Robbie loopt verder naar huis met zijn oortjes op het luidst, en nog een sigaret tussen zijn vingers. Na zo'n tien minuten staat die dan toch echt voor zijn huis.
De gordijnen zijn dicht, en door het raam van de deur ziet hij geen enkel beetje licht, iedereen die langs loopt zal denken dat er niemand thuis is, of dat ze al liggen te slapen.
Maar Robbie weet beter, hij weet waarom die lichten uit staan. Zijn vader kan dan niet naar hem kijken.
Hij heeft zich helemaal lam gezopen, en dan komt de agressie, de walging weer terug. Dan ziet die weer voor zich wat er in Robbie's kamer gaande was.
Wat ook de reden was dat het allemaal startte, Robbie werd betrapt door zijn vader.
En dat is niet het ergste, nee het was met een andere jongen. En die dag kwam Rob er achter dat zijn vader homofobisch is.
Dat hij niet altijd van hem zal houden, wat dus wel gezegt werd. Maar dat was gewoon een leugen. Hij zou niet altijd van hem houden, niet als hij op jongens valt.
Maar ook is die er achter gekomen tot wat die allemaal in staat is, en Robbie is bang voor wat er gaat gebeuren als die binnen stapt.
Met geluk is hij met een flesje bier op de bank in slaap gevallen, maar Rob is bang dat dat niet het geval gaat zijn.
Hij haalt even diep adem, praat zichzelf wat moed in en bereid zich mentaal voor, en dan steekt hij zijn huissleutel in het slot.
Hij draait het slot om, en het klikje geeft aan dat die open is, Robbie duwt stilletjes de deur open, en sluit hem zo zacht mogelijk achter hem.
Maar al snel is de stilte verbroken door luide, zware voetstappen. De deur word open gegooit, en daar staat hij.
De alcohol geur is zelf te ruiken als ze aan de andere kant van de gang staan. Aan zijn ogen is ook te zien dat hij weer veelste veel op heeft. Hij heeft zelfs nog een flesje Bavaria in zijn hand.
Voor zichtig kijkt Robbie op naar zijn vader, wie tegen de deurpost aan hangt, waarschijnelijk om dat die anders meteen omflikkerd.
"Waar was jij?" Zijn woorden komen langzaam en lastig uit zijn mond.
"Buiten." Antwoord Robbie zachtjes, zijn ogen op de muur achter zijn hoofd, zodat hij wel het idee heeft dat die hem aan kijkt. Zijn vader haat het als die dat vermijd.
Maar Robbie vind het lastig hem aan te kijken, wetend dat deze man ooit een aardige, goeie vader was en dat daar nu niks meer van over is.
"Je was bij dat vriendje van je, hé?" Hij neemt nog een slok uit zijn flesje voor die verder praat. "Je was weer met die vuile flikker die je homo hebt gemaakt."
"N-nee, ik was buiten." Herhaald Robbie, en dat is de waarheid. Zijn eerste en enigste liefde heeft het contact verbroken na zijn vader naar hun zat te schreeuwen. Al zou die hem willen zien kan dat niet.
"Lieg niet tegen me!" Schreeuwt hij, en voor Robbie het weet ziet die een blauw flesje op hem af komen, hij voelt de impact op zijn gezicht, bij zijn rechter wenkbrauw.
Zijn benen begeven het en zijn knieën raken de vloer, en hij sluit zijn ogen om het draaien te stoppen.
Zijn wenkbrauw prikt, waar nu een snee zit, en het prikken komt door het beetje bier wat nog in het flesje zat dat toen de fles brak er uit kwam en nu in de snee aan het druppelen is.
"Wat ben je nou voor mietje?!" Een harde trapt in zijn zij, en hij valt om. "Dat komt allemaal door die jongen, als hij van jou niet een homo had gemaakt was je veel sterker geweest!"
Nog meer trappen volgen en Robbie kruipt in elkaar, zich klein makend in de hoop dat de pijn minder word. Het lijkt alsof de tijd stil staat, dat die hem voor een oneindige tijd zeer kan doen.
Hij blijft daar liggen, laat zijn vader hem mishandelen, hem uitschelden. Want hij heeft gelijk, hij id niet sterk. Voor een lange tijd niet geweest. En hij heeft zich in lange tijd niet zo zwak gevoeld als nu.
712 woorden.
JE LEEST
ONWEER IN M'N HOOFD || mabbie
Фанфик"Soms zit er onweer ik m'n hoofd. Is m'n hele lijf verdoofd. Krijg ik geen adem, geen rust om me heen." Twee jongens, beide met mentale problemen, ze willen niet langer meer door. Op een avond besluiten ze er een einde aan te maken, maar als ze bij...