Ziekenhuis

338 6 2
                                    

Pov Matthy
Ik word wakker. Ik ga rechtop zitten maar ben verbaast waneer ik zie dat Milo niet meer naast me ligt. Waar zou hij zijn. Ik loop naar beneden waar Robbie ligt. Hij ligt nog op de bank maar hij is al wel wakker. "Heb je Milo gezien?" Vraag ik. Robbie schud nee. Ik ben verbaast. Waar kan hij dan zijn. Ik check eerst alle kamers beneden en loop daarna naar boven om daar kamers te checken. Ik open de badkamer deur als eerst. Daar ligt hij op de vloer...

Zijn hele arm ligt open, overal ligt bloed. In zijn andere hand zit een mesje. Een ander mesje dan de vorige keer... Hij ziet helemaal bleek en zijn ogen zijn vol met tranen. Ik ren naar hem toe. "Godver Miel, hoe lang lig je hier al?!" Schreew ik. Ik wil niet boos klinken maar ik heb mijn emoties niet meer onder controle. "E-een paar u-uur denk ik." Zegt hij snikkend. Ik pak het mesje uit zijn hand. "Waarom Milo?! Waarom?!" Milo begint harder te huilen. "Ik weet het niet Mat, ik had het gevoel dat het moest." Zegt hij huilend. Ik weet niet meer goed wat ik moet zeggen. Ik ben voledig in paniek. Ik pak doekjes en leg ze op zijn arm. "Sorry..." Huild hij. Verschijnlijk omdat hij denkt dat ik boos ben. Ik kijk hem even aan. "Hey, geen zorgen Miel ik ben niet boos, Gewoon geschrokken." Milo probeert te glimlachen maar het lukt niet. Ik wil nog meer dingen zeggen om hem gerust te stellen maar plotseling vallen zijn ogen dicht. Ik schud hem heen en weer. "Milo word wakker alsjeblieft!" Schreew ik. Dit is niet slapen, hij is flauwgevallen. Godver dat had ik kunnen verwachten. Hij heeft veel bloed verloren en gister niet heel goed gegeten. Hij word niet meer wakker en ik heb het gevoel dat hij dat voorlopig niet gaat worden. "ROBBIE HELP!"

Ik hoor Robbie naar boven stormen. "Wat is er?" Vraagt hij rustig maar de seconde dat hij de badkamer in loopt weet hij het al. "112?" Vraagt hij. Ik knik. Ik leg meer doekjes over de wonden van Milo. Geen idee of dat werkt maar ik moet iets. Ik kijk naar hem met tranen in mijn ogen. "Miel alsjeblieft, alsjeblieft word wakker. Ik kan niet zonder je." Ik heb er natuurlijk wel vertrouwen in dat de dokters hem kunnen helpen en redden maar op dit moment voelt het alsof mijn wereld instort. Ik hoor Robbie op de achtergrond praten maar alles wat ik hoor is de ademhaling van Milo. Het gaat daarmee helemaal niet goed wat me meer gestrest maakt. "Ik hou te erg van je Milo, ben alsjeblieft oké." Fluister ik zachtjes wetende dat hij me niet hoort.

Daar zit ik dan. Samen met Rob in een ambulance. Allebei staren we naar Milo die aangesloten word aan allerlei apparaten. We hebben allebei tranen in onze ogen. Jezus wat is dit heftig.

"Sorry meneer jullie kunnen niet mee naar de kamer van Meneer ter Reegen. Jullie kunnen hier in de wachtkamer wachten." Zegt een dokter en hij wijst naar de wachtkamer. Ik knik en ga samen met Robbie zitten. Ik vind het helemaal kut dat ik niet mee mag maar ik snap het. Robbie kijkt me aan. Ook hij is aan het huilen. Best zielig om hem zo te zien.

We zitten hier al een uur. De tijd gaat langzaam. Heel langzaam. Rob en ik zeggen geen woord tegen elkaar, we zijn in paniek. Ik kijk weer naar de klok, voor de honderdste keer vandaag. Alles wat ik nu wil is Milo, met hem zijn, in zijn armen.

"Jullie mogen meneer ter Reegen nu even bezoeken, ik vertel jullie daar meer over zijn situatie." Ik sta op en loop samen met Rob de dokter achter na. Ik voel mijn hart in mijn keel kloppen. Godver wat ben ik bang. De deur van zijn kamer gaat open. Daar zit hij in bed. Hij ziet er kapot uit. Ik loop de kamer in en zeg hallo. Geen hallo terug. Alleen een niks zeggende blik. We kijken elkaar een tijdje aan maar ik krijg geen glimlach van hem te zien, normaal komt die altijd tevoorschijn als we lang oogcontact hebben.

De dokter begint de praten. Eerst legt hij uit wat ze met Milo gedaan hebben om hem te helpen. Ik kan er niet op focussen, mijn focus ligt op Milo. Robbie krijgt het gelukkig wel mee. Daarna begint de dokter te praten over de toekomst van dit alles. Dan doe ik toch even mijn oren open.

"We hebben net even met meneer ter Reegen gepraat over de reden van dit incident. Hij kan niet zomaar naar huis en we willen hem nog een week hier houden. Hij moet naar een afdeling waar geen bezoek kan komen en waar hij geen contact kan hebben met de buitenwereld." Ik schrik me helemaal dood. Geen contact met Milo voor een week? Dat kan ik niet. Ik kijk naar Milo met tranen in mijn ogen. Hij moet hier toch ook van schrikken. Hij kijkt mij ook aan maar hij denkt duidelijk niet hetzelfde als mij. Het lijkt hem niks te doen en al helemaal niks te boeien. Vind hij het niet erg dat we een week niet samen kunnen zijn? Dan schiet het me te binnen. Voor hem veranderd er natuurlijk niks. Ik ben er om voor hem te zorgen maar nu heeft hij gewoon dokters. Hij heeft mij helemaal niet nodig. Dokters zorgen beter voor hem dan mij, voor hem is dit dus juist fijn. Ik kan wel door de grond zakken. Ik had bijna hoop, ik dacht bijna dat hij mij ook leuk vond.

We nemen afscheid. Het doet pijn. Ik mis hem maar hij mist mij niet. Hij gaat mij ook nooit missen. Het boeit hem niks. Het boeit hem allemaal niks...

I know dit ziekenhuis gebeuren is niet heel realistisch maar is nodig voor het verhaal.

Met jou (Mitthy/Bankzitters)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu