11

1 0 0
                                    

POV RAVEN:

Mijn hoofd bonsde nog van het gesprek met Damon en zijn vrienden terwijl ik de gymzaal in liep. De geur van rubberen matten en zweet sloeg me tegemoet, maar het was vertrouwd. Dit was een plek waar ik controle had. Geen onverwachte confrontaties, geen raadselachtige opmerkingen die mijn verleden dreigden bloot te leggen. Gewoon de ring, de handschoenen en het geluid van stoten die doel troffen.

Toch voelde ik hun ogen op me branden. Damon en zijn groep zaten aan de rand van de zaal, nonchalant achteroverleunend tegen de muur. Alsof ze zich te goed voelden om echt deel te nemen aan de les. Maar hun blikken waren scherp, vooral die van Damon. Ik wist dat hij wachtte op wat komen ging.

De leraar, een gespierde man met een streng gezicht en een stem die door merg en been ging, riep ons bij elkaar. "Vandaag gaan we boksen," kondigde hij aan. "En nee, het is niet alleen voor de show. We gaan leren hoe je controle behoudt en jezelf verdedigt. Kies een partner."

De groep begon te schuifelen en te murmelen, terwijl iedereen elkaar taxerend aankeek. De meesten kozen hun vrienden. Ik bleef staan waar ik was, mijn armen over elkaar, wachtend tot iemand dapper genoeg was om naar me toe te stappen.

"Raven," klonk Damons stem achter me. Ik draaide me om, en daar stond hij, met die onuitstaanbare zelfverzekerde glimlach op zijn gezicht. "Zin in een uitdaging?"

Mijn ogen vernauwden zich. "Je wilt met míj boksen?"

Hij haalde zijn schouders op. "Waarom niet? Je bent toch de kampioen van de ring? Of ben je bang dat ik je voor schut zet?"

Een paar van de anderen grinnikten, maar ik voelde het bloed in mijn aderen koken. Hij dacht dat dit een spel was. Goed. Laat hem maar zien hoe een spel écht gespeeld wordt.

"Prima," antwoordde ik koel. "Maar als ik je knock-out sla, is dat jouw probleem."

De leraar wees ons een hoek van de zaal toe met een paar matten en handschoenen. Terwijl ik de mijne aantrok, voelde ik zijn blik op mijn handen. Het was waarschijnlijk niet moeilijk te zien dat ik dit eerder had gedaan. Mijn knokkels waren ruwer, mijn bewegingen instinctief.

Damon leek dat ook op te merken. "Dus," zei hij terwijl hij zijn handschoenen aanschoot, "heb je tips voor een beginner? Of vertrouw je erop dat ik het zelf uitvind?"

Ik grijnsde. "De enige tip die je nodig hebt, is: blijf uit mijn buurt."

Het eerste signaal klonk, en we begonnen te cirkelen. Hij probeerde het zelfverzekerde masker te behouden, maar ik zag het – de lichte aarzeling in zijn bewegingen, het gebrek aan precisie in zijn houding. Hij was sterk, dat voelde ik al aan zijn aanwezigheid, maar hij wist niet hoe hij die kracht moest gebruiken.

Ik liet hem de eerste klap maken. Hij kwam met een brede zwaai, veel te traag en te voorspelbaar. Ik dook weg en stootte snel, een lichte tik tegen zijn schouder om te laten zien hoe open hij stond. Zijn ogen vernauwden zich.

"Oh, nu ben je serieus," zei ik spottend.

Hij lachte, maar het klonk iets minder zelfverzekerd. De tweede poging was beter, sneller, maar ik bleef hem telkens net voor. Het was bijna te gemakkelijk. Ik merkte dat de anderen inmiddels ophielden met hun eigen gevechten en naar ons begonnen te kijken.

Damon bleef komen, en ik bleef hem ontwijken, af en toe een stoot uitdelend die zijn houding nog verder brak. Toen hij eindelijk iets probeerde dat in de buurt kwam van een echte strategie, was het te laat. Ik zag de opening, ging laag en plaatste een snelle stoot tegen zijn zij.

Hij hapte naar adem en stapte achteruit, zijn hand instinctief op de plek waar ik hem had geraakt. Ik rechtte mijn rug en keek hem aan. "Dat was leerzaam, toch?"

Hij lachte schor, veegde zijn mond af met de achterkant van zijn handschoen en knikte. "Je bent beter dan ik dacht."

"Dat had je al moeten weten," antwoordde ik kil, terwijl ik mijn handschoenen uittrok.

De rest van de groep mompelde instemmend, en ik voelde hun blikken. Sommigen waren geïmponeerd, anderen misschien geïrriteerd. Damon? Die bleef me aankijken, een vreemde glinstering in zijn ogen.

"Dit was leuk," zei hij uiteindelijk, zijn stem zachter dan voorheen. "Maar ik krijg mijn revanche."

Ik rolde met mijn ogen. "Hou jezelf maar voor de gek. Dit was geen wedstrijd."

Ik draaide me om en liep weg, mijn ademhaling nog steeds stabiel. Dit spel? Dit was nog maar net begonnen.

Ronde tweeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu