De Boete

526 26 16
                                    

Bo's P.O.V.

Ik kijk hoe inwoners van alle leeftijden zich onder leiding van vredesbewakers in een rij voor me worden geplaatst. Er komen allerlei verschillenden gezichtsuitdrukkingen voorbij; bedrukt, kwaad, angstig, bedroefd. Zelf voel ik niks. Het dringt niet tot me door dat ik van de ene op de andere dag opeens niet meer veilig ben. Het is ook zo onwerkelijk allemaal, het voelt niet meer als gisteren dat we de aankondiging van de 100ste hongerspelen live op televisie hebben gezien. Iedereen reageerde geschokt. Ik ging er altijd vanuit dat het Capitool de meest veilige woonplaats in Panem was, maar dat is opeens niet zeker meer.

Het is allemaal zo snel gegaan. Ik herinner me nog vaag hoe Sem en mijn moeder elkaar huilend vasthielden en hoe mijn vader is opgestaan, naar de slaapkamer is gelopen en daar de rest van de dag heeft doorgebracht. Misschien is vandaag wel de laatste dag dat ik hun zie.

Ik voel hoe de stevige greep van een van de vredesbewakers als een bankschroef om mijn bovenarm sluit. Hij trekt me mee naar mijn plaats in de rij en hoewel ik het niet fijn vind dat hij me zo ruw meesleept, ik ben te verdoofd om tegen te stribbelen. Overal hoor ik mensen om me heen verontwaardigd mompelen. Als ik naast me kijk zie ik een meisje van mijn leeftijd met twee vlechtjes strak voor zich uit staren. De tranen rollen over haar wangen, maar er komt geen geluid uit haar keel. Ik strek mijn nek en zie dat rechts alle meisje zijn ingedeeld, en links alle jongens. Helemaal vooraan bij het podium staan de wat jongere kinderen, en hoe verder ik naar achteren kijk, hou ouder de mensen in de rij. Ik verstijf als ik mijn blik per ongeluk kruis met die van mijn moeder. Ze knikt me bemoedigend toe en al wil ze sterk voor me zijn, ik zie de tranen in haar ogen staan.

Ik wil net Sem en mijn vader in de rij zoeken als er plotseling een vrouw in een felgekleurde jurk vol kleine, geborduurde spiegeltjes het podium op stapt. " Vrolijke Hongerspelen, en mogen de kansen ímmer in je voordeel zijn !" Vaag hoor ik haar opgewekt de slogan roepen die de spelen aankondigt, maar ik neem niet de moeite naar haar speech te luisteren over hoe speciaal deze editie wel niet is. Honderd keer kinderen in een arena gedumpt om elkaar te vermoorden, er is niks speciaal aan hoeveel mensen er daaraan wel niet gesneuveld zijn en er mogen dan misschien een aantal winnaars zijn, die zullen de gebeurtenissen in de arena de rest van hun leven op hun netvlies hebben staan. Ik kijk naar de wanhopige gezichten van de kinderen op de voorste rij die worden weerspiegelt in de jurk van de aankondigster, als ze net iets te hard "Dames gaan voor !" roept. Met een schok  realiseer ik me dat ik nu óf mijn moeder ga verliezen, óf mijn leven zal verliezen in de arena, óf de kansen in mijn voordeel zijn en het lot ervoor kiest me met rust te laten. Hoe groot is die kans nu eigenlijk dat juist ik of mijn moeder gekozen word ? Het Capitool heeft meer inwoners dan alle districten bij elkaar en wij hebben gelukkig geen voedselbonnen nodig en dus ook minder kans gekozen te worden, toch?

Ik kijk gebiologeerd naar elke beweging die de in spiegels gehulde vrouw maakt terwijl ze in de boetebol graait. Ik kan de angst en hoop van de anderen inwoners om me heen voelen. Ik kan de glimlach wel van het gezicht van de aankondigster slaan als ze veel te lang in de bol graait om het ons spannend te maken. Als ze dan eindelijk een van de papiertjes vastgrijpt, lijkt het alsof ze me recht aankijkt. Ze vouwt het open en werpt nog een laatste blik op het publiek voordat ze mijn naam voorleest:

" Bo Beljaars. "

AllthesehungergamezWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu