Briënn.
We waren het pad bij Siën zijn huis uitgelopen, en ik wist dus echt niet waar we heen gingen. Net voor dat we bij de verharde weg aankwamen sloeg Siën het bos in, en ik volgde hem blindelings. We liepen niet over een pad of zo, maar gewoon dwars door het bos heen. Ik luisterde naar de geluiden om me heen, ik hoorde vogeltjes fluiten, de wind waaiend door de bomen en misschien een paar dieren die weg vluchten voor ons. Ook probeerde ik de geur in me op de nemen. Het rook naar dennennaalden. Het was prachtig hier, het was heel erg groen, en door de bomen kwam doorvallend licht. Het was ergens midden in het bos heel erg licht omdat daar een grote openplek was met in het midden een grote steen. Siën bleef staan maar ik liep door naar voren, en ging alvast op de steen zitten. Ik zat met mijn rug richting Siën en ik voelde zijn ogen in mijn rug branden.
Ik bleef een tijdje zo zitten en Siën bleef maar naar mijn rug kijken. Langzaam draaide ik me om en keek Siën aan. Hij keek naar mij, maar niet met een blik die je normaal gesproken ziet bij mensen. Hij keek alsof hij ergens anders was, alsof hij zijn lichaam heeft verlaten en is weggelopen ergens anders heen. Ik vond het er raar uit zien.
‘Siën, je staart.’ Zei ik tegen hem.
Hij schrok uit zijn gedachten en hij keek me met open ogen aan. ‘Wat?’ Zei hij. ‘Ik staarde niet.’ Hij liep naar mij toe en ging naast me zitten op de steen.
‘Siën, wat doe je eigenlijk in je vrije tijd? Ik rij veel paard samen met Sylfh. Maar wat doe jij zoal?’ Vroeg ik aan hem. hij keek me aan en dacht diep na.
‘Ik ben veel bezig met muziek, maar voor de rest niets. Maar wat doe je eigenlijk met je paard?’ hij keek me geïnteresseerd aan. Hij trok één wenkbrauw omhoog, en ik keek hem aan. Ik zou echt niet weten hoe je ooit zo je wenkbrauw moet optrekken, ik snap niet dat iemand dat zou kunnen. Ik ging met mijn wijsvinger naar zijn wenkbrauw en Siën wist niet wat ik ging doen dus hij ging naar achteren. Tot ik helemaal over hem heen hing met mijn hand op de steen, Siën met zijn rug liggend op de steen en mijn vinger richting zijn wenkbrauw. Hij wist nog steeds niet wat ik ging doen, en keek me nog steeds vragend aan met één wenkbrauw nog omhoog. Mijn vinger kwam dichtbij zijn hoofd, maar toen maakte Siën een beweging waardoor het leek alsof hij mij vinger eraf wou bijten. Ik schrok me kapot en gilde eventjes, maar snel ging ik met mijn vinger naar zijn wenkbrauw en duwde die omlaag zodat die weer op gelijke hoogde zitten.
‘Ik rij vaak door het bos vanwege trainingen voor wedstrijden, maar ook rij ik in de bak. Als je wil mag je wel een keer komen kijken, of zelfs zelf rijden als je dat wil.’ Zei ik tegen hem, nog steeds zat ik over hem heen gebogen. Zijn wenkbrauw ging weer omhoog. Ik zuchtte diep en Siën begon te lachen.
‘Je reageert net als Jays, hij kan er ook niet tegen als ik één wenkbrauw optrek.’ Zei hij tegen mij. ‘En ik heb een idee, we kunnen terug naar mijn huis en dan kunnen we skaten naar jou toe, en dan laat jij zien hoe goed je kan paardrijden.’
‘Lijkt me gezellig, maar ik weet niet of ik wel kan skaten.’ Zei ik tegen hem. ‘Ik heb ooit op een penny board geskate. Maar dat ging niet al te goed.’
Hij begon te grinniken. ‘Je leert het wel.’
En zo gingen we het hele end dat we heen hebben gelopen weer terug wandelen, echt waar als ik nu niet een conditie heb weet ik het ook niet meer. Toen we eindelijk bij Siën aankwamen, wat ook weer een halfuur duurde, moesten we nog naar de boards zoeken. Siën had zijn eigen op zijn kamer ergens, maar ik moest die van Mayden lenen. En ja, ze skate niet echt veel dus dat duurde even.
‘Mayden! Je kan ook nooit eens iets goed opbergen!’ Riep Siën naar zijn zusje.
‘Of je moet eens niet overheen kijken.’ Zei Mayden tegen hem, ze liep naar haar kamer. Waar Siën al drie keer heeft gezocht, ze zocht tussen een grote stapel troep en haalde er een vel roze penny board uit.
JE LEEST
Chosen. (Nederlands) *On Hold*
FantasyIk ben Siën Merches, een jongen die uitverkoren is om een monsterjager te zijn. Mijn leven staat helemaal over de kop als er rare bemantelde personen op mijn deurkomen die zeggen dat ik uitgekozen ben om mee te vechten in de grootste oorlog die...