~ it wasn't him

98 5 0
                                    

~ Nadia
Gisteravond laat waren Sanne en ik samen naar de bungalow van Fleur's ouders gelopen. Nadat we het schokkende nieuws hadden verteld waren ze helemaal in paniek. Daarna vertelde Sanne snikkend over onze moeder. We mochten gelukkig bij hun blijven totdat onze moeder terecht was. Nu was het een warme, klamme ochtend. De zon scheen fel, en het was een beetje benauwd buiten. Sanne en ik zaten aan de bordeaux rode ontbijttafel van Fleur's ouders. Beiden hadden we een rood kommetje dat matchte met de rode tafel gevuld met müsli en vers fruit. De mango smaakte sappig en zoet, en de müsli was lekker knapperig. Ik zag uit mijn ooghoek hoe Sanne alle stukjes mango uit haar kommetje viste, daarna de melk opdronk en als laatst de müsli droog op at. Zelf kon ik geen hap door mijn keel krijgen ook al was het zo'n lekker ontbijtje. Ik dacht de hele tijd alleen maar aan Fleur. 'Waar was ze nu?' Zou ze nog leven?' Was Twan haar nu aan het volgen?' Alle gedachten drongen door mijn hoofd en ik begon me er naar door te voelen. 'Hee Naad, gaat ie wel? Je ziet zo wit?' zei Sanne met een lief medelevend gezichtje. 'Lief dat je dat vraagt, maar ik voel me niet zo goed. Ik denk de hele tijd alleen maar aan Fleur' antwoordde ik met een verdrietige stem. Sanne keek me aan en pakte mijn hand vast. 'Tis niet eerlijk hé.. Mama ook al, en nu Fleur!' Ik zag hoe haar felblauwe ogen zich vulden met tranen en kneep zachtjes in haar kleine, zachte handje. 'Wat er ook gebeurd, we hebben altijd elkaar nog. Ik laat jou nooit alleen San, dat beloof ik.'

~ Fleur
Ik werd wakker in de bladeren van het bos. Schokkend keek ik om me heen. Ik zag hoe hij naar me stond te kijken. 'Jezus man! Je bent wakker, eindelijk! Ik dacht dat je dood was!' zei hij.
'Dat zou jij willen Twan!' schreeuwde ik dramatisch en bang.
'Huh? Twan? Wie is Twan?' Wow, wacht effe hoor, volgens mij heb je net iets gedroomd toen je flauwviel.'
Ik keek de jongen verbaasd aan. 'Jij.. Jij bent Twan helemaal niet! Ik dacht al, je lijkt helemaal niet op hem!' Een golf van opluchting vloog door mijn lijf. 'Nee, ik ben Teun' zei hij droog. 'Nadat we zoenden viel jij ineens flauw, en toen heb je volgens mij heel eng gedroomd ofzo! Je schreeuwde helemaal in je droom, maar ik kreeg je niet wakker.'  Ineens snapte ik hem en ik voelde me zo opgelucht! Hij gaf me zijn hand, en trok me omhoog uit de bladeren. Ik lachte verlegen naar hem en hij lachte terug. 'Waar kom je eigenlijk vandaan?' zei hij nieuwsgierig. Bedroefd keek ik naar de grond. 'Eigenlijk ben ik op vakantie hier in Ameland in de buurt van het strand, maar...' Aarzelend keek ik hem aan. 'Hee, tis goed joh. Je kan me vertrouwen. Ik zal niks doorvertellen als jij dat wilt.' Hij legde zijn arm om mijn schouder en keek me lief aan. 'Ik moest vluchten voor iemand genaamd Twan, hij wilt me vermoorden en hij is op zoek naar me.' Ik kon mijn tranen niet meer binnen houden, en snikte zachtjes. 'Jee man! Wat heftig! Waarom wilt hij je vermoorden! Omg echt niet normaal dit!' Geschrokken keek hij me aan en hij gaf me een knuffel om me te troosten. 'D..dat weet ik d..dus niet!' zei ik snikkend. 'We waren verliefd enzo en toen in de nacht toen gingen we naar b..buiten e..en toen wou hij me v..vermoorden!' Ik huilde hard en Teun keek me alweer geschrokken aan. 'Liefje, wat erg! We moeten de politie inschakelen! Weten die het al?!' Teun keek paniekerig om zich heen, alsof hij dacht dat Twan ineens zou kunnen opduiken. 'Ik heb geen idee of de politie het al weet. Waarschijnlijk heeft mijn vriendin al gebeld. Zou ik haar alsjeblieft mogen bellen!' Smekend keek ik Teun aan. Mijn ogen brandden helemaal omdat ik net zo hard had gehuild. 'Tuurlijk mag dat gekkie, kom op dan gaan we snel naar mijn huis!' Hij gaf een kus op mijn voorhoofd, pakte mijn hand, en samen liepen we door het bos op weg naar zijn huis. Na tien kleine minuutjes kwamen we aan op een smal kronkelig paadje dat leidde naar een gezellig, knus, wit huisje met zeeblauwe luikjes. Het huisje zag er Frans uit. Het was gemaakt van allerlei verschillende kleuren en maten stenen, en het dakje was gemaakt van daktegels met stro. 'We zijn er hoor', zei Teun blij. 'Wat een prachtig huisje hebben jullie!' zei ik bewonderd. 'Dankje, alleen eigenlijk kan je haast zeggen dat ik er alleen woon. Mijn ouders werken allebei fulltime in een fabriek... Ze slapen hier eigenlijk alleen maar'. Bedroefd keek Teun naar de grond. 'Ow, wat stom' zei ik medelevend.  'Nwah, k ben er nu wel aan gewend hoor' zei Teun lacherig. We liepen door de Turquise deur naar binnen. Het halletje waar we binnenkwamen was erg klein, maar superschattig. Het was crème kleurig met witte stipjes als details. Het woonkamertje was erg knus, en getint in dezelfde zee blauwe kleur als de luiken van het huisje. Teun liep naar het smalle keukentje en vroeg: 'Je zult vast honger hebben! Zin in scones?' Het water liep me al in de mond toen ik het woord 'scones' hoorde. 'Ja, please!' Met een sprintje liep Teun naar een lichtgroen keukenkastje, en haalde er een mandje met scones uit. Samen lunchten we gezellig. 'Zou ik nu alsjeblieft Nadia mogen bellen?' 'Tuurlijk bæ' zei Teun lief. 'Ken je haar nummer uit je hoofd dan?'
'Ow, fock it, nee!' Balend keek ik naar de grond. 'Geeft niks liefje, we zoeken haar nummer wel via google'. 'Hoe heet ze?' Teun liep naar zijn IMac en surfte naar Google. 'Nadia Breemans' zei ik zonder twijfel. 'A, hebbes! Pak mijn mobiel maar van tafel, dan noem ik het nummer op'. 'Tuut, tuut, tuut'. Ik hoorde de telefoon overgaan. 'Please Naad, neem alsjeblieft  op!' dacht ik gespannen.
'Hallo met Nadia'.....

Ps- I'm writing this from heaven (a Dutch thriller)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu