3.

245 6 0
                                    

Het is zaterdagmorgen, half 8. Ik open mijn ogen en druk de lawaai makende wekker op sluimer. Nog een kwartiertje en ik moet me echt klaar gaan maken om op vakantie te gaan. 9 uur vertrekt Anouk met Jordy met de trein naar Berlijn, en wij vertrekken half 10 met de auto naar Zeeland.

Ik geef Anouk een dikke knuffel en wens haar veel plezier. "Jij ook sis, en maak vrienden daar, je overleeft het wel! Ohja en niet te veel zoenen" zegt ze lachend. "Maak je niet druk, ik ga niet zoenen!" "Dat weet je nooit, wie weet is er wel een hele leuke jongen!" Bemoeid Jordy zich ermee. "Nee" lach ik. Ook Jordy geef ik een dikke knuffel. "Tot over 3 weken!" Ze stappen samen hand in hand de trein in en ik staar ze na. Waarom kan ik niet gewoon zo'n lieve jongen vinden? Al het gezeik met die jongens de afgelopen tijd, vreselijk. Jongens kunnen de pot op, behalve Jordy. De deuren sluiten en Anouk en Jordy zwaaien terwijl de trein begint te rijden. Als de trein volledig uit het zicht is, stap ik met mama terug in de auto naar huis.

De laatste spullen zijn gepakt, ik pak mijn zonnebril en zet hem op. De zon schijnt en het is al 22 graden. Voor Nederland is dat zeer uniek. De hitte van de auto overvalt me als ik in stap, ik kreun zachtjes. Bah! "pap zet je zo wel de airco aan?" Schreeuw ik naar buiten. "Jaja, je hebt maar even geduld."
Sjors stapt de auto in en zingt het liedje van Jay , mooie dag. Hij kan niet wachten tot we op de camping zijn. Ja voor hem is het leuk, het is een kindercamping. Een kindercamping, voor jonge kinderen. En ja dat ben ik niet echt meer..

Papa en mama stappen in. Papa start de auto en ik plug mijn oortjes in. Ik klik mijn zomerlist aan en al gauw knalt er een lekker zomernummer door mijn oortjes. Na anderhalf uur rijden stopt papa bij een open plek, een algemene time-out plek staat er op een bord geschreven. Ik stap uit, strek mijn benen en stuur Anouk een appje.
"Bist du schon in Deutschland?"
We stappen weer in de auto.

Ik zie in de verte een bord staan, de zonnegroet. "Daar is het, daar is het!!" roept Sjors enthousiast. "Ja schat, daar is het!" Lacht mijn moeder. Nadat mijn vader heeft ingecheckt rijden we naar ons veldje. Er staan nog veel meer auto's en iedereen is bezig met tenten en carvans. Ik stap uit de auto en strek mijn benen, ik loop naar het toiletgebouw dat aan het begin of einde het is hoe je het bekijkt vanuit onze plek is. Ik loop terug naar het veldje en help mijn ouders met de caravan en voortent. Na een uurtje staat alles en ga ik voor de tent zitten met een boek.

Na het eten loop in een rondje over de camping, ik zie een groepje meiden en jongens zitten en besluit daar morgen maar heen te gaan om 'vrienden' te maken.

We gaan 's avonds nog even een wandeling maken over het strand. Sjors zit in het zand met mama en ik loop langs de kustlijn met mijn hoofd op mijn voeten gericht. "Au! Ik val op de grond. Ik kijk op en zie dat ik tegen iemand op botste. "Oh sorry!" Een jongen met bruin haar en blauwe ogen steekt een hand naar me uit. Ik kijk hem aan en verdrink even in zijn blauwe ogen, maar pak dan zijn hand. Hij helpt me overeind en ik klop het zand van mijn broekje. "Uuhm sorry" zeg ik onhandig.

Een zomer om nooit te vergeten..Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu