Hoofdstuk 2 - Hayden

62 4 2
                                    

Ze keek aarzelend naar mijn uitgestoken hand, dacht na over de opties die ze had. Ik wist dat ze geen mogelijkheden had om te ontsnappen ,simpelweg omdat ik dat nooit zou toelaten, en daar kwam zij blijkbaar ook achter.

Ze legde haar zachte hand in de mijne, die ruw was van het eelt. Haar lichaam stond gespannen en ze weigerde om me aan te kijken. Ik grijnsde om haar afstandelijke houding, vroeg of laat zou ze me gaan aanbidden. Ik dacht terug aan al die anderen die ik ooit 'geholpen' had. Elke keer dacht ik iemand te hebben die de wereld waarin in leefde aankon, maar altijd werd het tegendeel bewezen. Of ze vielen ten prooi aan de wezens die in mijn dagelijks leven de dienst uitmaakten, of ze waren zo nutteloos dat ik de deal verbrak. Ik hoopte dat deze anders zou zijn: haar temperament en achterdochtige karakter zouden haar in ieder geval ver kunnen brengen.

'En nu?' vroeg ze, haar stem was niet meer dan een fluistering. Ze staarde naar het wezen dat roerloos in de plas bloed lag. Van haar gezicht was afgunst te lezen en haar lippen waren in een dunne streep vertrokken.

'Nu gaan we naar huis,' zei ik op geheimzinnige toon en gaf haar een knipoog. Ze rolde met haar ene oog: die onweerstaanbaar schitterde in het schemerdonker. Haar krullende, bijna doorzichtige haren omlijstten haar bleke gezicht en haar handen trilden lichtjes: ze vertegenwoordigden de angst die ze zo wanhopig probeerde te verbergen.

Ik kon het haar niet kwalijk nemen, deze wezens hadden mijn hele leven gevormd, en het was voor mij niet nieuw om er eentje te doden. Voor een buitenstaander was het al een hele schok om er één te zien, laat staan om te aanschouwen hoe het werd vermoord. Ik was er in de loop der jaren handig in geworden, het kostte me nauwelijks energie om een leven te nemen, en ik genoot ervan om een leven door mijn vingers te laten glijden en te beëindigen. Om mijn slachtoffers te laten smeken en hun hoop daarna de grond in te boren.

Ik vond het heerlijk om macht meester van me te laten maken en het bloed van mijn tegenstander te vergieten. Ik likte opgewonden langs mijn lippen bij het idee.

Ik keek op. Nova staarde me met een angstige en intrigerende blik aan. 'Kun je het zien?' grijnsde ik, en ze sloeg meteen haar ogen neer.

Ik liep naar haar toe en legde een arm om haar middel. Vrijwel meteen rukte ze zich los.
'Wat doe je idioot?!' Riep ze verontwaardigd uit.
Blijkbaar was ze het niet gewend om aangeraakt te worden en ze streek ongelovig over het stuk huid dat ik had betast.

'We gaan naar mijn huis,' herhaalde ik kalm. Ik liet me niet uit het veld slaan door zo'n miezerig klein meisje. Als ze eens wist wat ik met één vingerknip kon veroorzaken, zou ze me smeken om haar te sparen. Maar ergens vond ik het ook wel interessant dat ze niet boog voor mijn macht, en zich probeerde te verzetten tegen mijn persoonlijkheid. Ik was gewend dat mensen mij aanbaden en het liefst mijn blik vermeden. Zij was anders, en ik vond het wel goed om haar nog even te laten vechten.

'Ik kan ook zelf wel lopen hoor!' riep ze en zette nog een stapje bij mij vandaan. Ik grijnsde om haar onwetendheid en klopte even op haar hoofd, als een ouder bij zijn kind.

Ik legde mijn ene arm weer om haar middel en plante de ander op haar goede schouder. Voordat ze kon protesteren tilde ik haar van de grond en hield ik haar broze, lichte lichaam in mijn armen. Haar benen steunden op mijn ene arm en de ander hield ik achter haar rug. Een flits van pijn trok over haar gezicht toen ik haar schouder lichtjes raakte maar ze klemde haar kaken op elkaar om de pijn buiten te sluiten. Haar spieren waren aangespannen, klaar om bij het minste of geringste weg te rennen. Ze was mooi als ze alert was, om zich heen tuurde op zoek naar gevaar.

Ik keek nog heel even naar haar gezicht en knipte toen met mijn vingers. Een paar seconden was er enkel volledige duisternis om ons heen te zien. Geen enkel lichtpuntje in de verte, geen enkel teken van ander leven. Nova keek verwonderd om zich heen, zonder echt iets te kunnen ontwaren. Ik voelde dat ze onder de indruk was van deze oneindige leegte, maar er tegelijkertijd een afgunst voor koesterde.

Verweven - ON HOLDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu