Hoofdstuk 1- Nova

73 4 1
                                    

Ik begon me nu plotseling weer een moment uit mijn leven te herinneren. Vreemd, dat het nu pas naar boven kwam. De herinnering kreeg nu pas een betekenis, stom dat ik dat niet eerder ingezien had. Ik zag het nog zo voor me hoe boos mijn moeder was. Ik kon de woorden die ze toen geschreeuwd had bijna weer in mijn oren horen suizen. Waarom was ze ook al weer zo boos? Ik kon me niet herinneren dat ik iets verkeerd had gedaan. Nee wacht, ik wist weer waarom. Ik was zoals gewoonlijk weer de zondebok geweest, maar misschien was het eigenlijk ook wel mijn schuld.

Ik wist nog dat ik achter een groepje kinderen in het bos aanholde, op weg van school naar huis. Ik haalde Charlie bijna in, maar remde af om naast hem te lopen. Ik merkte dat hij zich ineens erg ongemakkelijk gedroeg en op zijn hoede was. Ik staarde hem verbaast aan, afvragend wat de reden hiervoor was. Hij keek opzij en we keken elkaar recht aan. Charlie schrok hier echter van en had zijn speelgoed trein, die hij in zijn handen vast had gehad, laten vallen.

'Charlie je hebt je speelgoed trein laten vallen.'

Ik bukte om de groene trein van de grond op te pakken. Ik klopte het beetje vuil dat erop zat ervan af en reikte Charlie zijn trein aan.

'Hier.'

'Iel nu hoef ik het niet meer je hebt het aangeraakt!' Charlie sprong een meter achteruit en zijn woorden leverde hem een verbaasde blik van mij op.

'Wat is daar mis mee?'

'Alles! Mijn moeder zegt dat als je te dicht bij Nova kom vreselijke dingen kunnen gebeuren!' De andere kinderen waren gestopt met lopen en bleven staan om te kijken wat er gaande was. Zodra ze mij in het oog kregen vertrokken hun gezichten. Niet meer die vrolijke gezichten van eerder, maar hun monden in een strakke streep en hun gesprek was stil gevallen.

'M-maar ik wil alleen maar help-' Ik had een stap in Charlies richting gedaan en reikte hem opnieuw de trein aan.

'Blijf gewoon uit mijn buurt monster!' Ik had de angstige blik in zijn ogen moeten zien, maar natuurlijk was ik te naïef, dat was ik altijd al geweest. Zijn woorden hadden me echter geraakt en ik wist niet wat ik hem ooit misdaan had wat mij zo'n naam zou opleveren.

'Mo- monst-?' had ik verbaasd gemompeld.

'Ja, monster, ja en durf het niet nog eens een stap naar me toe te zetten!'

'M-maar-' Als ik die laatste stap nou niet gezet had dan... misschien, misschien.

'Vreselijk gedrocht dat het is! Waarom worden wij nou opgescheept met zo'n mormel!'

Ja ik herinner me de woorden die mijn moeder naar mijn vader schreeuwde nog goed. Ze stonden in de keuken en mijn moeder had me een paar minuten geleden nog met een lieve lach verteld dat ze eventjes iets belangrijks met mijn vader moest bespreken en dat ik ze niet moest storen. Maar ik was zoals altijd nieuwsgierig geweest en kon de drang niet weerstaan om toch even te kijken waar ze het over hadden, wat ik misschien beter niet had kunnen doen.

'De buren zeggen dat het het werk van de duivel is, de duivel! Ik kan dit niet langer hendelen, dat... kínd is slecht voor ons en bovendien voor onze lieve Penny! Ik wil niet dat ze opgroeit met één grote ongeluksmagneet in haar buurt!' Het was toen nog niet tot me door gedrongen wat die woorden eigenlijk inhielden.

'Door háár ligt Charlie in het ziekenhuis met eenendertig hechtingen! Het is een monster, het enige wat ze doet is ongeluk brengen aan iedereen om haar heen, ze is gevaarlijk!' Dat was waar ook, door mij was Charlie van die heuvel gevallen, dat was mijn schuld geweest. Als ik nou niet die laatste stap had gezet, misschien was dat dan allemaal niet gebeurd. Zou dat dan misschien de reden zijn geweest dat ze me achter gelaten hadden, omdat ik een last was? Wanneer waren mijn ouders eigenlijk begonnen zo over mij te denken, vanaf dát moment of eerder al? Was ik echt een last, een mormel? Een monster? Was ik echt het 'houden van' niet waard?

Verweven - ON HOLDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu