12

1 0 0
                                    

POV RAVEN:

De rest van de gymles verliep zonder verdere incidenten, maar ik voelde Damon's blik elke keer als ik langs hem liep. Het was alsof hij me probeerde te doorgronden, alsof hij het niet kon verkroppen dat ik hem had verslagen. Laat hem maar lekker worstelen met zijn ego. Ik had belangrijkere dingen om over na te denken.

Toen de bel ging, liep ik de kleedkamer in en hoorde de fluisteringen al voor ik mijn tas neerzette. Meisjes die onderling giechelden en naar me keken alsof ik een wild dier was dat elk moment uit zijn kooi kon breken. De meesten hielden afstand, maar er was altijd die ene.

"Denk je dat je speciaal bent, omdat je een jongen in elkaar kunt slaan?" zei een blond meisje met een overdreven glimlach. Haar naam wist ik niet, maar haar stem klonk als nagels over een krijtbord.

Ik keek haar aan, mijn blik ijzig. "Wil je het ook proberen?"

Haar glimlach verstijfde, en ze draaide zich met een ruk om. Goed zo. Ik had geen geduld voor dit soort onzin. Terwijl ik me omkleedde, voelde ik een mengeling van frustratie en vermoeidheid opkomen. Het leek wel alsof iedereen me constant op de proef wilde stellen, alsof ik continu moest bewijzen dat ik niet te breken was.

Maar dat waren zorgen voor later. Nu moest ik me gewoon door de rest van de dag slepen. De volgende lessen gingen in een waas voorbij. Biologie, wiskunde, geschiedenis. Het enige wat me echt opviel, was dat Damon en zijn vrienden steeds in de buurt leken te zijn. Levi zat twee rijen voor me in geschiedenis, constant met een pen tegen zijn tafel tikkend alsof hij mijn aandacht wilde trekken. Kane stond in de gang toen ik naar mijn kluisje ging, nonchalant tegen de muur geleund. En Damon? Hij dook overal op, altijd met diezelfde blik alsof hij een geheim probeerde te ontrafelen.

Tijdens de lunch was het niet anders. Ik zat alleen, mijn gebruikelijke routine, toen ik hun stemmen hoorde. Ik keek op en zag het groepje naar mijn tafel lopen, trays in hun handen en grijnzen op hun gezichten.

"Oh, kijk eens aan," zei Levi terwijl hij zich tegenover me liet vallen. "De kampioen eet alleen. Dat kan toch niet?"

"Misschien houdt ze van de rust," zei Damon, die naast me ging zitten. Zijn stem klonk luchtig, maar ik voelde de ondertoon.

Ik rolde met mijn ogen. "Misschien moeten jullie ergens anders gaan zitten."

"Misschien," zei Damon terwijl hij een hap van zijn brood nam. "Maar dat doen we niet."

Ik leunde achterover en keek hem aan. "Wat wil je nou echt, Damon? Je hebt je revanche in de gymles al gehad. Of wil je die opnieuw verliezen?"

Levi barstte in lachen uit, maar Damon hield zijn blik strak op mij gericht. "Ik wil gewoon weten wie je bent, Raven. Je bent nieuw, en toch lijkt het alsof je al jaren gewend bent om te vechten. Mensen zoals jij verschijnen niet zomaar ergens zonder reden."

"Misschien ben ik gewoon goed in mijn geheimen bewaren," zei ik.

"Misschien," herhaalde hij. "Maar iedereen heeft een verleden, Raven. Het is alleen een kwestie van tijd voor we dat van jou kennen."

Ik voelde een rilling over mijn rug lopen, maar ik hield mijn gezicht in de plooi. "Veel succes met zoeken."

Damon's grijns werd breder, en ik wist dat hij het niet zou laten rusten. Maar dat was zijn probleem. Als hij mijn verleden wilde opgraven, kon hij het hele kerkhof krijgen. Ik stond op, mijn dienblad stevig in mijn handen.

"Geniet van je lunch, Damon," zei ik voordat ik wegliep.

Achter me hoorde ik Levi zeggen: "Ik mag haar wel. Ze is pittig."

"Ja," antwoordde Damon zachtjes, bijna alsof hij het niet wilde toegeven. "Dat is ze."

Ronde tweeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu