Het was strakblauw geweest die dag. Wolken losten op door de brandende zon, zodat de lucht op geen enkel plekje bedekt was.
Er hing een vrolijke en rustige sfeer in het dorpje, dat werd gekenmerkt door de rode, bakstenen huizen en de laan van bomen waar elke bezoeker doorheen moest. Het was vredig, totdat het blauw werd verjaagd door pikzwarte oneffenheden die de lucht in kringelden. De twee kleuren leken een gevecht om de ruimte te voeren, met de rook duidelijk aan de winnende hand.
De giftige dampen waren afkomstig van een oud huis dat centraal in het midden van de wijk stond. Anders dan de anderen was dit bouwsel volledig wit, tenminste, dat moest het ooit geweest zijn. De muren waren zwart uitgeslagen door de brand en leken verorberd te worden door de vlammen. En midden in de chaos van vuur, rook en het ingestorte dak, zag niemand het meisje dat roerloos onder het puin lag.
Ze werd op haar plek gehouden door een vierkant stuk beton dat op haar schouder belandde, toen ze zich een weg naar buiten probeerde te banen. Ze had al tig keer geprobeerd het blok weg te halen, maar een pijnlijke steek door haar lichaam overmande haar bij elke beweging. Het hielp ook niet dat haar zicht was beperkt doordat een scherp voorwerp dat naar beneden was gevallen in haar rechteroog was gekomen. Het brandde en ze voelde een warme vloeistof in haar oor stromen.
Waarschijnlijk had het ding onherstelbare schade aan haar oog veroorzaakt, maar dat was nu wel het laatste waar ze zich druk om maakte.
Ze concentreerde zich op het knetterende vuur, richtte zich op een ongewoon geluid dat haar verlossing zou betekenen. Het meisje hoestte een paar keer om de verstikkende rook uit haar lichaam te blazen.
'Nova, ben jij dat?' Vroeg een zwak stemmetje in de verte.
Tranen van geluk stroomden over haar wangen bij het horen van de stem van haar zusje. Alles zou goed komen, ze kwam hieruit.
'Ik ben hier!' Riep ze, maar het klonk meer als een schorre fluistering. Het geluid dat ze produceerde leek in niets op de melodieuze, heldere stem die ze ooit had gehad.
Voetstappen kwamen dichterbij en het duurde niet lang voordat haar zusje verscheen. Haar lichtblonde haren plakten tegen haar bezwete voorhoofd, roetvegen ontsierden haar gezicht en haar favoriete zomerjurk was aan de onderkant zwartgeblakerd door het vuur. Haar ogen vonden die van Nova en ze onderdrukte een gilletje van afschuw.
Haar grote zus zag er haast onmenselijk uit in die zee van vlammen. Haar prachtige, golvende haren waren voor de helft verbrand en er stroomde bloed uit het gapende gat waar ooit haar rechteroog gezeten had en waar ze niet te lang naar kon kijken zonder misselijk te worden. Nova zat klem onder een enorm betonblok en ze wist dat ze die met geen mogelijkheid zou kunnen verplaatsen. Met een brok in haar keel wendde ze haar blik af en maakte rechtsomkeert, de hartverscheurende kreten van haar zus negerend. Er was niets meer wat ze voor haar kon doen.
Nova bleef roerloos liggen, haar wangen nat van de tranen en haar hart in duizenden stukjes gebroken. Zou dit dan het einde zijn? Zou ze gewoon opgeslokt worden door de vlammen, waarna haar toegetakelde lichaam door haar ouders zou worden gevonden? Ze hapte naar de schaarse hoeveelheid lucht in de ruimte en bijna accepteerde ze haar dood. Accepteerde ze haar dromen die nooit zouden worden vervuld, de woorden die ze nooit meer hardop zou kunnen uitspreken en de eerste zoen die ze nooit zou krijgen. Bijna.
Een warme gloed ontwaakte in haar binnenste en wilskracht maakte zich van haar meester. Haar tanden op elkaar klemmend duwde ze tegen het blok. Nog geen centimetertje verschil.
Ze gilde het uit van frustratie en de zoute tranen gleden in haar mond.
Ze maakte geen schijn van kans, wist ze maar de drang naar leven was te groot om af te haken. Ze kon haar dood alleen accepteren als ze alles op alles zette om zichzelf te redden. Zweetdruppeltjes parelden op haar voorhoofd, door de inspanning en door het vuur dat om zich heen bleef grijpen.
JE LEEST
Verweven - ON HOLD
FantasyNova is altijd een buitenbeentje geweest. Is altijd het meisje dat niet wordt begrepen door haar ouders, dat de mensen om haar heen enkel angst weet aan te jagen. Ze is een monster, een hopeloos geval, een wezen dat het niet waard is om liefde te ke...