4

1 0 0
                                    

POV RAVEN:

"Jij daar, nieuwe meid! Je gaat bij team B," roept de coach, zijn stem scherp en resoluut. Alsof ik een stuk inventaris ben dat net is afgeleverd.

Ik voel de ogen van de hele gymzaal op me branden terwijl ik naar de groep loop. Team B bestaat uit een paar jongens die er gespierd uitzien, een paar meiden die hun nagels meer aandacht lijken te geven dan de bal, en één mager type die eruitziet alsof hij liever een boek leest dan sport. Ik voel een paar blikken van mijn nieuwe teamgenoten over me heen glijden, en ik weet precies wat ze denken.

De blonde jongen van eerder, de clown die mijn spieren belachelijk probeerde te maken, zit natuurlijk in het andere team. Hij staat te grijnzen alsof hij de wedstrijd al gewonnen heeft. "Hé, coach!" roept hij. "Zeker dat ze niet in een eigen team moet? Straks breekt ze iemand."

Gelach. Natuurlijk. Ik knik langzaam, mijn blik strak op hem gericht. Hij zoekt iets, een reactie. Prima, hij zal krijgen wat hij zoekt.

De coach blaast op zijn fluit, en het spel begint.

De bal komt mijn kant op nog voordat ik goed en wel sta. Een jongen van het andere team probeert hem van me af te pakken, maar ik ben sneller. Met een scherpe beweging draai ik langs hem heen en dribbel naar voren. Mijn spieren spannen zich moeiteloos aan, elke stap krachtig en doelgericht.

"Pas op!" roept iemand van mijn team, maar het is al te laat. Blondje – blijkbaar heet hij Damon, dat hoorde ik eerder – komt op me af. Hij denkt duidelijk dat hij me wel aan kan. Zijn brede schouders en zelfverzekerde houding vertellen me dat hij gewend is iedereen van de bal te zetten. Maar ik ben geen 'iedereen.'

Hij duikt naar de bal, maar ik ben sneller. Met een draai om mijn as ontwijk ik hem, voel ik hoe zijn schouder me net niet raakt, en hoor ik een gefrustreerde grom. De bal blijft stevig onder mijn controle terwijl ik naar de basket sprint.

"Wow," mompelt iemand aan de zijlijn. Ik hoor het, maar het doet me niets. Dit is mijn moment.

Ik spring, mijn lichaam gestroomlijnd in de lucht, en laat de bal door de basket glijden met een krachtige dunk. Het is geen wedstrijdniveau, maar het geluid van de bal die de vloer raakt, is genoeg om even stilte te creëren.

"Dat was geluk," mompelt Damon als hij naast me komt staan. Zijn adem gaat sneller, alsof hij moeite heeft om zijn ego bij elkaar te rapen.

Ik grijns en kijk hem aan. "Geluk? Oh, ik wist niet dat dat in de sportschool te koop was."

Zijn kaak verstrakt, en ik zie dat hij iets wil zeggen, maar hij wordt onderbroken door de fluit van de coach.

Het spel gaat door, maar het is alsof er iets veranderd is. Mijn teamgenoten beginnen me steeds vaker de bal te geven, alsof ze eindelijk doorhebben dat ik weet wat ik doe. En Damon? Hij probeert me bij elke kans tegen te houden, alsof hij iets te bewijzen heeft. Elke keer faalt hij, en elke keer voel ik zijn frustratie groeien.

Bij de laatste paar minuten van het spel staan we gelijk. De spanning in de zaal is te snijden. Damon krijgt de bal en rent richting onze basket. Zijn teamgenoten maken een opening voor hem, en het lijkt erop dat niemand hem kan stoppen.

Behalve ik.

Ik kom op hem af, mijn lichaam een strakke lijn van focus en kracht. Zijn blik kruist de mijne, en ik zie de twijfeling, een fractie van een seconde waarin hij zich afvraagt of hij dit wel aankan.

Ik spring op precies het juiste moment en grijp de bal uit zijn handen. Met een snelle draai zet ik koers naar de andere kant van de zaal. Mijn adem gaat zwaar, mijn hart bonkt, maar ik voel niets anders dan adrenaline.

Nog één sprong. Nog één kans.

Ik gooi de bal, en hij glijdt perfect door de basket. Het geluid van het net dat zwaait is muziek in mijn oren.

De fluit klinkt. We hebben gewonnen.

Ik draai me om en kijk naar Damon. Zijn gezicht is een mengeling van frustratie en... respect? Misschien. Maar ik geef hem niet de kans om iets te zeggen.

Ik loop naar de bank, pak mijn fles water, en neem een lange slok. Iedereen praat, lacht, roept naar elkaar, maar ik voel me afgesneden van het lawaai. Hier is geen trofee. Geen betekenisvolle overwinning. Alleen maar een volgende ronde in een eindeloos gevecht.

Toch voel ik een klein vonkje voldoening. Misschien is het niet veel, maar voor nu is het genoeg.

Ronde tweeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu