Ward's P.O.V
Vlak nadat ik afscheid had genomen van Bo en Kaj, kreeg ik een telefoontje dat ik zo snel mogelijk terug naar het centrum van het Capitool moest reizen. Er waren namelijk problemen op het plein waar de boetes hebben plaatsgevonden. Voor zover ik het weet is de familie van Bo erbij betrokken, met name haar broertje. Midnan wacht op me in het Gerechtsgebouw van het Capitool, hij mocht van de vredesbewakers mee als versterking. Eigenlijk moet ik Kaj en Bo opvangen na de openingsceremonie, maar het is een spoedgeval en ik heb kunnen regelen dat Paolo, Lunia en Landon die taak overnemen.
Ik wrijf in mijn gehandschoende handen en blaas mijn warme adem erin, een poging gevoel in mijn bevroren vingers te krijgen terwijl ik uit de trein stap. Met haastige stappen loop ik weer richting het gebouw. Toen ik het voor het eerst zag was ik behoorlijk onder de indruk, maar nu kan ik me alleen maar afvragen wat er gebeurd is in de tijd dat we in het Correctiecentrum waren. Ik bedenk me dat het verassend stil op straat is, tot het me te binnen schiet dat iedereen natuurlijk bij de ceremonie is.
Net wanneer ik voor de deur sta, zwaait een vredesbewaker hem open. "Deze kant op." Ik ben nogal verbluft over het haastige ontvangst, maar strompel dan toch achter hem aan. Mijn gezicht weerspiegelt in een raam. Wallen. Gebogen rug. Grauwe huid. Al die slapeloze nachten hebben het er niet beter op gemaakt. Ik begin straks nog aan de vermoeidheid te wennen, het leven van een winnaar. De harde klik van een klink doet me opschrikken uit mijn gedachten. "Hier zijn ze." bromt de vredesbewaker. Ik stap in een donkere ruimte. In tegenstelling tot de rest van het gebouw is deze kamer niet smetteloos wit, maar donkerbruin geverfd. In elke hoek van de kamer staat een roerloze vredesbewaker die de rillingen over mijn lijf laten lopen. In het midden staat een bloedrode, klassieke bank met daarop een man, vrouw en kind. Het aanzicht van Bo's familie breekt mijn hart. Ik wist niet dat het mogelijk was, maar ze zien er nog beroerder uit dan ik met hun ingevallen wangen en rode kringen rond hun ogen. De jongen ziet er echter nog best fit uit. Ik neem hem aandachtig in me op en merk dat er iets van strijdlust in zijn ogen af te lezen is.
De stilte wordt gebroken door iemand die zijn keel schraapt. Ik kijk naar links en zie nu pas dat Midnan daar staat, samen met een man van middelbare leeftijd. De man geeft me een hand en stelt zichzelf voor als Reece. "Neem plaats heren." Met een knik wijst hij naar een bureau tegenover de bank. Hij pakt er zelf ook een stoel bij, en zo zitten we allemaal rond het bureau, gevolgd door de blikken van de vredesbewakers. Er heerst een ongemakkelijke sfeer.
Iedereen in de kamer heeft zijn blik op mij gericht, alsof ze verwachten dat ik iets ga doen. "Dus.. wat is de reden dat ik hier zit?" vraag ik daarom maar. Ik heb geen flauw idee wie hier antwoord op zou moeten geven, en weer is er die stilte. "Bekijkt u het zelf maar." zegt Reece, waarna hij een knop op het bureau indrukt die me nog niet eerder was opgevallen. Er verschijnt een hologram, waarop 4 verschillende beelden te zien zijn. Ik zie dat het telkens vanuit een perspectief van het hoek van een gebouw is gefilmd, waarschijnlijk het Gerechtsgebouw. Het zijn beveiligingscamera's. Op de laatste camera is het plein afgebeeld. Reece klikt erop, zodat het plein nu over de hele hologram te zien is. Hij spoelt een eind terug en vertelt me dan goed op te letten. Ik word ontzettend nerveus van al dit schijnheilige gedoe, maar veel keus lijk ik niet te hebben.
Het pijnlijke beeld van hoe Bo naar de trein gebracht wordt herhaalt zich voor me. Ik kan er niet tegen om te zien hoe ze zonder enkele emotie te tonen wegloopt van haar familie, terwijl ik weet dat ze van binnen kapot is. Hoe stom dit ook mag klinken, ik ben blij dat ik haar mentor ben. Zo heb ik een excuus om op haar te letten en voor haar te zorgen, zonder dat het opvalt.
Na Bo volgt Kaj ook de trein in. Rij voor rij word het plein leeggehaald, en worden alle overgebleven naar huis gebracht. Ik vraag me net af waarom ze me dit laten zien, als er plotseling een groep mensen in paniek lijkt te raken. Ik merk dat ik dichterbij het scherm ga zitten om beter te kunnen zien wat er aan de hand is. Ze rennen ergens van weg, maar ik zie niet wat. Als de grootste menigte weg is, voel ik me plotseling heel misselijk worden. Een dode vredesbewaker. Ik wil mijn hoofd van het scherm afwenden, maar ik moet van mezelf zien hoe het is gebeurd. Hij lijkt gespietst te zijn tegen een martelwerktuig naast een podium, wat eigenlijk bedoeld is voor ongehoorzame burgers. Als Reece inzoomt op de gespietste man, moet ik me inhouden niet te kokhalzen. Zijn pak zit onder het bloed, en ik bedenk me dat je wel heel veel kracht nodig hebt om door een kogelvrij heen te kunnen spietsen. Doordat ik zo gebiologeerd naar de vredesbewaker staar, merk ik pas laat op dat er een jonge jongen wordt weggesleept. Hij slaat met veel geweld om zich heen, en ik hoor hem iets over het Capitool roepen wat ik niet goed kan verstaan.
Zo'n jong iemand kan toch nooit zoiets aanrichten? Dat idee is belachelijk. Maar ik sta pas echt perplex als zijn gezicht naar de camera draait. Het is Bo's broertje.Zodra Reece de hologram uitzet beginnen de ouders van Bo de jongen te verdedigen. "Wees alstublieft niet te hard voor hem, hij is nog zo jong en weet niet wat hij doet." "Precies, het komt om wat er met zijn zus is gebeurd, luistert u alstublieft naar ons." jammeren ze. Ze hebben het tegen mij. Ze denken dat ik hun zoon pijn ga doen. Ik leun naar achter en trommel met mijn vingers op het bureau. Ik wil het van de jongen zelf horen. "Vertel me precies wat er is gebeurd." beveel ik. Midnan, Reece, en de ouders beginnen tegelijkertijd aan hun verhaal. Ik kap iedereen bruut af. Er is maar een iemand die ik geloof en ik kijk hem recht aan. Hij zegt niks, maar blijkbaar wordt de stilte hem te ongemakkelijk. "Ik heb een vredesbewaker vermoord." Ik vertrek geen spier. Ik probeer door te vragen, maar het lukt me niet om nog meer uit hem te trekken. Toch zegt me iets dat hij meer te vertellen heeft, en dus zoek ik naar een excuus om zonder al die vredesbewakers met hem te kunnen praten. "Je komt met me mee. Ik laat je weten wat voor straf erop staat, Midnan, jij helpt me hiermee." Voor Reece probeer ik overtuigend te klinken, en tot mijn grote opluchting knikt hij naar me. De blik in de ogen van de ouders breekt mijn hart, ik wou dat ik ze kon laten weten dat ik hun zoon geen kwaad zal doen.
We lopen door de gang, zonder een woord te zeggen. Midnan, de jongen en ik. Midnan vroeg ik mee, omdat de jongen hem al kende en hij zich zo misschien minder geïntimideerd voelt. "Wat ik net zei meende ik niet. Je hoeft geen straf uit te zitten, en ook niet te vertellen wat er is gebeurd. Ik wil alleen weten waarom je het gedaan hebt." Het blijft stil op onze voetstappen na. We lopen in doelloze rondjes, alleen omdat ik niet het risico wil lopen dat er camera's in de kamers zijn die ons horen. Waarschijnlijk moet de jongen nu bedenken of hij me kan vertrouwen of niet, maar blijkbaar beslist hij van wel. "Het is allemaal zo oneerlijk. Elk jaar al die onschuldige mensen die overlijden, en wij zitten hier in alle luxe en kijken ernaar alsof het entertainment is. Ik knapte denk ik toen mijn zus gekozen werd, terwijl ze mij altijd geleerd heeft dat je dankbaar moet zijn voor alles om je heen. Ze verdient het niet. Niemand verdient het." Ik kan er niets aan doen, maar ik ben het volledig met hem eens. Hij laat me twijfelen aan mezelf. Ik heb gewoon braaf meegedaan. Ze gebruikten me, ik heb al die kinderen vermoord door ze naar de spelen te sturen, voor hén. Voor president Snow. "Je hebt helemaal gelijk." nadat ik dat zeg, krijg ik twee verbaasde blikken op me gericht. Maar ik weet dat ze beide vinden dat het waar is, Midnan is ook jaren als technicus voor de ceremonie gebruikt. "Hoe heet je eigenlijk?" vraagt hij zo plotseling aan de jongen dat ik mijn hand voor mijn gezicht wil slaan. Dit is niet het goede moment, maar gelukkig kan de jongen erom lachen. "Sem. En ik weet dat jullie Ward en Midnan heten." Ik knik naar hem en glimlach. "Sam." zegt Midnan. "Nee, ik zei Sem." herhaalt hij. "Nee ik bedoel, mijn echte naam is Sam. Midnan is slechts een naam die het Capitool voor me heeft bedacht." legt 'Sam' uit. Opnieuw ben ik overdonderd, maar ik voel tot mijn grote genoegen dat ik ze vertrouw. "Nou Sam en Ward, moeten we dan niet eens iets doen aan de huidige situatie?" Grijnst de jongen. Sam en ik wisselen een blik. Ik schrik ervan, maar ik duw het gevoel weg. Dit kan zo niet langer. "We zijn nu een team." zeg ik vastberaden. "Dat zijn we zeker, en het blijft tussen ons ook." ik knik naar Sam en langzaam begint er in mijn hoofd een idee te groeien.

JE LEEST
Allthesehungergamez
FanfictionFanfiction over het gamekanaal Allthesegamez en het boek/de film The Hunger Games. Sam en Ward van ProjectMinecraftia en Kaj van Itzkaj komen er ook in voor. :) De 100ste hongerspelen komen eraan, wat betekent dat er wel een heel speciale editie wo...