Hoofdstuk 12 ~ Eva

31 2 2
                                    

A/n jaaa ik ben er weer! Ik kan nu wel allemaal smoesjes gaan vertellen over waarom ik zo lang niet geschreven heb, maar daar hebben jullie ook niks aan. Dus wees maar gewoon blij dat ik nu wel verdergeschreven heb en veel plezier met lezen :)

De man keek ons aan en zei vragend: "Hallo?" Hij herkende Tessa niet eens. Blijkbaar was het dus een erg vage kennis.
"Sebastiaan? Ik ben Tessa. Je sprak wel eens af met mijn ouders," zei Tessa.
"Oh, ja! Nu herken ik je weer! Het is wel een tijd geleden dat ik jullie heb gezien, zeg. Wat ben je gegroeid!" zei de vage kennis die blijkbaar Sebastiaan heette. "En wie zijn deze twee meiden?"
"Dit zijn Coco en Eva," zei Tessa terwijl ze ons één voor één aanwees. "Twee vriendinnen van mij."
Vriendinnen? Vast. Je kent ons ook al zo lang. Ik mocht Tessa nog steeds niet. Tessa die een arm om Coco's schouder sloeg toen ze last had van haar trauma, alsof ze elkaar al jaren kenden. Eh, sorry hoor, maar wie is hier haar beste vriendin? Ja, ik, inderdaad. Dus toen Tessa naar Coco's trauma vroeg had ik ook géén zin om het uit te leggen. Ze deed veel te lief voor Coco. Het voelde alsof Tessa mijn beste vriendin afpakt. Dat had ik al eens meegemaakt en wilde ik niet nog een keer.
Ik schrok op uit mijn gedachtes toen ik merkte dat er een hand naar me uitgestoken was. Snel schudde ik hem.
"Hoi Eva, ik ben Sebastiaan," zei Tessa's vage kennis.
"Hoi," zei ik een beetje droog terug. Ik keek Coco aan en ik wist dat we allebei hetzelfde dachten: 'socially awkward!'. We schoten tegelijk in de lach en Tessa keek ons verrast aan.
"Sorry," zei Coco. "Dat gebeurt wel vaker."
"Is niet erg," zei Tessa.
"Dus, waarom zijn jullie hier eigenlijk?" vroeg Sebastiaan. "Niet dat ik het erg vind hoor."
Tessa keek even twijfelend naar ons. Toen zei ze: "We hebben een plek om te slapen nodig. En eten zou ook fijn zijn."
"Héél fijn," zei ik, aangezien ik mijn maag aardig hard hoorde rommelen. Hopelijk had niemand dat verder gehoord.
"Waarom willen jullie dat? De slaapplek, bedoel ik, want waarom jullie willen eten is te horen," zei Sebastiaan en hij keek me lachend aan. Ik werd rood en Coco en Tessa begonnen te lachen. Na een tijdje lachte ik ook mee.
"Wat zijn jullie leuke vriendinnen, jullie lachen de hele tijd!" zei Sebastiaan, waardoor we alleen nog maar harder moesten lachen.
"Maar goed, eten gaat lukken," zei hij hierna. Hij leek zijn vorige vraag al vergeten te zijn. "Ik vind het ook goed als jullie een nachtje blijven slapen, maar ik heb niet genoeg bedden. Ik heb wel een luchtbed, en misschien kan iemand op de bank slapen. Als jullie dat niet erg vinden, kunnen jullie hier gerust logeren!"
"Top!" zei Tessa. Coco en ik bedankten Sebastiaan snel en liepen toen achter hem aan naar binnen. We kwamen in een kleine gang en deden onze jas en schoenen uit. Het eerste dat opviel binnen was de heerlijke geur die uit de keuken kwam.
"Ik was toevallig net aan het koken," zei Sebastiaan.
"Het ruikt super lekker!" zei ik. Sebastiaan glimlachte.
Toen we naar de keuken liepen keek ik snel in de pan die op het fornuis stond. Spaghetti... Daar had ik nou echt zin in. Mijn buik rommelde nog harder. Ik liep met een rood hoofd snel weer door naar de woonkamer, waar de anderen inmiddels ook waren. Sebastiaan zei tegen ons dat we op de bank konden gaan zitten tot we gingen eten en daar zaten we stilletjes te wachten. Niemand wist echt waar we het over konden hebben. Het onderwerp 'Maite' durfden we alledrie niet aan te snijden. Ik wist sowieso niet eens of Sebastiaan het wel mocht weten van Tessa, en ik wilde er eigenlijk gewoon even niet aan denken. Dat was alleen niet echt mogelijk, op deze zoektocht naar Maite, en het lukte dus ook niet.
We zaten allemaal in gedachten verzonken en schrokken dus ook alledrie op toen Sebastiaan borden pakte in de keuken.
"Moeten we helpen?" vroeg ik toen hij de kamer in kwam lopen met de vier borden in zijn hand.
"Nee hoor," zei Sebastiaan. "Hé, wat drinken jullie altijd bij het eten?"
"Ik drink altijd water," zei ik. Tessa knikte een beetje en Coco zei: "Dat verschilt."
"Ik zet wel gewoon een kan water op tafel," zei Sebastiaan.
Toen de tafel gedekt was en we aan het eten waren vroeg hij waarom we hier nou eigenlijk wilde slapen. "Ik had het net volgens mij al gevraagd, maar geen antwoord gekregen."
"Nou..." zei Tessa. Ze zuchtte en ging toen verder. "We zijn op zoek naar hun vriendin," ze knikte naar Coco en mij, "want... ze is vermist. Al een paar dagen."
"Ze is vermist?" vroeg Sebastiaan verbaasd. Maar ik zag iets aan zijn blik... Het was niet het goede soort verbaasd. Niet geschokt-verbaasd, meer ik-dacht-dat-ik-de-enige-was-maar-blijkbaar-niet-verbaasd. Dus keek ik hem vragend aan en hij vertelde: "Mijn vrouw is ook vermist. Al een tijdje. Volgens mij zijn er meerdere mensen vermist geraakt de laatste tijd... Maar ik kan er maar geen verband tussen leggen. Jullie mogen hier blijven tot we erachter komen wat er is gebeurd, oké? We gaan samen onze dierbaren redden!"
"Dank je wel!" zei ik, net als Coco en Tessa.

Die nacht sliep ik slecht. Ik lag op het luchtbed op de grond naast de bank, waar Coco op sliep. Tessa lag boven in de logeerkamer in het bed. Terwijl ik lag te woelen in mijn slaapzak dacht ik na over alles dat deze week gebeurd was. Het was gewoon zo veel. Ik vroeg me af of iemand op de flyers had gereageerd vandaag. Ik pakte mijn mobiel- maar legde hem toen weer weg. Ik wilde de bezorgde berichtjes van mijn ouders en zus helemaal niet zien. En al helemaal niet de boze. Want ik had geen idee hoe ze gereageerd hadden op mijn blaadje op de tafel. En ik wilde het ook eigenlijk helemaal niet weten.
Opeens hoorde ik de trap kraken. Ik was eerst bang dat er een inbreker in het huis was en ging zo liggen dat ik meteen op kon springen als het moest, maar toen zag ik Sebastiaans slaperige hoofd achter de deur vandaan komen. Opgelucht haalde ik weer adem, want ik kwam erachter dat ik die ingehouden had.
"Oh, sorry, ik wilde je niet wakker maken," zei Sebastiaan.
"Heb je niet gedaan, ik was al wakker," fluisterde ik terug.
"Je hebt mij wel wakker gemaakt," zei Coco met een ietwat chagrijnige ondertoon vanaf de bank.
"Het spijt me. Maar ik moest gewoon even naar beneden. Ik kon niet stoppen met denken over de vermissingen. Ik heb er al een tijdje onderzoek naar gedaan en een aantal kranten verzameld waar andere verdwenen mensen in staan. Ik wilde er weer even in kijken."
"Ik wil helpen!" zei ik, opeens erg wakker.
"Ik kan toch niet meer slapen als jullie gaan praten nu, ik kom ook wel helpen," zei Coco en ze kwam langzaam van de bank af.
Ik bekeek de kranten die Sebastiaan uit de kast had gepakt. Hij had gelijk; je kon geen verband vinden. De meeste mensen kwamen uit onze stad, maar sommige niet. De leeftijden verschilden totaal en het waren zowel mannen als vrouwen.
"Ik heb ook na zitten denken over wat mijn vrouw allemaal had gedaan voordat ze vermist werd..." vertelde Sebastiaan. "Het enige opmerkelijke waar ik op kon komen was dat ze getuige was van een ongeluk. Een week later was ze weg."
"Een ongeluk?" vroeg ik.
"Er was iemand aangereden, zo'n drie, vier weken geleden. Veel bloed, slachtoffer dood."
Ik keek Coco aan. Ze snapte wat ik dacht en zei zacht: "Ik was ook bij dat ongeluk."
Ik gaf haar snel een knuffel want ik wist dat ze het niet fijn vond om erover te praten.
"En was Maite er ook bij?"
"Nee," zei Coco toen ze zich los had gemaakt uit mijn armen.
Sebastiaan, die opgeveerd was en hoop had gekregen, zakte nu in elkaar.
"Dan zijn we weer terug bij het begin."

Eén van onsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu