Hoofdstuk 3

19 6 0
                                    

POV van Noa

Ik zat te tekenen totdat ik werd gebeld. Ik nam op en het bleek de politie te zijn. 'Wat? Ik kom er meteen aan.' Ik pakte mijn jas en ging naar het politiebureau. Ik liep binnen en zag Roy met zijn 5 vrienden voor de bureau staan van de politieagent. Hij is onze kennis dus dat is goed. 'Deze jongens hebben ruzie gekregen. We moeten nog veel serieuze zaken met ze doen.' 'Wat bedoelt u met serieuze zaken? Ze zijn nog kinderen.' 'Maar wat ze deden was helemaal niet kinderlijk.' 'Het is niet onze schuld Noa. We hadden de camera gevonden en wilden het aan hem geven. Maar toen begon hij te zeggen dat we dieven waren enzo. Hij viel ons aan.' zei de broertje van Nikki. 'Wij gaan thuis heeeel lang praten over dit.' zei ik tegen Roy. 'Als de man met wie ze ruzie kregen zijn klacht niet terug trekt, zullen ze straf krijgen.' 'Meneer, kan ik niet met hem praten? Misschien neemt hij zijn klacht dan terug.' Hij schudde zijn hoofd. 'Ik denk van niet.' 'Ik kan het wel proberen? Kan je zijn informatie geven?' 'Ik wil je niet breken, maar het is verboden om zijn informatie te geven.' Ik keek naar beneden en toen stond hij op en schoof zijn blad met de informatie van de man naar me toe. 'Ik weet hier niks van.' En hij liep weg. Ik glimlachte, pakte een pen en schreef de nummer van de man op mijn hand.

Ik was met Roy naar huis aan het lopen. 'Ik snap echt niet hoe je zoiets hebt gedaan Roy.' 'Ik zweer ik heb niks gedaan Noa. Ik wilde de camera gewoon geven, alleen ze luisterden niet naar mij.' 'Waarom zei je dat dan niet bij het politiebureau.' 'Het past toch niet bij mij om mijn vrienden te verklikken.' 'Maar past straf bij je dan?' 'Krijgen we echt straf? Mijn voetbal leven zal vernietigd worden.' 'Natuurlijk krijgen jullie straf.' 'Zeg het alsjeblieft niet tegen mama.' 'Roy als ik niet wist dat ze heel verdrietig zou worden zou ik het al vertellen. Maar als ze hoort dat we net van het politiebureau afkwamen zal het echt erg worden.' 'Zorg er alsjeblieft voor dat die man zijn aangifte terugneemt.' Ik zuchtte. Ik word echt gek van kinderen.

× Volgende ochtend ×

POV van Dylan

Ik was bezig met de project en stond recht buiten het voetbalveld. Net toen Lucas aankwam met zijn auto, werd ik gebeld. Ik nam op. 'Hallo?' 'Goede ochtend. Sorry dat ik u zo vroeg stoor.' 'Wie bent u?' Het was duidelijk een vrouw, maar ik kon het niet zo goed horen. 'Ik ben de zus van een jongen van een ruzie van gisteravond. Is het mogelijk om even te ontmoeten?' 'Nee dat is het niet. Bel me alsjeblieft niet meer.' Ik legde mijn mobiel in mijn zak en liep naar de jongens, inclusief Lucas. We praatten een beetje over de ruimte hier in dit dorpje. En toen kreeg ik een berichtje. Ik pakte mijn mobiel weer en las het berichtje. 'Ik snap dat u nog steeds boos bent, alleen het is heel belangrijk om elkaar even te spreken. Voor 5 minuten?' 'Nee.' typte ik terug. Lucas liep even weg. Toen ik naar hem toe liep, zag ik dat hij zat te praten met dat ene meisje. 'Laat me jullie even voorstellen. Dit is Dylan, mijn partner, we zijn samen de eigenaren van het bedrijf.' Toen ze mij zag, werden haar ogen weer groot. 'Partner?' 'Dit is Noa, de vriendin van Britt.' zei hij tegen mij. 'Wij kennen elkaar al.' zei ik. 'Van waar?' vroeg Lucas. 'We beleefden een kleine telefoon crisis.' 'Volgens mij verwart u mij met iemand anders. Ik ben u nooit tegen gekomen.' 'Uhh Dylan, Noa is niet de soort meisje waar jij gewend aan bent.' Waarom gelooft iedereen dat kreng? Lucas werd geroepen door één van de andere mannen en hij liep naar ze toe. Noa en ik waren over. 'Ben jij ziek ofzo? Of je hebt een vergeetachtig ziekte, of een geestelijk probleem. Waarom zeg je elke keer dat je me niet kent?' 'Waarom is het belangrijk voor je om me te kennen dan?' Lucas kwam er weer aan. 'Gaan jullie echt het voetbalveld verwoesten Lucas? Er voetballen heel veel kinderen daar.' 'Noa, zoals je weet ben ik hier ook opgegroeid, dus zo leuk vind ik het ook niet. Maarja.' 'En het huis van een buurvrouw dan? Wordt die ook verwoest?' 'Hoewel je het niet herinnert, ik werk daar al aan sinds onze vorige praatje. En ik denk dat ik er een oplossing voor kan vinden.' zei ik. 'Echt?!' 'Ha! Dus je herinnert me wel?' 'Je zei dat alleen om te laten zien dat je gelijk hebt toch?' vroeg ze pissig en ik knikte. 'En het huis boeit je echt niet?' 'Precies.' 'Vind je jezelf heel slim ofzo?' 'Het is duidelijk dat ik tenminste slimmer ben dan jij.' 'Jongens, zijn jullie er zeker van dat jullie elkaar nog nooit eerder hebben gezien? Misschien hebben jullie stiekem verkering?' 'Nooit.' zeiden we tegelijk.


× Alles overgeslagen tot de avond ×


Ik was onderweg naar het café van mijn vriend, Mike. En toen werd ik weer gebeld door de vrouw die me al de hele dag belde. Ik nam op. 'Ik stop niet met bellen tot we elkaar zien.' 'Wilt u dat ik ook een klacht indien voor u?' 'Alstublieft, u kunt de toekomst van een kind verpesten. Had u geen jeugd?' 'Jawel, maar ik bracht mijn jeugd niet door, door mensen te slaan.' 'Ik wacht u op in de park voor uw huis.' 'Wat? In de park? Hoe heeft u mijn adres gevonden?' 'Het is echt belangrijk. Ik wacht hier tot u komt.' Ik eindigde het gesprek. 'Deze vrouw is echt gek.' Ik kwam aan bij het café en zag Lucas aan het lachen met Mike. Ik liep naar ze toe en zat op het stoeltje naast Lucas. 'Waarom lachen jullie?' 'Dus ze hebben je moeilijk van hun afgekregen?' vroeg Mike. Oh nee. Ik had gister na het politie gedoe aan ze vertelt dat ik een gevecht had met 18 jarige jongens. 'Volgens mij bedoelde je dat de agenten je moeilijk van de kinderen af hebben gekregen.' 'Maar er waren wel ongeveer 15 van ze. Nou, 10 dan.' 'Weet je wel wie die kinderen waren? De broertjes van Nikki en Noa en hun vrienden. Noa was degene die je steeds belde.' 'Was Noa degene met wie ik praatte?' Lucas knikte. Waarom blijft dat mens niet weg van mij?


Ik liep naar de park voor mijn huis en zag Noa. Ze praatte in d'r zelf. 'Ik moest weten dat hij het was door zijn stomme stem. Egoïstisch man.' Dus ze is er ook achtergekomen? 'Ik kan hem niet nog een keer bellen. Is hij er al achter gekomen dat ik het was? Hij is vast nu heel blij. Ik ga hem niet meer bellen. Wat er ook gebeurt. Maar ik moet hem bellen. Nee, dat kan niet.' Ik pakte mijn mobiel en stuurde haar een berichtje. 'Ik heb ervoor besloten om te praten.' stuurde ik. Ze las het. 'Waarom is hij van mening verandert? Is hij er misschien erachter gekomen?' 'Maar onder één voorwaarde..' stuurde ik. Ze las het en stuurde iets terug. 'En dat is?' 'U moet een fluwelen pyjama jurkje dragen.' stuurde ik. Toen ze het las stampte ze boos op de grond. 'Hij weet het. Hij weet dat ik het ben!' 'Ik wacht morgen op u in mijn kantoor om 12 uur in de middag.' Ze sloeg een boze kreet en liep weg.


× Volgende middag ×


POV van Noa


Ik liep de kantoor van Dylan binnen. 'Ben je beschikbaar?' 'Ja, maar ik weet niet wie u bent.' 'Dus is het nu jouw beurt om te zeggen dat je me niet kent?' 'Precies.' Hou je in Noa, hij probeert je gewoon gek te maken. Ik zat op de stoel voor zijn bureau. 'Het spijt me dat ik zo deed. Ik beloof dat dat gaat nooit meer gebeuren.' 'Hoe moet ik weten of je je aan je belofte houdt? Volgens mij zou je komen met je fluwelen pyjama jurkje aan?' 'Was je serieus?' 'Ja. Zonder dat je dat aan hebt ga ik nooit met je praten. Daarom is dit gesprek nu voorbij.' Hij werkte verder. Pff. Ik stond op en knoopte de knopen van mijn jas los. Ik had eronder mijn pyjama aangetrokken want ik wist niet zeker of hij echt serieus was. Hij keek op en leunde terug in zijn stoel. 'Dus je hebt je wraak genomen.' Ik knoopte mijn jas weer vast. 'Als je het niet leuk vindt om hier te zijn..' 'Nee, nee ik vind het super leuk.' Ik zat weer op de stoel. 'Ga je je klacht nou terug trekken?' 'Waarom heb je zo'n haast? Wil je koffie of thee?' 'Nee, dankje.' 'Oke, wat je wilt. Ik moet eventjes nog werken, en daarna praten we wel verder.' 'Oke, wat jij wilt.' Ik liep naar het raam en keek naar buiten. Er was een perfecte uitzicht vanaf hier. Eén minuut later liep ik naar het bureau van Lucas. Ik pakte een foto van hem en Britt en staarde er gewoon naar. Hij is zo lief... en knap. Toen stond Dylan op en pakte zijn jas. 'Ik had nog een vergadering, ik ben het vergeten. Ik zie je later.' Hij liep zijn kantoor uit en ik liep achter hem aan. We liepen naar buiten. 'Waarom ga je opeens weg? We zouden toch gaan praten?' 'Ik ga je wat vragen.' 'Vraag maar.' 'Jij bent verliefd op Lucas toch?' 'Wat?' 'En hij weet het niet.' Net toen ik iets wou zeggen, hoorde ik een autodeur dicht klappen. We keken opzij en zagen Lucas. Dylan keek naar me alsof ik nu wel moest vertellen dat ik verliefd op Lucas ben. Shit.


FLAWLESSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu