De duisternis van Tartarus drukte zwaar op Helena's schouders, alsof de duistere energieën van deze plaats haar wilden tegenhouden. Ze voelde de aanwezigheid van Hades naast haar, als een schaduw die haar volgde. Hoewel hij zich als bondgenoot had aangeboden, voelde ze een constante spanning tussen hen, alsof elk woord of gebaar een verborgen dreiging kon bevatten.
Helena's hart bonsde in haar borst, maar niet alleen door de angst voor wat komen zou. Hades was een god, de heer van de onderwereld, en zijn aanwezigheid was overweldigend – niet alleen door zijn kracht, maar ook door de raadselachtige aantrekkingskracht die hij op haar uitoefende. Ze had zichzelf er al meerdere keren aan herinnerd dat hij niet te vertrouwen was, dat hij iets van haar wilde dat verder ging dan hun gezamenlijke missie.
Andros en Kallista liepen naast haar, stil en waakzaam. Hun gezichten waren strak van concentratie, hun ogen speurden de duisternis af voor mogelijke gevaren. Hoewel Helena wist dat ze op hen kon rekenen, voelde ze dat haar band met hen subtiel veranderd was. Ze had een pact gesloten met Hades, een keuze die haar lot van dat van hen scheidde.
"Welke kant op?" vroeg Kallista zachtjes toen ze voor een splitsing in het pad kwamen. De ene weg was gehuld in dikke mist, de andere was een donkere doorgang waaruit onheilspellende geluiden klonken.
Voordat Helena iets kon zeggen, verscheen Hades aan haar zijde. Zijn bewegingen waren vloeiend, bijna geruisloos, en zijn ogen glinsterden in het schaarse licht. "De rechterkant," zei hij zonder aarzeling, zijn stem diep en resoluut. "Dat is de weg naar Aristos. Maar hij is niet zonder gevaar."
Helena voelde een steek van wantrouwen. "En waarom zou ik jou vertrouwen?" vroeg ze, haar stem scherper dan ze bedoelde. "Je bent hier niet voor ons, Hades. Je hebt je eigen motieven."
Hades trok een wenkbrauw op, een schaduw van een glimlach speelde om zijn lippen. "Je bent scherpzinnig, Helena. Maar onthoud dat we hetzelfde doel hebben. Aristos moet worden gestopt, en jullie stervelingen kunnen dat niet alleen."
Helena klemde haar kaken op elkaar, zijn woorden bevestigden haar vermoedens. Hij zag hen als pionnen in een groter spel, een spel waarvan ze de regels nog niet volledig kende. Maar ondanks haar wantrouwen, was er iets in de manier waarop hij haar aankeek dat haar onzeker maakte – alsof hij haar doorzag, maar ook iets in haar bewonderde.
"De rechterkant dan," zei ze, haar toon strak, vastbesloten om geen zwakte te tonen. Ze stapte vooruit, het pad volgend dat Hades had aangewezen, terwijl de anderen haar volgden.
De duisternis leek dichter te worden, en elke stap die ze zette voelde als een stap verder in het onbekende. De lucht was zwaar, doordrenkt met een geur van verrotting en zwavel, en vreemde geluiden weerklonken om hen heen – flarden van gefluister, gedempte kreten, alsof de zielen van de Tartarus hen toefluisterden.
Helena voelde de spanning in haar lichaam toenemen, elke spier strak van de alertheid. Maar wat haar het meest verontrustte, was de constante aanwezigheid van Hades naast haar. Hij bewoog met een zelfverzekerde elegantie, alsof de dreigingen van de Tartarus hem niets konden schelen. Toch was er een spanning tussen hen, een ongemakkelijke dynamiek die op elk moment kon exploderen.
"Jij hebt geen idee wat je doet, toch?" zei Hades plotseling, zijn stem zacht, maar met een scherpe ondertoon. "Je hebt een besluit genomen zonder de volledige consequenties te begrijpen."
Helena voelde een golf van irritatie. "Ik doe wat nodig is," antwoordde ze, haar blik strak vooruit gericht. "En ik heb geen lessen van jou nodig om te weten wat juist is."
Hades liet een zacht, spottend geluid horen, alsof haar antwoord hem amuseerde. "Dapperheid is iets anders dan wijsheid, Helena. Maar dat zal je nog leren."
Ze voelde zijn blik op haar rusten, en hoewel ze het niet wilde toegeven, voelde ze haar hart sneller kloppen. Er was iets in zijn woorden dat haar uit balans bracht – de manier waarop hij haar dapperheid herkende, maar haar tegelijkertijd uitdaagde om dieper te denken, om verder te kijken dan de oppervlakte.
Plotseling stopte Hades abrupt, zijn hand uitsteken om haar tegen te houden. Voor hen was een diepe kloof in de grond verschenen, nauwelijks zichtbaar in de duisternis. Het leek een valkuil, een test die hen wilde vertragen of vernietigen.
Helena slikte, haar ogen scannend voor een mogelijke doorgang. "En nu?" vroeg ze, haar stem licht geïrriteerd door het feit dat ze deze uitdaging niet had zien aankomen.
Hades glimlachte opnieuw, maar er was iets sinisters in zijn uitdrukking. "Nu vertrouw je op mij," zei hij, en voordat ze kon protesteren, hief hij zijn handen en begon een brug van schaduwen te vormen.
De brug leek levend, de schaduwen bewogen als een vloeistof die solidificeerde onder zijn wil. Het was een indrukwekkend vertoon van zijn kracht, en ondanks zichzelf voelde Helena een zekere bewondering voor zijn beheersing. Maar die bewondering werd snel overschaduwd door haar achterdocht.
"Waarom zou ik dat doen?" vroeg ze, haar ogen vernauwden terwijl ze hem aankeek. "Jij speelt je eigen spel, Hades. Wat win jij hieruit?"
Hades stapte dichter naar haar toe, hun gezichten bijna tegen elkaar. Zijn ogen fonkelden in de schaduwrijke duisternis, een mengeling van speelsheid en ernst. "Wat ik win," fluisterde hij, "is nog niet beslist. Maar onthoud, Helena, ik kan niet winnen als jij faalt."
Helena voelde haar adem stokte in haar keel. Zijn woorden waren een uitdaging, een belofte, en iets meer. Ze voelde een onmiskenbare spanning tussen hen – niet alleen vijandigheid, maar ook een aantrekkingskracht die haar ongemakkelijk maakte. Ze wilde hem niet vertrouwen, wilde zijn nabijheid niet erkennen, maar er was iets onweerstaanbaars aan de manier waarop hij haar uitdaagde.
Met een diepe ademhaling stapte ze voorzichtig de schaduwenbrug op, haar hart bonkend in haar borst. Ze voelde Hades' ogen op haar gericht, en hoewel ze het niet wilde toegeven, gaf zijn aanwezigheid haar een vreemd gevoel van veiligheid. Ze haatte dat ze zich hierdoor gesteund voelde, door iemand die ze nauwelijks kende en nog minder vertrouwde.
Toen ze de overkant bereikte, liet Hades haar hand los, maar niet zonder een veelbetekenende blik in haar ogen. "Zie je," zei hij zachtjes, "we kunnen samen meer bereiken dan je denkt."
Helena slikte, haar emoties een chaotische mix van verwarring en frustratie. "Misschien," zei ze uiteindelijk, haar stem iets zachter dan ze bedoelde. "Maar verwacht niet dat ik je volledig vertrouw, Hades. Dit is geen partnerschap. Het is een noodzakelijk kwaad."
Hades lachte zacht, een geluid dat door de duisternis leek te resoneren. "Dat is alles wat ik nodig heb, Helena. Voor nu."
Ze vervolgden hun weg, maar de spanning tussen hen bleef voelbaar, als een onderhuidse stroom die elk moment kon overslaan. Helena wist dat de echte strijd niet alleen tegen Aristos was, maar ook tegen de aantrekkingskracht die ze voelde voor deze gevaarlijke god.
Ze kon niet ontkennen dat er iets tussen hen was, iets wat ze niet volledig begreep, maar dat ze ook niet kon negeren. Terwijl ze verder liepen, voelde ze hoe haar hart in een complex ritme bonkte – een ritme dat resoneerde met de duisternis van Tartarus, en met de man die naast haar liep.
JE LEEST
De Schaduwen van Olympus COMPLEET / FINISHED
De TodoIn de moderne wereld lijkt het leven van de vierentwintigjarige Helena volkomen normaal, totdat ze op een avond een mysterieuze uitnodiging ontvangt. Ze wordt uitgenodigd om deel te nemen aan een exclusieve zomeracademie op een afgelegen eiland in d...