Hoofdstuk 17: De Afdaling in de Duisternis

3 0 0
                                    

Helena's adem kwam snel en onregelmatig terwijl ze achter Hades aan rende. Haar hart bonkte in haar borstkas, niet alleen door de fysieke inspanning, maar ook door de intensiteit van wat er zojuist was gebeurd. Zijn aanraking, die onmiskenbare connectie die tussen hen bestond—het was als een onzichtbare kracht die haar voortstuwde, zelfs wanneer haar lichaam haar vertelde dat ze moest stoppen. Ze durfde nauwelijks naar hem te kijken, bang voor de emoties die op de rand van haar bewustzijn dreigden door te breken.

De grond onder hun voeten werd steeds instabieler, met diepe scheuren die zich als onheilspellende wonden openden. De lucht was zwaar van de stank van verrotting en zwavel, wat een branderig gevoel in haar longen veroorzaakte. Het voelde alsof Tartarus zelf hen niet wilde laten gaan. Hades leidde haar met vaste tred verder de duisternis in, alsof hij volledig één was met de omgeving, terwijl Helena haar best deed om niet achter te blijven.

De schaduwen om hen heen leken steeds meer een eigen wil te krijgen. Ze bewogen onrustig, als wilde beesten die hen observeerden vanuit de hoeken van de wereld. Af en toe leek er iets vanuit de duisternis naar hen te reiken, maar telkens als Helena er beter naar probeerde te kijken, trok het zich weer terug. Er waren verhalen over Tartarus—over wat er leefde in deze oerkracht van de onderwereld—en nu, omgeven door de mystieke en dreigende energie, begon ze te geloven dat de legenden slechts een flauwe afspiegeling waren van de realiteit.

"Waar leiden we naartoe?" vroeg Helena hijgend, terwijl ze haar adem probeerde te herwinnen.

Hades draaide zijn hoofd half naar haar om, zijn ogen flitsend in het donkere licht. "We moeten dieper gaan. Naar het centrum van Tartarus. Daar bevindt zich de bron van Aristos' kracht, maar het is ook de plek waar de balans van deze wereld en die van de levenden op het spel staat."

Zijn woorden hingen zwaar in de lucht. De balans tussen werelden... Helena voelde het gewicht van die verantwoordelijkheid op haar drukken. Ze hadden niet alleen hun levens te redden, maar ook het lot van de wereld boven hen stond op het spel. Aristos, een pion in een veel groter en duister spel, had krachten ontketend die zelfs Hades met zorg benaderde.

Het terrein werd ruiger, de grond onder hun voeten veranderde in grillige, glinsterende zwarte rotsen die nauwelijks grip boden. Plotseling stopte Hades abrupt en stak zijn hand op om haar te waarschuwen. Helena kwam tot stilstand, haar borstkas ging snel op en neer terwijl ze probeerde zichzelf te kalmeren. Voor hen opende zich een enorme kloof, en aan de overkant zag ze een smalle, rotsachtige brug die door de lucht leek te zweven, zonder duidelijk begin of einde. Het zag eruit als iets dat meer uit een droom of nachtmerrie kwam dan uit de werkelijkheid.

"De Brug van Vergetelheid," zei Hades zacht, zijn stem bijna verloren in het fluisteren van de schaduwen.

Helena keek hem fronsend aan. "Vergetelheid? Wat gebeurt er als we eroverheen gaan?"

Hades keek haar aan, zijn ogen duister en peinzend. "Als je zonder angst gaat, niets. Maar als je twijfelt, als je jezelf verliest in de duisternis van je eigen geest... zal de brug je verzwelgen. Veel zielen zijn hier verloren gegaan, gevangen in de leegte."

Helena huiverde. De lucht was ijskoud, maar de angst die door haar aderen sloop was nog veel kouder. Ze slikte, maar knikte. Ze kon niet terugkeren. Te veel stond op het spel. En hoewel ze Hades niet volledig vertrouwde, had ze geen keus. Hij was haar enige gids door dit eindeloze labyrint van schaduw en gevaar.

"Blijf dichtbij me," zei Hades terwijl hij een stap vooruit zette, zijn laarzen die zacht krasten op de stenen van de brug. Helena volgde hem, haar hart in haar keel. Elke stap die ze zette voelde alsof ze op het randje van een afgrond liep, waar elk moment de grond onder haar voeten zou kunnen wegvallen.

De Schaduwen van Olympus COMPLEET / FINISHEDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu