CHAPTER TWO
Robbie zit op de vensterbank in zijn kamer, kijkend uit het raam. Naar hoe de regen de tegels raakt.
Opzich regend het niet heel hard, maar wel hard genoeg dat als je voor tien minuten buiten zou zijn je helemaal doorweekt zou zijn.
Hij brengt de sigaret naar zijn lippen, inademend waarna hij de rook uit blaast.
Hij kijkt naar de mensen die buiten lopen, fietsen, sommige rennend om snel naar een droge plek te komen.
De regen heeft Robbie altijd al rustig gemaakt, het geluid als het zijn raam raakt, om te kijken hoe de druppels over het glas van het raam druppen.
Het geeft hem voor één of andere reden wat rust in zijn hoofd. Al helemaal als hij zijn oortjes in heeft en zijn favoriete muziek zijn oren vuld. Ook heeft een sigaret dat effect op hem, die nicotine.
En dan de combi van dit allemaal samen is nog beter. Rob zet zijn raam open om de rook zijn kamer te laten verlaten.
Zijn slaapkamer ruikt nu dan misschien wel naar rook, maar dat boeit hem niet. Zijn moeder heeft hem en zijn vader na de geboorte verlaten, en zijn vader is toch bijna nooit thuis. En als die thuis is heeft die zich helemaal klem gezopen. Die merkt die geur dan echt niet, hoor.
Hij heeft meestal dus het huis voor hem zelf, de meeste van zijn leeftijd zouden dat chill vinden, maar Robbie niet.
Het is altijd zo stil in huis, hij haat stiltes. Dat geeft hem te veel tijd met zijn gedachtes. Dat hij alle negatieve dingen weer bij langs kan gaan.
Het is ook zo eenzaam, de hele dag alleen door brengen in een leeg, stil huis tot dat die man weer dronken thuis komt.
Net zoals nu, hij hoort de voordeur open gaan. Dat kan maar één persoon zijn. En Robbie heeft daar nu geen behoeftes aan, en dus trekt die snel wat kleren aan, strikt vlug zijn schoenen, trekt een jas aan en met zijn belangrijkste spullen in zijn jaszakken klimt hij uit zijn raam.
Dat heeft die ondertussen al zo vaak gedaan, het huis verlatend door die raam. Voornamelijk als zijn vader weer eens dronken binnen komt stappen. Hij weet dan niet hoe snel hij weg moet.
De muts van zijn hoodie zet hij op en hij vervolgt zijn weg door de stille, donkere straten van Eindhoven.
Nog een sigaret haalt hij uit de verpakking die hij aansteekt. Zodrs die een hijs heeft genomen draait hij die sigaret tussen zijn vingers zodat die onder de palm van zijn hand zit en beschermd word voor de regen. Na elke hijs doet hij dit.
Hij loopt gewoon rond, het maakt hem niet zoveel uit waar die baland. Alles is beter dan thuis. Hij moet gewoon ongeveer twee uurtjes weg blijven, dan is hij wel in slaap gevallen.
Dat is zijn doel; weg blijven tot zijn vader slaapt.
Robbie kijkt even om zich heen, er is niemand op straat te zien, iedereen is hun huis ingevlucht om de regen te vermijden. Op zich wel logisch, wie zou vrijwillig de regen in gaan als je een andere keus hebt?
Juist, niema- Dan ziet Robbie toch echt iemand, bij de brug. De plek waar Robbie vaak genoeg zelf heeft gestaan, twijfelend of die dan eindelijk een einde zal maken aan zijn eigen leven.
Maar nooit deed die het, om die stiekem toch wel bang was. Wat als het ooit betef word, en hij alles beindigt voor die dat mee kan maken?
Zelf denkt Robbie niet dat dat zal gebeuren, maar het feit dat die uberhaupt twijfelt was genoeg voor hem om nog een dag langer levend op aarde door te brengen.
Maar waarom zou die jongen daar staan? Toch niet om de zelfde reden?
Zijn vraag is al snel beantwoord als hij over de reling heen stapt. Hij staat hier zeker om de zelfde reden en heeft de zelfde intenties.
Gaat Robbie nu dan echt zien hoe iemand een einde aan zijn leven gaat maken?
672 woorden.
JE LEEST
ONWEER IN M'N HOOFD || mabbie
Fanfiction"Soms zit er onweer ik m'n hoofd. Is m'n hele lijf verdoofd. Krijg ik geen adem, geen rust om me heen." Twee jongens, beide met mentale problemen, ze willen niet langer meer door. Op een avond besluiten ze er een einde aan te maken, maar als ze bij...