Hoofdstuk 10

49 5 4
                                    

~ 12 juli 2019 ~

Het gesprek met Mali heeft niet veel geholpen. Nog steeds ben ik radeloos aan het wachten totdat hij wakker wordt. Mills haar woorden blijven me achtervolgen als mijn ergste nachtmerrie. Nog nooit had ik er zo over gedacht. Nog nooit had ik haar zo kwaad gezien. Nog nooit dacht ik dat ik Calum wilde vergeten. Het is iets wat ik gewoon niet wil. Ik zou het niet over mijn hart krijgen om diegene die alles voor me heeft gedaan te vergeten. Hij gaf me een glimlach wanneer ik dacht dat ik alleen maar kon huilen. Hij troostte me wanneer het nodig was. Hij is er altijd voor me geweest. En nu voel ik me eenzaam.

Wat ben je weer egoïstisch...

Zegt de stem in mijn hoofd die de laatste dagen luider en luider is geworden.

Nog steeds gaat dezelfde vraag door mijn gedachten: blijven of gaan. Maar nog geen enkele keer heb ik er een antwoord op gekregen.

Mali had me gevraagd of ik een paar keer wekelijks met haar wilde afspreken, maar na de vorige conversatie hebben we elkaar niet gesproken.

"Wat is er met Calum gebeurt?"

Was de eerste vraag die ze me stelden. Zelfs haar ouders konden zich geen betere vraag inbeelden. Ik wist niet wat me overkwam en zweeg ik voor een lange tijd. Maar natuurlijk verwachtte ze een antwoord.

"Het was een ongeval." Antwoordde ik ongemakkelijk, maar niet veel later begon de spanning. Nog voor ik verder kon praten, onderbrak meneer Hood me direct.

"Wat heb je gedaan?!"

Een vraag die ik niet zag aankomen. Hij sprak met woorden alsof hij mij ervan beschuldigde dat Calum in het ziekenhuis lag.

"Ex-cuseer?" Vroeg ik als ik stotter.

"Wat heb je hem aangedaan?!" Vroeg hij me dan en zijn stem werd verheft. Het leek alsof hij op het punt stond om te roepen en om me uit te schelden.

"Pap!" Zei Mali als ze probeerde tussen ons beiden te komen. Toch misschien iemand dat hier redelijk is.

"Nee, laat me uitspreken! Ik weet dat iedereen hier hetzelfde denkt. Dat het haar schuld is. Dat Calum door haar ongelukkig was en zichzelf van kant wilde maken! Of dat hij na een ruzie is beginnen drinken en nadien onder een auto is geraakt. Elke mogelijke situatie hebben we afgegaan. En geen enkel is er logisch. Want dat stom wicht heeft zijn leven verpest." Zei hij razend. Ik schrok als ik hem zo hoorde praten. Het was de eerste keer dat hij zich zo gedroeg. Het is geweten dat sinds ik en Calum een stel zijn dat Calum niet veel contact meer heeft met zijn ouders. Maar dat ze zo over me dachten, had ik nooit geweten.

Zonder een woord te zeggen, stond ik recht van de zetel. Ik knikte mijn hoofd en emotieloos stapte ik naar de voordeur. Meteen hoorde ik rumoer achter me. Meteen hoorde ik Mali achter me aanlopen. Meteen voelde ik de tranen van mijn wangen glijden.

"Anouk, wacht." Zei Mali, maar dat hield me niet tegen.

"Alsjeblieft laten we ergens naartoe gaan en het uitpraten." Zei ze droevig en ik schudde mijn hoofd als ik de deur uitliep.

"Geef mij dan nog een kans? Mijn ouders kunnen nogal kritiek geven en zeker als het om hun kleine jongen gaat." Zei ze en probeerde me zo een beetje op te beuren, maar het hielp absoluut niet.

"Om dan dezelfde reactie als je verdomde ouders te krijgen? Nee bedankt." Zei ik eigenwijs en bot. Snel liep ik verder naar de wagen, maar ik werd brutaal tegen gehouden.

"WAT NU WEER?!" Vroeg ik haar als ik in haar gezicht schreeuwde. Meteen voelde ik me schuldig, want uiteindelijk had zij niets gedaan. Helemaal niets zelfs, ze had haar ouders zelfs niet tegengehouden om me uit te schelden en me te beschuldigen van zaken waar ik geen schuld aan heb.

"Ik wil gewoon weten hoe het met jou gaat nu. Hoe het is om alleen te zijn thuis. Hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren. Ik geef om mijn klein broertje, misschien nie evenveel als jij, maar ik zal er altijd voor hem zijn." Zei ze me en het voelde alsof ze het meende.

"Stap in." Zei ik snel en droog en nadien reden we naar een kleine koffieshop. We hebben er veel gepraat en gehuild, maar ook gelachen over herinneringen die we met Calum hadden gedeeld.

Nu weet ze het hele verhaal. Hoe ik en Calum een leuke dag naar zee wilde hebben, maar dat ik uitgedraaid in een nachtmerrie. Hoe ik Calum elke dag bezoek. Hoe ik elke dag tegen hem praat alsof hij elk moment antwoord zou kunnen geven. Hoe hard ik hem wel niet mis. Hoe hard ik wens dat hij terug bij me was. Ook had ik haar verteld over hoe Mills over de hele situatie denkt. Over hoe ik Calum moet vergeten, mezelf weer opnemen en verder gaan met mijn leven, maar relaas is dat onmogelijk voor me. Calum is mijn leven, dus zonder hem heb ik niets.

Vandaag de dag ben ik weer bij Calum op bezoek in het ziekenhuis. Veel antwoord krijg ik niet bij de verhalen die ik heb vertel. Het is best zielig hoe veel ik hier zit en hoeveel ik hem ook vertel, ik weet dat ik geen antwoord zal krijgen. Toch hoop ik elke dag weer dat hij zal ontwaken en dat hij de volgende dag weer bij me is en dat ik weer 's ochtends naast hem wakker word.

"Het bezoek uur is bijna gedaan." Hoor ik de verpleegster zeggen die nog een laatste check-up doet.

"Weet ik." Zeg ik droog en blijf naar Calum zijn droge bijna lijk bleke handen staren alsof ze elk moment kunnen bewegen.

"Je zit hier elke dag. Je weet dat het niet meer zo lang gaat duren en ze gaan de machines stop zetten. Waarom blijf je elke dag weer komen?" Vraagt ze me en ik kijk haar verbaasd aan.

"Dat is toch mijn zaak? Ik ben niet diegene die snel gaat opgeven. Ik zal hier als laatste zitten!"

***

A/N: Dit is een hoofdstuk dat ik bijna pas na een jaar schrijf en het spijt me daarvoor... Ik weet niet goed meer hoe ik verder moet met dit verhaal, dus geef me aub wat tips of dingen waarvan je denkt van ah dat kan er nog gebeuren? Please... Ik weet het echt niet meer...

someone_special

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Sep 14, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Last Picture {C.H.}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu