Ben ik in hell beland?
Hier hoef ik geen energie te geven. Ik ben op. Ik ben niks meer. Alleen een hoopje vet met botten. Het is over en klaar. Het is voorbij. Ik hoef niet meer te vechten. Ik ben weg.
Op dat moment begeven mijn benen het en word mijn keel dicht geknepen.

Bastille Fanfiction - Lost HighwayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu