Hoofdstuk 7 ~ Maite

63 4 9
                                    

Die vijf dagen... Die vijf helse dagen...

Ik lag op mijn rug op een vieze matras in het midden van een kamer. In die kamer lag een setje kleren, een bord met broodkruimels, een lege beker waar water in had gezeten en één boek die uit mijn tasje was gevallen. Het behang op de muren hing halverwege de muren en de vloer was van beton. IJskoud beton. Ik droeg een versleten grijze jurk met her en der wat gaten. Ik had al vijf dagen hetzelfde ondergoed aan. Ik leefde al vijf dagen op water, brood, rauwe aubergine en plakjes gesneden ham voor op brood. Ik had al vijf dagen natte wangen van het huilen. Ik miste thuis al vijf dagen. Ik voelde me al vijf dagen schuldig voor de laatste woorden die ik tegen mijn moeder had gezegd. Ze dreunden continu door mijn hoofd, "Ik háát je! Rot op! Ik hoef je nóóit meer te zien! Klotewijf!" Daarna was ik krijsend naar mijn kamer gerend, had ik mijn mobiel, oortjes en twilight boek gepakt en het in mijn tas gepropt en ik was het huis uit gegaan met als laatste geluid een dicht knallende voordeur. Ik had zo snel mogelijk gerend en ik had me verstopt in de bosjes bij de speeltuin. Mijn moeder was me niet achterna gekomen en zodra ik dat doorhad was ik op de schommel gaan zitten. Ik had overwogen om naar Eva toe te gaan. Ik had een maand geleden met haar gepraat, aan haar gevraagd of, als ik ooit een erge ruzie met mijn moeder zou krijgen, ik naar haar toe kon gaan. Ze had ingestemd en me een knuffel gegeven. Ik had de laatste tijd steeds vaker ruzie met mijn moeder gehad en het was al een keer uit de hand gelopen. De ruzie had totaal nergens op geslagen. Behalve op mij. Ik was te laat thuis gekomen en mijn moeder had dat niet leuk gevonden. Eerst had ze me twee uur genegeerd. Ze had al gegeten en er was geen eten voor mij. Toen ik na twee uur eindelijk naar de keuken durfde te gaan om op restjes jacht te gaan was ze opgestaan en was ze achter me aan gelopen. Ik had me omgedraaid om te vragen waarom ze zo deed en ze had een uur lang tegen me staan schreeuwen. Ik was in tranen uit gebarsten en wilde naar boven rennen. Toen ik in mijn kamer zat had ik Eva een bericht gestuurd maar nog voor ik antwoord kreeg stormde mijn moeder mijn kamer binnen en had ze me geslagen. Ze noemde het telkens als ik er weer over begon niets meer dan een stevige tik maar ze had me herhaaldelijk tegen mijn hoofd geslagen. Net als gewoonlijk verdraaide ze de waarheid voor haar ogen. Ik had het tegen niemand gezegd ondanks dat iedereen de grote rood/paarse plek die twee keer zo groot was als mijn hand aan de linker kant van mijn hoofd. Het zat ook op mijn nek en over mijn oor. Ik durfde er tegen niemand iets over te vertellen behalve een vriendin van me die hetzelfde mee had gemaakt en nu bij haar vader woonde. Ze was er voor me geweest en had me gezegd dat ik naar de kinderbescherming moest stappen, maar dat had ik niet gedaan. Niet omdat ik bang was dat mijn moeder erachter zou komen, want ze was zo atechnisch dat ze nooit de nummer herkenning zou begrijpen, laat staan vinden! Ik wilde haar niet kwetsen. Ik wilde niet bij haar weg. Natuurlijk, ze had me geslagen, maar het was maar een keer geweest. En ik was gewend aan haar manier van opvoeden, en niet aan die van iemand anders. Ik had mijn hele leven al alleen met haar gewoond, dus waarom zou het nu moeten veranderen? Dat was een week geweest voor ik Eva in vertrouwen nam. Later had ik haar ingelicht over de situatie en haar gesmeekt om het aan niemand te vertellen. Al het advies had ik weggewuifd. Net als bij de andere vriendin. En vijf dagen geleden was het weer gebeurd. Mama had gezegd dat ik op tijd op moest staan, ondanks dat het weekeinde was, maar ik had me verslapen. Mam had me het bed uit gesleurd, letterlijk, en ze had gedreigd me van de trap af te duwen als ik niet binnen twee minuten beneden zat te ontbijten. Ik was me naar mijn kast gehaast en had snel een broek en een sweater eruit gevist en aangetrokken. Daarna was ik met vier treden tegelijk van de trap af gesneld en ik had precies op tijd aan het ontbijt gezeten. Maar ze was nog niet klaar met me geweest en ze had eerst een half uur zitten preken. Toen besefte ze zich dat ze weg moest en ze had míj de schuld gegeven van haar laatkomen. Ze had me weer geslagen maar deze keer was ik niet gaan huilen. Deze keer had ik een woede aanval gekregen. Ik had een glas kapot gegooid, haar een trap in haar maag gegeven en haar uitgescholden. Ik was bang dat ze achter me aan zou komen maar ze was roerloos blijven zitten terwijl ik mijn spullen pakte en de deur uit ging. Ik had zó erg spijt van alles wat ik had gezegd en gedaan en ik had er alles voor over om dat aan haar te laten weten. Álles!

Ik barste in tranen uit. Voor de zoveelste keer. Ik had vaker gehuild dan ooit de afgelopen vijf dagen. Zelfs vaker dan de week na kamp in de zomervakantie. Toen had ik iedereen zo erg gemist dat ik mijn kamer alleen uit kwam voor eten. Ik had een week lang depressief in mijn raam gezeten en gehuild. Maar niet aan een stuk door. Niet zoals nu. Ik dacht aan alle mensen die blij waren dat ik weg was. Veel mensen van dansen. In ieder geval de vier meiden die "beter" waren dan iedereen en me altijd vol afschuw aankeken. Meer dan de helft van mijn klas, dat sowieso. Meer dan de helft van de school. Iedereen die me kende en geen vriend van me was haatte me wel. Als je benieuwd bent naar het toppunt van haat, dan moet je maar even kijken naar het populairste meisje uit mijn klas en hoe erg ze me veracht. Het is ongeveer te vergelijken met de haat die Harry Potter voelt voor Severus Sneep. Onverklaarbaar. Ik rolde om op mijn buik en drukte mijn gezicht in het natte hoofdkussen en begon te schreeuwen. Zo lag ik voor twee minuten en toen hoorde ik de deur open gaan. Het volgende moment voelde ik iets met een harde klap tegen mijn hoofd vallen.
"HOU JE MOND!!!", schreeuwde de schelle stem die de afgelopen vijf dagen alleen maar tegen me had geschreeuwd. De vijf ergste dagen van mijn leven.
"Sorry." Mijn stem klonk schor en gesmoord door de tranen. De deur ging weer dicht en liet me alleen met mijn gedachten die me steeds verder de afgrond in zogen. Het twilight boek was in eerste instantie mijn redding geweest maar de bladzijden waren nu doorweekt van mijn tranen en áls ik hier nog een keer levend uit zou komen -áls...- dan wilde ik niet dat het boek was verpest door mijn herinneringen eraan. Nu lag het verschrompeld in een hoek van de kamer met stof en spinnenwebben erop. Het enige bezit op aarde dat me bijna net zoveel waard was geweest als mijn eigen leven, en ik had het verwaarloosd. Áls ik nog terug zou komen... Ík niet... Iemand die eruit zag als mij, mijn stem had, mijn naam, maar niet langer mij zou zijn. Het unieke deel dat mij mij maakte zou uit me zijn weggevaagd en vervangen zijn door een leeg gevoel en harde ogen. Ik zou op mezelf lijken, maar het niet meer zijn. Ik was mezelf al niet meer. Niet langer "The Crazy One". Nu eerder "The Empty One". Zo bleef ik nog de rest van de dag peinzen tot ik mezelf in slaap huilde.

a/n: Hoi iedereen. Ik wil even een paar dingen duidelijk maken. Ten eerste, dit is niet helemaal gebeurd! Mijn moeder is heel lief en zorgt heel goed voor me. Natuurlijk hebben we soms wel ruzie, maar dat heeft iedereen wel eens en ze heeft me nog nooit geslagen. Ten tweede, sorry als dit hoofdstuk heel erg depressief is. Het heeft wel een paar elementen uit mijn echte leven. Ja ik koester twilight zo erg. Ja ik heb die deal met eva. Dat vind ik heel erg fijn. Alsof je een back up hebt. Ja ik ben erg onpopulair op school. Maar die dingen zitten erin om het nog een beetje waarheidsgetrouw te laten zijn. Ten derde, het spijt me dat het zo lang duurde. Ik ga geen smoesjes zeggen ofzo. Dus ik heb geen excuus. Behalve dat ik geen inspiratie had. That Happens.

Eén van onsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu