13.

348 15 11
                                    

Iemand voor me.
Vaag heb ik het door.
Handen op mijn schouders.
Vaag heb ik het door.
Een stem.
Vaag heb ik het door.
Maar ik kan niet plaatsen wat er gezegd wordt.

~

Nog steeds adem ik snel en hoog. Nog steeds klopt mijn hart in mijn keel. Alles draait al minutenlang. Het verstikkende gevoel blijft. Langzaamaan word ik steeds misselijker.

Tranen stromen over mijn wangen. Ik heb het niet door. Iets veegt ze weg. Ik weet niet wie het is? Niks dringt tot me door.

~

Steeds moeilijker adem ik. Steeds meer moeite kost ademhalen. Er komen gekke geluiden uit mijn keel of mond of ergens waar lucht in hoort te komen.

Ik hoor mezelf hijgen. Probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen. Ik kan het niet.

~

"Hey Matthyas hoor je mij?" Een vage stem. Niet duidelijk wat hij zegt.

Een hand voor mijn gezicht. Het maakt mijn blik iets scherper. Ik zie Raoul. Hij glimlacht, merkend dat ik eindelijk door heb wie er voor mij zit.

Zijn handen gaan naar mijn handen, tillen mijn armen op en leggen mijn handen op mijn buik. "Nu ademen naar je handen toe. Diep in door je neus en uit door je mond. Toe maar, je kan het." De stem klinkt vertrouwd. Het klinkt alsof er iets gezegd wordt wat echt zou kunnen helpen.

Na minuten-, voor mijn gevoel urenlang, krijg ik eindelijk weer lucht. Eindelijk word ik weer wat rustiger. Dankzij hem.

~

"Wat gebeurde er?" Bang om mezelf weer volledig kwijt te raken, haal ik alleen maar mijn schouders op. Hij blijft me aankijken zonder iets te zeggen. Ik verzamel moed om alles te vertellen, maar ik weet niet of ik het kan. Ik ben zo bang om nog iemand in vertrouwen te nemen.

~

In het begin dacht ik dat we vrienden konden worden.
Ik dacht het oprecht. 

We zaten in de eerste klas, de brugklas. Het schooljaar begon met een kennismaking met je mentor en je klas. Sommige kenden elkaar al van een vorige school, sommige niet. Ik kende niemand. Ik keek mijn klas rond. Drie jongens stonden naast elkaar. Eentje was nog best wel klein vergeleken de rest van de klas, eentje had wat roder haar en de andere was juist heel erg lang.

De kleinste keek naar mij en glimlachte. Ik glimlachte terug, niet wetende dat hij uiteindelijk de rest van de klas tegen mij zou zetten. En vooral niet wetende dat hij samen met de andere twee jongens zo ver zou gaan. 

~

Voor het eerst verlang ik naar mijn moeder.
Voor het eerst in tijden verlang ik naar een knuffel van haar.
Voor het eerst verlang ik er naar dat ze tegen mij zegt dat het goed komt, dat ik het aan kan, dat ik sterk moet blijven en vooral dat ze van me houdt.

Ik wil vooral horen dat ze van me houdt.

------------------------------------------------------------------------------------------------

Ik heb issues denk ik. Ik ben aan het huilen door mijn eigen geschreven tekst. 

Maar goed, jullie ptss patiënt (volgens jullie) heeft weer geschreven, misschien schrijf ik nog een deel xx

Donker // BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu