08| As the world caves in

374 28 48
                                    

|Zaterdagnacht - 00:05|

Het schip is gezonken, 'it went down like the Titanic, of niet, Blondie?' Had Koen waarschijnlijk gezegd met een klein grijnsje. Helaas zegt hij dat niet, onze laatste lid, een van onze beste vrienden, mijn lieve vriendje is weg, verdronken. Puur omdat ik zijn hand niet op tijd greep. Het is mijn schuld.

We varen richting de plek waar het schip net was en omdat de stroming nu weg is, kan dat veilig. "We're looking for survivors. If you see one, tell us. We will pull them in." Het is vrij egoïstisch wat ik ga doen, maar toch ga ik het doen; ik ga kijken of ik Koen kan vinden. Zo ja, dan spring ik het water in. Ik moet hem gedag kunnen zeggen. Zo niet, dan heb ik het op z'n minst geprobeerd.

Elk lichaam dat ik zie inspecteer ik goed, maar geen een is Koen. Ik begin een beetje de hoop op te geven. Dat is, totdat ik Robbie hoor fluisteren. "Dat is Koen..." Hij fluisterde het tegen Milo en Roel, maar het viel mij gelijk op. Mijn oren spitsen zich gelijk en ik kijk op naar Robbie. De hoop die ik net verloor is weer terug.
"Wat? Waar? Wie is Koen? Welke?" Ik trek mezelf uit Raouls grip en kijk over de rechterkant van het reddingsbootje heen, en ja hoor. Daar ligt hij, verkrampt, koud, verwond op een stuk van een bed. Niet zo voorzichtig stommel ik het bootje uit en duik ik het water weer in. Ik hoor Raoul, Robbie en Milo me nog naschreeuwen, ook de 'kapitein' van dit bootje schreeuwt nog iets naar mij, maar het kan me niet schelen. Ik moet naar Koen.

In een snel tempo zwem ik door het koude, snijdende water. Ik haal snel een hand door mijn haar, zodat dat niet meer op mijn gezicht plakt. Het duurt  niet lang of ik heb Koen bereikt. "Koen?" Zeg ik zacht, maar hij reageert niet. Met mijn voeten duw ik het water weg, zodat ik op dezelfde plek kan blijven zwemmen. Dit doe ik, zodat ik met mijn hand zijn haar uit zijn gezicht kan vegen. Er zit een grote, bloederige plek. Zo te zien is hij ergens toen het schip zonk op zijn hoofd geraakt door iets. "Koen, liefie?" Voorzichtig pak ik zijn pols vast, hij is ijskoud, maar niet hard, zoals je zou verwachten bij iemand die is overleden. Natuurlijk gebeurt dat vaak over tijd, want hoe langer een lijk ergens ligt, hoe harder het wordt, maar omdat het hier zo koud is dacht ik dat hij ook wel bevroren zou zijn en dat hij dus gestorven zou zijn aan hypothermie. Ik leg mijn vingers op zijn pols, op een slagader. Terwijl ik dit doe, probeer ik mijn hoop niet te hoog te krijgen. Er is nog een hele grote kans dat hij wel overleden is.

Zacht en langzaam voel ik zijn hart kloppen in de ader. Een kleine glimlach siert mijn lippen. "Als je me kan horen, beweeg dan alsjeblieft lichtjes je hand." Zijn vingers krullen lichtjes naar de binnenkant van zijn palm, niet veel en niet ver, maar ze doen het wel. Hij leeft, Koen heeft het overleeft. "Goed zo." Ik moet mijn best doen om mijn vreugde te onderdrukken, het is namelijk helemaal geen blij moment, maar toch ben ik blij. Blij dat hij het heeft overleeft. "Ik ga je meenemen naar het bootje. Kan je meezwemmen?" Hij reageert niet, waarschijnlijk omdat zijn stembanden te koud zijn. "Uhm... Beweeg je vingers als je mee kan zwemmen." Zijn vingers bewegen niet, wat dus betekent dat ik hem mee moet helpen. "Oké, ehm," voorzichtig maak ik hem los van het bed frame, waarna ik hem tegen me aantrek, "niet schrikken, ik ga schreeuwen." Ik hou zijn oren lichtjes dicht, waarna ik begin te schreeuwen om hulp. "HIER! WE ZIJN HIER! ALSJEBLIEFT, HELP ONS!" Mijn stem slaat lichtjes over, waarschijnlijk van de kou. Echter werkt mijn geschreeuw wel, want het bootje keert om en vaart richting ons.

"A-Alsjeblieft," hoor ik zachtjes aan mijn linkerkant. Ik draai me om daarheen en zie een vrouw van middelbare leeftijd, "help me..." Ze ligt op iets wat niet meer te herkennen is, maar het is waarschijnlijk ijskoud, gezien het van ijzer is gemaakt.
"Hulp komt eraan, mevrouw." Zeg ik tegen haar. Het is echt niet eerlijk, waarom heb ik de kans gekregen om te overleven, terwijl zij allemaal van het schip af zijn gevallen en zijn onderkoeld, zijn gestorven aan een klap op het water of aan hypothermie? Daarnaast, laten we niet de mensen vergeten die in hun kamers zijn gebleven. Die zijn gestorven aan druk. De druk op die muren is namelijk alleen maar toegenomen, naarmate er meer water in kwam. Wat betekent dat de muren zijn ontploft, wat betekent dat de mensen of werden overspoeld met water, of ze zijn uit elkaar gespat door de druk. Het is niet eerlijk.

Het duurt niet lang of het bootje is naast ons. Ik zorg ervoor dat ze eerst Koen veilig daar hebben, daarna help ik de vrouw het bootje in en als laatste word ik erin getrokken. "Jij bent echt gestoord, Matthyas!" Robbie geeft me een zachte tik op mijn achterhoofd, waarna hij me in een knuffel trekt. Ook Milo en Raoul mengen zich in deze knuffel en ik kan niet anders dan terug knuffelen. Koen en de vrouw krijgen handdoeken, ze worden geholpen door iemand van de bemanning.
"Ja, dat klopt. Misschien ben ik dat wel een beetje, maar zodra het op Koen aankomt, zou ik alles doen." En daar houd ik het bij. Ik zou alles voor Koen doen, zoals ik zei; al zou de wereld in elkaar storten, ik ga door. Voor Koen.

Deze avond had onze laatste avond kunnen zijn dat we allemaal nog leefde, deze avond had de avond kunnen zijn dat de wereld in elkaar stortte. Dat mijn wereld in elkaar stortte... Toch was ik dan doorgegaan, want zelfs als de wereld instort, ga ik door voor Koen. Met Koen in gedachten en met Koen in mijn hart. 

-As the world caves in-Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu