2

77 1 0
                                    

"Vertel eens," begon ik, "hoe ben je zwemleraar geworden?"

Small talk. Het was nooit mijn sterkste kant geweest, maar ik kon het wel. Jaren had ik er op geoefend met klanten om hén gerust te stellen voor ze aan een gesprek met mij begonnen. Ik kon perfect vijf minuten over het weer praten, over een nieuwsfeit of over hun kinderen die ik absoluut niet kende. De kunst van small talk kwam er op neer om de ander over zichzelf te laten praten, want mensen houden er nu éénmaal van om over zichzelf te praten. Het werkte keer op keer en stelde hen op hun gemak.

"Ik heb jaren competitie gezwommen. Uiteindelijk ben ik ermee gestopt omdat ik nood had aan meer ademruimte, maar ik wou nog altijd iets doen met zwemmen. Dus ben ik zwemleraar geworden. Ik kan mijn uren zelf kiezen en kan mijn liefde voor het zwemmen doorgeven aan een volgende generatie waterratten,"

Noah was zo'n waterrat. Daarom had ik hem willen inschrijven voor zwemlessen. Helaas was er overal een gigantische wachtlijst voor zwemclubs dus uiteindelijk was ik uitgekomen bij privé-zwemlessen. Pieter was niet de vaste zwemleraar van Noah. Af en toe kwam hij terecht bij één van de andere zwemleerkrachten, maar Pieter was wel zijn favoriet. Ik denk dat hij de favoriet was van vele andere kinderen. Ik zag hem regelmatig met een kind door de lucht gooien onder de noemer "watergewenning". Maar ook bij moeders was hij ongetwijfeld een favoriet, want pfoeh, die brede zwemmerschouders, de pezige, gespierde armen en de lange benen waren een streling voor het oog.

Shit, waarom moest ik weer denken aan Pieter in die strakke Speedo? Mijn wangen kleurden opnieuw rood.

"En wat doe jij?" hoorde ik hem vragen terwijl ik nog even genoot van het beeld dat op mijn netvlies danste. Ik schraapte snel mijn keel.

"Ik ben data analyst, maar op freelance basis. Bedrijven komen bij mij met data waaruit ik dan verschillende analyses kan trekken die zij kunnen meenemen naar bijvoorbeeld hun marketing teams of hun research en development teams en..."

Ik zag hoe Pieter mij met grote ogen aankeek en wilde me bijna verontschuldigen. Hij schudde zijn hoofd vol ongeloof.

"Dat had ik eigenlijk niet verwacht," grijnsde hij.

"Wat?" vroeg ik verbaasd, "Dat ik..."

"Dat je iets serieus doet," grinnikte hij, "Of toch iets dat heel belangrijk klinkt. Je lijkt me een chille mama vandaar dat ik dacht dat je... iets anders deed. Vraag me niet wat, maar gewoon... iets anders,"

Nu was het mijn beurt om te lachen. Ik had vaak genoeg opmerkingen gehad over hoe mijn uiterlijk niet echt aansloot bij mijn beroep. Bij sommige nieuwe klanten duurde het soms wat langer voor ze me vertrouwden omdat ik niet paste in hun beeld van een data analyst. Ik was geen nerderige man in een stoffig pak. Alleen konden ze niet anders dan mij vertrouwen, want ik had de reputatie van één van de beste data analysten te zijn in het land. Cijfers vertelden mij steeds opnieuw een verhaal en ik kon dat verhaal perfect doorgeven aan de bedrijven in kwestie. Een data analyst die ook nog eens goed kon communiceren, de droom van iedere CEO.

"Ik doe het heel bewust als freelancer, want ik denk niet dat ik ooit nog voor een baas zou kunnen werken. Vooral niet omdat ik er alleen voor sta met Noah,"

Wel dat floepte er ook weer uit. Ja, ik was alleenstaande mama. Dat was niet altijd even makkelijk geweest, maar nu Noah bijna zes werd, begonnen we steeds meer en meer onze draai te vinden. Soms miste ik een partner aan mijn zij, maar we redden ons, wij tweetjes tegen de wereld. Moest ik de kans krijgen om alles opnieuw te doen, zou ik éxact dezelfde keuzes maken die me op dit punt hadden gebracht. Alleenstaand, ja, maar met een heerlijke zoon die mijn leven stukken interessanter maakte.

Pieter ging niet meteen dieper in op wat ik hem net had verteld. Meestal hadden mensen meteen de nodige vragen als ik aankondigde dat ik er alleen voor sta. Was het een bewuste keuze om alleenstaande moeder te worden? Waar is de vader van Noah nu? Wie is hij? Wat is er gebeurd? Ik zag hem vanuit mijn ooghoeken even naar mij kijken, maar de vragen hield hij wijselijk voor zichzelf.

"Daar wonen we," zei ik en wees naar het rijtjeshuis met de gele deur. Ik mocht dan wel een job hebben die door de meeste mensen afgeschreven werd als oersaai, maar ik hield er van om mijn omgeving én mezelf op te vrolijken met kleur. We wandelden tot bij de deur. Pieter haalde mijn boodschappentas van zijn bagagedrager en zette ze neer aan mijn voeten. Hij leunde zachtjes tegen zijn fiets terwijl ik mijn sleutel in het slot stak.

Moest ik hem binnen vragen? Hem iets te drinken aanbieden om hem te bedanken? Hoe ging dit? Waarom voelde dit zo awkward aan?!

"Wel," hoorde ik Pieter achter me de ongemakkelijke stilte doorbreken. Ik draaide me om en zag hem met zijn hand door zijn haar gaan. Die schouders. Die armen. Ik kon mijn ogen er niet af houden. Hij keek me glimlachend aan.

"Het was fijn je tegen te komen," zei hij "En we zien elkaar zaterdag voor de zwemles,"

"Juist! Zaterdag!" lachte ik, "Nog een keertje bedankt voor de hulp,"

Ik wilde net de boodschappentas op pakken toen hij zich naar me toe boog en me op de wang kuste. Het was een eenvoudige begroeting, zo'n kus. Het was zo'n kus die ik gaf aan vriendinnen, familie en soms zelfs aan klanten waarmee ik al langere tijd samenwerkte. Het stelde niets voor. Absoluut niets. Maar waarom leek het dan alsof de lucht rondom ons knetterde met elektriciteit?

Hij sprong op zijn fiets, keek nog even om en reed toen de straat uit op zijn oranje fiets. Ik bleef nog een paar tellen aan de grond genageld staan, de boodschappentas half in mijn handen. Dit was foute boel. Foute. Boel.

De zwemleraarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu