07| And I'm going down, like the Titanic

404 28 113
                                    

|Vrijdagavond - 20:00|

Het is vrij stil tussen Milo en mij, vooral omdat hij nog steeds boos is. Ondertussen zijn we naar een soort zoldertje gevlucht en we zijn de jongens echt kwijtgeraakt. Ik kan ze niet verliezen hieraan, ik kan hem niet verliezen hieraan. Mijn ogen scannen de kamer rond, het lijkt erg op de kamer die Robbie heeft omschreven tijdens verstoppertje.

Het schip kantelt steeds meer naar rechts en steeds meer spullen vallen die kant op. Nog even en het schip ligt ondersteboven in het water. "Ik wil ze nog een keer bellen." Zeg ik en ik gris mijn telefoon uit mijn zak, terwijl ik me met mijn andere hand goed vasthoud aan de railing van een trap. Er zit van dat geel-zwarte plastic omheen verwikkeld, om aan te geven dat je hier eigenlijk niet mag komen. Snel toets ik Koens nummer in, maar voor de vierde keer wordt er niet opgenomen. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik niet bang was en niet heel bezorgd was. "Hij neemt verdomme weer niet op." Mijn vingers razen nu over het scherm om Raoul te bellen. Weer breng ik de telefoon naar mijn oor en ik hoor de telefoon meerdere keren overgaan. Deze keer wordt er opgenomen. "Ja! Ja! Raoul! Raoul, waar ben je? Is alles een beetje oké bij jullie? Is Koen bij jou? En Robbie?" Een kleine, opgeluchte glimlacht siert mijn lippen. Raoul is in ieder geval veilig.
"Wij zijn bij de reddingsboten en nee, Koen is niet bij ons, ik dacht dat hij bij jou was. Is Milo wel bij jou?" Gelijk vervaagt mijn glimlach en gaat er weer meer bezorgdheid en paniek door mijn lijf.
"Hoe bedoel je Koen is niet bij jullie? Nee, nee, hij moet wel bij jullie zijn. Hij is hier niet. Waar is hij dan wel?" Ik kan en ga Koen hier niet aan verliezen, echt niet. "Hij neemt ook niet op." Mijn paniek begint zich te uiten in tranen en een trillende onderlip. "Alsjeblieft... Zeg me alsjeblieft dat je een grapje maakt, K-Koen moet wel bij jullie zijn..."
"Koen is niet h- Shit..." Mompelt Roel, dat kan geen goed teken zijn.

"Wat? Wat is er?" Vraag ik gelijk. Mijn panieklevel zit bijna op het randje. Angst en paniek giert door mijn lijf. Overal zijn schreeuwen te horen en het water komt steeds hoger.
"Koen... H-Hij-" Raoul maakt zijn zin amper af.
"Koen wat? Wat is er met Koen? Waar is Koen?" Mijn onderlip begint meer te trillen, mijn hart klopt zo snel het maar kan en ik ben zeer kortademig. 
"Dat wil je niet weten, Matthy..." Mijn adem stokt hierdoor, er is iets ergs gebeurd. Ik weet niet wat, maar er is iets gebeurd met Koen. Ik moet weten wat er is gebeurd, ik moet weten of er nog een mogelijkheid is dat ik hem kan helpen of in ieder geval afscheid kan nemen.
"Ik wil dat je me nu vertelt waar Koen is." Het komt er als een bevel uit, zonder dat dit mijn bedoeling was.
"Het is te laat, Matt. Kom naar de reddingsboten, wij vieren kunnen dit overleven." Een trilling ontstaat in zijn stem en met tranen in mijn ogen draai ik me naar Milo, hij heeft alles gehoord en ondanks dat hij daarstraks zo boos was, heeft hij nu ook traanoogjes.

Onderweg naar beneden, zie ik onze befaamde ginger lopen. Dit zorgt voor verwarring, want Roel zei net dat er iets was gebeurd. "KOEN! KOEN!" Zonder na te denken, ren ik op hem af. Zijn lichaam is van top tot teen doorweekt. "Gaat het? Ben je oké? Waar was je?" Steeds meer tranen rollen over mijn wangen heen. Ik vouw mijn lichaam om de zijne heen en knuffel hem stevig. Zijn natte kleren maken de mijne ook nat en een koude rilling gaat door mijn lijf, maar het kan me niet schelen. Koen is veilig, soort van. "Het spijt me, het spijt me dat ik je alleen liet..."
"Ja, het gaat. Ik ben oké, denk ik. I-Ik was nog beneden. Een van de bemanningsleden zei dat ik mee moest gaan en dat jullie ook zo werden meegenomen, maar dat was niet zo en toen begon het schip steeds meer te kantelen en ja, nu ben ik hier." Weer laat ik mijn gedachten op automatische piloot gaan en kus ik hem diep. Achter ons hoor ik Milo zijn keel schrapen, echter negeer ik dat en kus ik Koen dieper.

"Oké, uhm- Nu gaan we naar de reddingsboten, want dat hebben we met Roel afgesprok-" Ik kan mijn zin niet afmaken, want het schip kantelt verder, wat er voor zorgt dat we wegglijden. Vrijwel meteen pak ik Koens hand, waarna ik de railing vastpak, zodat we niet vallen. Overal zijn schreeuwen uit paniek te horen. Het schip ligt nu bijna helemaal op haar rechterzijde. "Niet loslaten." Zeg ik streng tegen Koen, wanneer ik zijn hand losjes voel worden. "Laat me godverdomme niet los, Koen!" We bungelen met zijn drieën aan de railing. Althans, Koen bungelt aan mijn hand, Milo en ik hangen aan de railing.

-As the world caves in-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu