𝓐𝓵𝓵𝓮𝓼 𝓿𝓪𝓵𝓽 𝔀𝓪𝓽 𝓲𝓴 𝓱𝓮𝓫 𝓸𝓹𝓰𝓮𝓫𝓸𝓾𝔀𝓭

239 19 7
                                    

CHAPTER THREE

De blond schept wat rijst op zijn lepel voor die het weer in zijn bord laat vallen. Zijn hoofd leund op zijn hand terwijl die met een emotieloze blik naar zijn bord staard.


Het is niet alsof hij niet wil eten, hij krijgt gewoon niks door zijn strot heen, zijn eetlust is gewoon compleet verdwenen.

Hij denk telkens aan hoe zijn broertje nu tegen over hem zal moeten zitten, maar inplaats daar van staat er een lege stoel.

Wel staat er een bord en bestek voor die stoel op de tafel, voor Ezra, het voelde gewoon niet juist om die plek helemaal leeg te laten.

"Matt," Zegt een zachte, bezorgde stem van naast hem. Zijn moeder, Marieke merkte ook dat die niet eet wat hem zorgen baarde. Hij at sinds het ongeluk wel minder, maar at in ieder geval nog. Het enige wat ze hem vandaag zag eten was een appel voor ontbijt. "Ga je ook even wat eten, lieverd?"

Matthy slikt zachtjes als die de bezorgde toom hoort, hij verdiend die zorgen niet. Niet na wat die heeft veroorzaakt.

"Ik heb geen honger." Zegt hij zachtjes, het oog contact die de vrouw probeerd te maken ontwijkend.

"Je moet wel eten, Matthyas." Voegt zijn vader, Jarno toe. "Je hebt vandaag al weinig op."

Matthy blijft stil, ogen nog steeds gericht op zijn volle bord. Hij wil niet praten, niet eten, hij wil zich gewoon afzonderen in zijn slaapkamer. Dat is alles waar diw nu behoefte aan heeft.

Hij hoord zacht gefluister van af naast hem, maar doet niks. Hij negeerd het gefluister waar van die weet dat het over hem gaat.

"Matthyas," Zijn vader zijn stem klinkt zacht en streng tegelijk. "Het is niet jou fout, dat weet je toch?"

Matthy slikt maar knikt dan zachtjes. Ookal is dat een leugen. Het is juist zijn fout, ze hoefen niet te liegen daar over.

"We menen het, Matt. Jij kan hier niks aan doen. Dit had iedereen kunnen overko-"

"Maar het over kwam Ezzie!" Onderbreekt Matt ze, eindelijk opkijkend naar zijn ouders. "Het was niet iedereen, het was Ezra! En ik had dat kunnen voorkomen! Als ik nooit dat appje ging beantwoorden had ik het gezien, hem tegen kunnen houden! Of zelf de gene zijn die achter die voetbal aan ging! Het is wel mijn fout en dat weten we allemaal!"

Zijn ouders kijken hem verbaasd aan, Matthy was het stille, rustige kind. Iemand die absoluut niet naar zijn ouders zal schreeuwen, maar het nu toch doet.

Maar wat misschien wel het meeste pijn doet is de zin; "Of zelfs de gene zijn die achter die voetbal aan ging!'

Hij weet dat als die dat zal doen dat hij geindigt zou zijn als Ezra, en die zin verteld hun dat hij dat wou. Dat het hem had moeten zijn in plaats van Ezra, dat hij dood had moeten zijn.

En je eigen kind dat horen zeggen doet zo ongelooflijk veel pijn. Even zijn ze stil, niet wetend wat te zeggen. Ze willen hun  enige levende zoon troosten, maar weten niet welke woorden te laten horen, welke aanrakingen het best zouden zijn.

Maar dan is het al te laat, en staat Matthyas op.

"Matthyas!" Roept ze als de voordeur dicht valt? Ze staat op om achter hem aan te rennen, maae haar man stopt haar, zijn armen om haar middel heen slaand.

"Laat hem maar even, Marieke. Verteld hij haar.

"Het regent, en hij heeft geen jas aan!" Roept ze, wijzend naar het raam waar de druppels van af stromen.

"Hij heeft gewoom even nodig, hij komt straks wel weer thuis." Antwoord hij, niet wetend dat ze vanavond nog een keer hun zoon kunnen verliezen.

615 woorden.

ONWEER IN M'N HOOFD || mabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu