15

6 1 0
                                    

POV RAVEN:

Het voelde alsof zijn woorden van gisteravond nog steeds om me heen hingen, als een wolk die ik niet kon wegblazen. Damon had geen idee waar hij het over had. Hij kende me niet, wist niets van mijn verleden of waarom ik deed wat ik deed. En toch dacht hij dat hij het recht had om zich met mijn leven te bemoeien.

De hele ochtend op school probeerde ik hem te ontwijken, maar natuurlijk lukte dat niet. Hij leek overal te zijn: in de gangen, in de klas, zelfs bij mijn kluisje. En elke keer als onze blikken kruisten, kreeg ik dat onuitgesproken oordeel van hem. Dat stak meer dan ik wilde toegeven.

Toen de bel voor de pauze ging, liep ik naar buiten, naar de achterkant van het schoolgebouw waar het meestal rustig was. Maar net toen ik dacht dat ik even adem kon halen, hoorde ik zijn stem.

"Raven."

Ik draaide me om en zag Damon staan, zijn armen over elkaar. Zijn blik was scherp, uitdagend, alsof hij al wist dat dit niet rustig zou eindigen.

"Wat?" beet ik hem toe.

"Je weet wat," zei hij, zijn stem kalm, wat het alleen maar irritanter maakte. "We moeten praten."

Ik rolde met mijn ogen en draaide me om. "Ik heb niks te zeggen."

"Nee?" Hij liep naar me toe en ging recht voor me staan. "Dus gisteravond betekent helemaal niks? Je gaat gewoon verder alsof dat normaal is?"

Ik voelde mijn kaak aanspannen. "Wat ik doe, Damon, is mijn zaak. Niet die van jou."

"Dat zei je gisteravond ook," kaatste hij terug. "En kijk waar dat je heeft gebracht. Nog een paar stappen verder en je was van die pillen omgevallen."

"Je overdrijft," snauwde ik. "Ik had alles onder controle."

"Onder controle?" Hij lachte kort, bitter. "Je hebt niks onder controle, Raven. Je bent jezelf kapot aan het maken, en iedereen ziet het behalve jij."

Die woorden raakten me, dieper dan ik wilde toegeven. Maar in plaats van dat te laten zien, voelde ik de woede in me opborrelen.

"Je denkt dat je alles weet, hè?" Ik zette een stap naar hem toe, mijn blik scherp. "Maar je hebt geen idee wat ik heb meegemaakt. Geen idee waar ik doorheen ga. Dus stop met doen alsof je mijn redder bent. Ik heb niemand nodig, en al helemaal jou niet."

Hij keek me aan, zijn blik net zo fel als de mijne. "Misschien niet," zei hij uiteindelijk, zijn stem lager. "Maar je kunt blijven doen alsof je alles alleen aankan, Raven. Uiteindelijk breekt zelfs de sterkste muur als je er te veel gewicht op zet."

"Hou gewoon je mond, Damon," siste ik. "Je kent me niet. En ik wil ook niet dat je me kent."

Ik draaide me om en liep weg, mijn hart bonzend in mijn borst. Ik had gewonnen, maar waarom voelde het dan alsof ik had verloren?

Ronde tweeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu