hoofdstuk 1. (speciaal)

360 11 6
                                    

(siën)

   Ik was nog maar zes jaar oud, en ik was met mijn kleine zusje naar de basis school aan het lopen. Ik zat in groep drie en mijn zusje in groep twee.

   Ik bracht haar zoals elke dag naar haar klaslokaal en gaf haar een klein kusje op haar voorhoofd, en voordat ik wegliep zei ik tegen haar: ‘Mayden, als we tussen de middag naar huis gaan haal ik je hier weer op. Blijf je dus wel hier wachten op mij?’

   ‘Ja natuurlijk wacht ik hier, grote broer.’ Ze gaf me een klein schattig glimlachje, en ik gaf haar een knuffel.

   Ik was naar mijn eigen klas gelopen, en ik hoopte dat de dag snel over zou gaan. Die dag zou mama terug komen van haar reis naar Amerika. Ze was daar heen vanwege haar werk. Ze leid samen met papa mensen op tot hele goede vechters, die mensen die zo goed kunnen vechten beschermen ons tegen andere wezens.

   Papa en mama hadden Mayden en mij veel over hun werk verteld, ze hadden dingen verteld over vampiers en weerwolven, en hoe je ze kan vermoorden. En ze hadden dingen verteld over demonen en aliens en wat je het best tegen hun soort kon doen.  

   Nadat mijn vader op mijn vijfde was overleden door een gevecht om ons te beschermen was mijn moeder alleen mensen gaan opleiden.

   Als mama hier niet in de buurt was kwam Ehle Laiyem bij ons in huis wonen om op ons te passen. Ehle was een meisje met lang, krullend, bruin haar. Ze heeft blauwe ogen met een donkergrijs tintje. Ze heeft een bleke huid. Ze was tweeëntwintig jaar oud, en samen met haar broertje van zes, Jays, kwam ze in onze grote villa wonen.

   Mayden en Ehle deden drie keer in de week boodschappen, en in dat uurtje tijd hadden Jays en ik de grootste lol. We gingen altijd spelen met de lego of zo iets. En als ze dan thuis kwamen was altijd de hele vloer bezaait met lego blokjes in alle kleuren die er waren. 

   Meestal probeerde Ehle heel streng te doen, het lukte haar alleen niet echt. Maar omdat Jays en ik vroeger van die geweldige jongentjes waren ruimde we het altijd op en was Ehle weer helemaal gelukkig omdat ze dacht dat we zo braaf waren.

  

Jays was al vanaf onze jeugd mijn beste vriend. Hij heeft bruine ogen, het zijn echt donker kastanje bruine ogen. Alleen had hij blond, warrig haar dat over zijn voorhoofd viel. Soms had hij zijn haar ook omhoog, maar dat was verschillend. Hij was vroeger altijd al de grootste en sterkste, terwijl ik vier maanden ouder ben als hem.

   Mayden was een soort van meisjes achtige ik, als je ons voor het eerst zou zien zou je meteen door hebben dat we broer en zus zijn. Ze had net als ik erg donkerbruin haar, dat krulde tot over de helft van haar rug. Alleen zij had ook bruine ogen, terwijl ik groene ogen heb. Mayden is altijd heel lang geweest voor haar leeftijd. Ze is één jaar jonger dan ik, terwijl we altijd even groot waren. Soms was ze weleens groter.

   Ik heb donkerbruin haar dat net als bij Jays warrig over mijn voorhoofd valt. Ik heb groene ogen, en ik leek vroeger altijd heel klein vergeleken Jays en Mayden, nu ben ik bijna tien centimeter groter dan hun tweeën.

   Ik liep mijn klaslokaal uit nadat het tijd was om te gaan, en was op weg naar Mayden. Toen ik bij haar klaslokaal aan kwam was ze daar niet. Eerst had ik een paar minuten gewacht, maar ze kwam niet.  Toen had ik aan haar juf gevraagd waar ze was. Ze had tegen mij gezegd dat ze op mij aan het wachten was, en toen ze later keek was May er niet meer.

   Ik rende naar buiten toe om haar daar te zoeken, maar op het schoolpleintje was ze ook niet. Ik rende het schoolplein af en kwam daar een rij garages tegen, daarop stond met sierlijke graffiti letters geschreven: “Siën, als jij je zusje ooit weer terug wilt zien moet je haar maar komen halen. Elke keer als je iets met graffiti op een muur geschreven ziet moet je die tips volgen, zo vind je haar.”

Chosen. (Nederlands) *On Hold*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu