05| "Ik hou van je"

439 30 26
                                    

|Donderdagavond - 18:30|

De afgelopen uren heb ik alleen maar nagedacht over Koen en over hoe ik het kan recht zetten. Het is nu halfzeven en het is tijd dat we gaan eten. Gister liep ik samen met Koen richting het restaurant, maar nu loop ik alleen. Gisteren raakten onze handen elkaar heel lichtjes en elke keer weer wilde ik zijn hand vastpakken, maar ik deed het niet. Nu loop ik alleen, zonder Koen naast mij. En dus zonder de kans dat ik zijn hand überhaupt vast kan houden.

Eenmaal in het restaurant ga ik zitten aan onze gereserveerde tafel. Iedereen is er al, behalve Koen. "Koen komt er zo aan," zegt Milo, gelijk kijk ik op naar hem, "dat appte hij net." Zodra Koen hier is, neem ik hem gelijk weer weg van hier. Ik moet met hem praten. "Met wie ben jij naar bed geweest?" Vraagt Milo dan, terwijl hij zijn vinger over een zuigzoen in mijn nek laat gaan.
"Niemand." Ik brom zacht en kijk hem boos aan. "'T gaat je niks aan. Geen één van jullie. Dit is jullie schuld." Ik ben dingen aan het uitkramen zonder na te denken. De tranen die ik al de hele dag aan het inhouden ben lopen over mijn wangen. "Al waren jullie twee vanochtend niet bij ons binnengekomen, dan zou ik geen ruzie met Koen hebben gekregen en dan was hij nu niet weg." Raoul en Robbie kijken me verontwaardigd aan, terwijl Milo juist verward kijkt. Ik schuif mijn stoel weg bij de tafel en wil opstaan en omdraaien om weg te lopen, maar bots tegen ons laatste lid aan; Koen. Gelijk kijk ik hem aan, zijn ogen zijn rood en het is duidelijk dat hij ook gehuild heeft. "En jij moet meekomen, ik ben al de hele godganse dag opzoek naar je." Zonder dat ik hem een keuze geef, pak ik zijn hand en trek ik hem mee richting onze kamer.

Zodra we in onze kamer zijn en de deur hebben gesloten, knuffel ik hem. "Het spijt me." Huil ik, ik probeer hem zo dichtbij mogelijk te trekken en ik wil mijn tranen laten gaan, maar hij trekt zich bij me weg.
"Nee, je hebt het duidelijk gemaakt hoe jij hierin staat. Ik hoef je excuses niet, niet als je het niet meent." Meer tranen beginnen te rollen en mijn onderlip trilt. Ik voel me ontzettend schuldig.
"Maar ik meen het wel, Koen. I-Ik- Ik was gewoon bang dat als de jongens overal achter zouden komen, dat alles mis zou gaan. Ik wilde niet zeggen dat ik Bankzitters belangrijker vind dan hetgeen wat wij kunnen zijn. Ik hou ook van jou, echt waar, heel veel ook." Ik praat aan één stuk door, ik gooi al mijn gevoelens eruit. "Snap je dan niet dat jij de man van mijn dromen bent, Koen? Snap je dan niet dat ik net zoveel voor jou overheb als jij voor mij hebt, misschien zelfs wel meer?" Hij brengt geen woord uit en hij slaat zijn blik neer. Terwijl hij naar de grond kijkt, pakt hij wel voorzichtig mijn hand vast. Vrijwel gelijk vouw ik mijn vingers tussen de zijne, met mijn andere hand laat ik hem weer op kijken. Er staan ook tranen in zijn ogen. "Het spijt me, Koen. I-Ik wilde je niet de indruk geven dat ik er anders over dacht dan dat jij deed..." Lichtjes leun ik naar voren en met mijn vingers onder zijn kin, laat ik hem hetzelfde doen, "ik hou van je, Koen." Mijn stem is niet veel luider dan een fluister, ik voel zijn lippen al lichtjes tegen de mijne aan. Ik druk de mijne tegen die van hem aan en kus hem zacht. Hij gaat er bijna meteen in mee, nadat hij even opgelucht zuchtte. Daarna legde hij zijn handen om mijn middel en ondertussen is onze kus omgeslagen in een gepassioneerde en liefdevolle zoen.

"Ik was gewoon heel bang dat ik je kwijt was," fluistert hij tegen mijn lippen, voordat hij me nog een kusje geeft, "ik hou ook van jou, meer dan je je ooit kan inbeelden." Ik glimlach klein en knuffel hem.
"Mij raak je niet zo snel kwijt hoor." Grinnik ik zacht. Al mijn zorgen zijn weg, althans, de meeste zijn weg. Waarschijnlijk gaan die andere me nog wel dwarszitten, maar daar wil ik nu niet aan denken. "Al helemaal niet na gisteravond." Ondanks dat we hier staan te janken als twee wijven, kriebelt mijn buik van de vlinders en is mijn geluk niet meer weg te halen; Koen houdt van me. Hoe ik ervoor heb gezorgd dat zo'n geweldige jongen ook van mij houdt is een groot raadsel voor mij, maar het is niet een raadsel dat ik wil oplossen. Hij is van mij en ik ben van hem, dat is het belangrijkste. "Maar alles is dus weer goed?" Hij knikt klein en kust me daarna weer zacht, dit laat me glimlachen tegen zijn lippen aan.

-As the world caves in-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu