Hoofdstuk 4

90 10 0
                                    

~ 4 mei 2019 ~

Ik word wakker door weer eens verschillende geluiden, maar het lijkt wazig en ver weg.

"Zet het stop. Ze kan alleen haar zelf nog helpen." Hoor ik een mannelijke stem zeggen en hoor dan verschillende piepen en andere geluiden.

Ik wil tegenwerken en zeggen dat het niet mag stoppen, wat het ook mag zijn, maar er gebeurt niets. Plots hoor ik een fijn 'aahh' geluid. Het was net of het uit mijn mond kwam.

"Ze.." Zegt iemand en ik probeer mijn ogen te openen maar het lukt niet.

"Anouk? Kan je me horen? Als je me hoort doe iets zodat we het weten." Zegt de mannelijke stem weer en ik probeer mijn vingers te bewegen.

"Ze is wakker. Ze is alleen suf en heeft veel rust nodig. Geen bezoek vandaag." Zegt de man tegen iemand en er gaan mensen de kamer uit.

Hier lig ik dan. Alleen. Er zal vandaag niemand zijn die er voor me is. Er zal noemand zijn die tegen me zal praten. Niemand zal ik horen.

Ik ben benieuwd welke dag het vandaag is. Hoe lang lig hier eigelijk al wel niet?

Calum

Hoe is het met hem? Waar is hij?

Plots stormt er iemand binnen.

"Anouk, je bent wakker.. open alsjeblieft je ogen.. Het duurt nu al zo lang! Ik heb je nodig en Calum ook!" Hoor ik Amilla zeggen en haar stem kraakt zachtjes.

"Mevrouw ik vraag het u vriendelijk deze keer, ga alstublieft de kamer uit. Ze heeft rust nodig." Zegt waarschijnlijk dezelfde verpleegster die ik al een tijdje hoor.

"NEE! IK BLIJF BIJ HAAR!" Roept Mills agressief en ik schrik.

Ik hoor dat ze naar adem hapt en dan wacht ik totdat ze iets zegt.

"J-je hoort m-me." Zegt ze zacht en dan voel ik haar zachte hand het mijne aanraken.

Ik wil mijn vingers weer bewegen, maar daar heeft ze niets aan. Ze weet dat ik bij beswust zijn ben. Ik probeer me te focussen op mijn ogen en niets anders.

Ik hoor geen geluid, ik voel het laken niet over mijn lichaam, ik denk aan niets behalve mijn ogen. Ik stel me voor dat ik mijn oogleden vast neem en open trek, maar het doet niets.

"Mevrouw." Zegt de vrouw op een waarschuwende toon en ik wou het bijna opgeven, maar ik was er bijna.

"Wacht, nog heel even.." Zegt Mills zacht en ik weet dat ze in me gelooft.

Nog even..

3

2

1

Ik voel dat ik diep in adem en dan zie ik wit licht. Alles is wit. Wit en geen andere kleur.

"Een dokter wordt geroepen naar kamer 291!" Zegt de verpleegster maar tegen wie weet ik niet.

"Nouk.." Zegt Amilla zacht en ze snikt even.

Ik sluit mijn ogen weer en concentreer me op mijn zicht.

"Komaan Anouk! Niet opgeven!" Zegt Mills paniekerig en ze schud mijn hand voorzichtig.

Ik open mijn ogen weer rustig en alles is wazig. Ik zie Amilla haar gedaante voor me en dan komt er iemand in het wit naar binnen.

"Anouk, dit is dokter Hermans, hoe gaat het met je?" Vraagt hij en mijn hoofd voelt zwaar aan.

Ik laat mijn hoofd naar rechts op het kussen vallen en wil iets zeggen, maar ik krijg niets uitgesproken.

"Geeft ze wat water." Zegt de dokter en dan voel ik een rietje tegen mijn lippen.

"Komaan Anouk.." Zegt Amilla en ik zie dat zij het bekertje met water vast heeft.

Ik open mijn mond en dan weer dicht, zodat het rietje tussen mijn lippen geklemd is. Ik probeer ervan te drinken en dan voel ik het koude water door mijn slokdarm gaan. Ik slik weer en doe het rietje uit mijn mond.

"Kan je iets zeggen, Anouk?" Vraagt de dokter en ik slik voor ik iets zou zeggen.

"Ja." Zeg ik zacht en bijna onverstaanbaar.

"Goed, rust nu maar. Regina, zet alles uit, ze is sterk genoeg nu." Zegt de dokter en ik sluit mijn ogen weer.

"Oh Noukje.." Zegt Mills die haar hoofd op mijn buik laat vallen.

Ze legt haar armen om me heen en ik probeer zachtjes te glimlachen.

"Er mogen telkens twee personen naar binnen, want anders wordt het te druk. Binnen een uur kom ik terug en verzoek ik jullie naar huis te gaan. Ze kan maar een uur bezoek aan." Hoor ik de verpleegster in de gang zeggen en dan komt mijn vader binnen.

Het verbaasd me dat mijn moeder niet eerst naar binnen komt.

"Pap." Zeg ik zacht en ik zie dat hij op het punt staat om te huilen.

Hij komt naar me toe en Amilla maakt plaats voor hem. Hij knijpt zijn ogen dicht en plaats een kus op mijn voorhoofd.

"Ik ga wel even op de gang wachten." Deelt Mills mee en mijn vader knikt vriendelijk.

Dan komt mijn moeder binnen die al volop aan het huilen is. Haar ogen zien enorm rood en het lijkt alsof ze al dagen geen slaap heeft gehad. Ze komt naar me toe en geeft me een knuffel voor zover dat mogelijk is.

Mijn vader neemt mijn hand op en plaatst er zachtjes een kus op. Hij wrijft erover en gaat op de stoel naast het bed zitten. Nog steeds ligt mijn hand in het zijne en hij houdt het stevig vast.

"Hoe voel je je nu?" Vraag mijn moeder tussen het snikken door en veegt snel wat tranen van haar wang.

"Oke.." Zeg ik zacht en ze knikt.

"Denk ik.." Weet ik uit te brengen en ze knikt weer.

"Heb je pijn?" Vraagt mijn vader en ik denk even na.

Ik probeer mijn benen te bewegen, maar het gaat moeizaam. Ik ben blij dat het geen pijn doet. Maar als ik wat hoger op het kussen wil gaan liggen voel ik een steek van pijn. Ik knijp mijn ogen dicht in de hoop dat het vervaagt, maar het blijft.

"Wacht even. Doe maar rustig." Zegt mijn vader die snel naast het bed staat om me terug op de originele positie te leggen. Het doet minder pijn als mijn vader helpt.

"Dankje.." Zeg ik zacht en hij knikt.

"Moet ik voor pijnstillers vragen?" Vraagt mijn moeder en ik schud mijn hoofd. Ik denk dat ik nu nog geen pillen kan slikken.

Ik sluit mijn ogen en nog geen seconde nadien schieten ze weer open. Er is nog steeds maar 1 gedachte dat door mijn hoofd raast.

Calum

***
A/N:

Hii!! Zoo soorrryy dat het weer eens zo lang heeft geduurt, maar ik kon niet schrijven door twee simpele redenen: ik had het druk en geen inspiratie :/
Maar hier is wel een hoofdstuk :) ik weet niet wanneer het volgende komt, maar ik hoop snel :)
someone_special

Last Picture {C.H.}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu