1

119 2 0
                                    

"Hallo!" hoorde ik een lachende stem naast me zeggen. Verschrikt keek ik op. Naast mij reed een jongeman op een oranje fiets. Ik was diep in gedachten verzonken terwijl ik terug wandelde van de supermarkt. De boodschappentas hing loodzwaar aan mijn schouder en ik was net nog even de boodschappenlijst aan het dubbelcheckken. De laatste tijd vergat ik altijd wel iets mee te nemen van de winkel.

"Jij bent toch de mama van Noah?" grijnsde de bestuurder van de fiets. Het was toen dat het mij begon te dagen waar ik hem van kende.

"Pieter," lachte hij terwijl hij naar zichzelf wees.

"De zwemleraar van Noah," vulde ik hem aan terwijl ik nu zelf ook moest lachen. Een blos verspreidde zich langzaam maar zeker over mijn wangen. Ik voelde zelfs de tippen van mijn oren rood kleuren.

"Het is niet dat ik je al vaak volledig aangekleed heb gezien," grinnikte ik en beet toen snel op mijn onderlip. Had ik dat er net uit geflapt?! Maar het was wel zo. De keren dat ik deze jongeman had gezien kon ik tellen op de vingers van mijn twee handen en als ik hem dan had gezien, had hij altijd een zeer strakke Speedo gedragen. Zo ééntje die niets aan de verbeelding over liet.

Zag ik nu een blos verschijnen op zijn wangen?! Geweldig. Zorg er anders even voor dat de zwemleraar van je zoon zich ongemakkelijk voelt. Dat zal tijdens de volgende zwemles weer voor een paar interessante situaties zorgen.

"Sorry, dat was ongepast om te zeggen," fluisterde ik zachtjes en keek naar de neuzen van mijn schoenen. Heel even bleef het stil, maar toen volgde er een bulderende lach. Opnieuw keek ik op. Hij had zijn hoofd in zijn nek gegooid en was hartelijk aan het lachen.

"Kijk, je hebt geen ongelijk," grinnikte hij uiteindelijk en pinkte een traantje weg. Ik durfde hem niet recht in de ogen te kijken, omdat ik me nog steeds schaamde dat ik dat luidop had gezegd. Snel verplaatste ik de tas op mijn schouder. Het gewicht van de boodschappen begon door te wegen en ik moest nog een eindje stappen.

"Kan ik je daarmee helpen?" vroeg Pieter terwijl hij naar de tas wees.

"Ooh nee, joh, hoeft niet," wuifde ik hem weg. Hij wees naar de bagagedrager op zijn fiets.

"Het is geen moeite," zei hij zachtjes. Ik beet op mijn onderlip. Het zou me heel wat tijd en energie besparen, moest hij de boodschappen tot bij mij thuis brengen. Laatst had ik nog een week rondgelopen met een blauwe plek op mijn schouder, daar waar de band van de tas in mij had gesneden. Ik gaf schoorvoetend toe en gaf hem de tas. Hij bond die vakkundig vast op zijn fiets.

"Leid de weg!" zei hij grinnikend en nam de fiets aan de hand. Ik zette een eerste stap en ademde zachtjes uit. Ik hoopte dat de blos mijn wangen intussen had verlaten, maar wist het niet helemaal zeker. Mijn hart leek sneller te kloppen dan normaal. Wat was hier toch aan de hand?

De zwemleraarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu