13

1 0 0
                                    

POV RAVEN:

De muziek dreunde door mijn lijf, een pulserend ritme dat de muren van het huis leek te verpletteren. Het feest was alles wat je kon verwachten van een dorp waar verveling de grootste vijand was: een chaotische mix van goedkope drank, harde beats en mensen die zich te veel of te weinig aantrokken van wat anderen dachten. Precies wat ik nodig had.

Ik leunde tegen de muur, een halflege fles in mijn hand. De bittere smaak van de goedkope whisky brandde nog in mijn keel, maar het deed zijn werk. Alles voelde een fractie zachter, waziger, alsof de scherpe randen van mijn gedachten werden afgeveild.

"Raven!" Een meisje waarvan ik de naam niet kende – of niet wilde kennen – kwam wankelend naar me toe. Haar ogen glinsterden, een mix van alcohol en adrenaline. "Je moet dit proberen."

Ze hield een hand vol pillen omhoog, haar glimlach te breed, te geforceerd. Normaal gesproken zou ik haar wegsturen, haar laten struikelen over haar eigen onbenulligheid. Maar vanavond? Vanavond was anders.

"Wat is het?" vroeg ik, mijn stem vlak.

"Geen zorgen," giechelde ze. "Je voelt je geweldig."

Ik keek naar de pillen, de twijfel een fractie van een seconde aanwezig voordat ik mijn hand uitstak. Het maakte niet uit wat het was. Het enige wat ik wilde, was stilte in mijn hoofd. Even niks voelen.

Ik slikte er één door, de bittere smaak kort en scherp. Het meisje juichte alsof ze net de loterij had gewonnen en verdween weer in de menigte. Ik bleef waar ik was, leunend tegen de muur terwijl de kamer langzaam begon te draaien.

De muziek leek harder te worden, de lichten helderder. Mijn lichaam voelde alsof het in een trance was, licht en zwaar tegelijk. Ik sloot mijn ogen en liet het over me heen komen. Het was alsof de wereld even verdween, de stemmen in mijn hoofd verstomden. Voor het eerst in weken voelde ik... rust.

"Raven?"

De stem haalde me uit mijn roes. Mijn ogen schoten open, en ik zag Damon voor me staan. Zijn gezicht was een mengeling van nieuwsgierigheid en iets wat leek op bezorgdheid, al wilde ik dat laatste waarschijnlijk gewoon niet geloven.

"Wat doe jij hier?" mompelde ik, mijn woorden iets trager dan normaal.

"Wat doe jíj hier?" kaatste hij terug. Zijn ogen gleden van de fles in mijn hand naar de pillen die ik nog steeds in mijn andere hand hield. "Ben je serieus?"

Ik haalde mijn schouders op, mijn hoofd voelde te zwaar om een gevat antwoord te bedenken. "Wat maakt het uit?"

"Het maakt uit omdat je jezelf kapotmaakt," zei hij, zijn stem laag maar scherp genoeg om door de muziek heen te snijden.

Ik lachte, een kort, bitter geluid. "Alsof jij weet wat kapot zijn betekent."

Zijn kaak spande zich aan, en even dacht ik dat hij iets ging zeggen. Maar in plaats daarvan pakte hij mijn arm vast, stevig maar niet ruw. "Kom mee."

"Laat me los," siste ik, terwijl ik probeerde mijn arm los te trekken. Maar mijn coördinatie was verre van perfect, en hij was sterker dan ik.

"Ik meen het, Raven," zei hij, zijn stem nu zachter maar niet minder vastberaden. "Je gaat hier niet blijven."

Iets in zijn blik hield me tegen. Misschien was het de ernst, de intensiteit die ik niet van hem verwacht had. Of misschien was het gewoon dat ik te moe was om nog een gevecht aan te gaan.

Zonder nog iets te zeggen, liet ik me door hem meevoeren. Weg van de muziek, de lichten, de mensen. Weg van alles wat me even verdoofd had.

Ronde tweeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu