Operatie

205 12 9
                                        

Kaj's P.O.V.

Ik sta op het punt in lachen uit te barsten. Hoe kan deze onverzorgde, slungelige jongeman mijn stem terugkrijgen? Hij ziet blijkbaar de spottende blik in mijn ogen. "Ik heb jarenlang als technicus gewerkt achter de schermen van de openingsceremonie. Toen ik vervangen werd door iemand anders uit District 3, heb ik deze ruimte in het Gerechtsgebouw toegewezen gekregen." Legt hij op een gekwetste toon uit. "Maar zo heb ik wel tijd gehad om dit in elkaar te zetten." Hij grist het kleine, vierkante apparaatje zo uit de handen van de Avox en wuift naar hem om hem uit de kamer te krijgen. Hij negeert mijn kwade blik om zijn bruutheid tegenover de Avox en verteld enthousiast over zijn uitvinding. "Ik heb hier zo ont-zet-tend lang aan gewerkt, en eindelijk kan het worden gebruikt." Zijn gezicht glimt zo erg van blijdschap dat ik toch een sprankje hoop voel. Eerlijk gezegd vind ik het allemaal maar onbetrouwbaar, waarom kiest Ward deze man uit in plaats van een van de honderden hoger opgeleiden technologen in het Capitool?

Ik krijg echter geen tijd om hier verder over na te denken, Ward vraagt gehaast of we zo snel mogelijk naar de operatiekamer kunnen gaan. Ik vind het woord 'operatie' zo akelig, maar Ward zegt dat ik er niet veel van moet verwachten en het minder spectaculair is dan ik denk. Midnan schuilt achter ons en fluistert waar we heen moeten als we door de gang van het Gerechtsgebouw lopen. Volgens mij is dat 'illegale werk' een beetje overdreven en is Midnan gewoon wanhopig opzoek naar wat spanning, maar ik laat hem zijn gang gaan.

We komen uit bij een smetteloos witte deur, en daarachter bevindt zich een ruimte in exact dezelfde kleur. Alles is zo wit dat het haast pijn doet aan mijn ogen, maar dit ziet er al stukken betrouwbaarder uit dan het benauwde, donkere kamertje waar we Midnan hebben ontmoet. Er komt een jonge, blonde vrouw met haar haren in een knotje en een veel te grote bril op vanachter een geblindeerde schuifdeur onze kant op lopen. Ze steekt haar hand naar ons uit. "Delorean." Stelt ze haarzelf voor. Weer een typisch voorbeeld van hoe Capitool inwoners hun kind zouden noemen.

Delorean leidt ons vrijwel direct naar een ruimte die, op een operatietafel en een rek met doktersinstrumenten, helemaal leeg is. "Ik kom zo bij jullie terug." meldt Delorean kortaf, waarna ze met Midnan in een kamer naast ons verdwijnt. Dat is ook wat, ik heb deze vrouw nog nooit eerder gezien en toch moet ik haar vertrouwen als persoonlijke chirurg? Ik ben nogal overweldigd door al dit gehaast, en ik heb zoveel vragen die ik zou willen stellen als ik weer kan praten. Ik heb er spijt van dat ik zo slecht geluisterd had tijdens het dinér, nu weet ik niet wat me er te wachten staat. Ik plof op de operatietafel neer. Ward werpt me een schuldbewuste blik toe, hij heeft me nogal wat uit te leggen. Maar hoe kan ik boos op hem zijn, hij heeft wel gelijk dat ik zonder stem geen interviews kan afnemen.

Ik voel me extreem nerveus als Delorean en Midnan terug de ruimte in komen. Het gaat toch echt gebeuren. Nog geen twee uur geleden zat ik aan de eettafel gebraden kip naar binnen te werken, en nu lig ik op een operatietafel. Er hangt een fel licht boven me. Dit gevoel is akelig herkenbaar. Er schieten flashbacks voorbij van vredesbewakers, een donkere kamer, helse pijn. Twee jaar geleden, toen het Capitool me tot een van hun slaven maakte. De anderen lijken niet te merken dat ik aan het paniekeren ben. Ik hoor het amper als Delorean "ben je er klaar voor?" aan me vraagt. Net als ik denk gek te worden van angst en paniek, voel ik een steek in mijn arm. Een kalmerende vloeistof baant zich een weg door mijn aderen, en voor ik weet ben ik van de wereld.

Ward's P.O.V.

Ik loop de operatiekamer uit om Delorean en Sam hun werk te laten doen. Ik moet telkens lachen als Sam doet alsof dit een hele 'missie' is en hij zich schuil moet houden achter de naam Midnan. Maar ik speel maar gewoon met hem mee, ik wil zijn pret niet bederven. Er is al zoveel van hem afgenomen. Daarnaast is hij de enige aan wie ik mijn tribuut toevertrouw. Ik voel me schuldig dat ik Kaj niet heb verteld waarom ik niet gewoon een professional dit apparaat heb laten maken en uittesten. Ik vertrouw het Capitool hier niet in. En dan met name President Snow. Hij zou alles met mijn tributen kunnen doen wat hij wil. Hij zou alles kunnen saboteren, om mij te laten boeten. De meeste winnaars worden gedwongen te doen wat hij zegt en te zijn wie hij wil dat we zijn. maar ik werkte daar niet aan mee. Snow is vast bang dat als districtinwoners zien dat hij niet alles onder controle heeft, ze mijn rebelse gedrag zullen overnemen. Ik dacht dat het toch niets meer uitmaakte toen ik geen mentor meer hoefde te zijn en geen familie meer heb. Maar nu heeft Snow een laatste kans om me de kop in te drukken door mijn tributen geheel expres in de arena te laten sneuvelen. Ik ga hem laten zien dat hij niet zomaar alles voor elkaar kan krijgen.

Kaj's P.O.V.

Het voelt alsof ik meters naar benden val. Alles is zwart om me heen. Ik blijf maar vallen, en langzaam komt er gevoel terug in mijn ledematen. Ik wacht op klap van de val, maar het enige wat volgt is een draaierig gevoel. Ik kan me niet oriënteren, het lijkt of ik in het middelpunt van een tornado ben. Ik hoor een schor gekreun. Ben ik dat? "Oh, hij is wakker!" Ik hoor voetstappen in mijn richting lopen en open voorzichtig mijn ogen. Het eerste wat ik zie zijn twee Midnans die breed grijzen. Langzaam vormen ze samen een en word mijn zicht weer zoals het voorheen was. "Zeg eens iets, maakt niet uit wat!" zegt hij opgewonden. "Doe nou een rustig man, hij is net wakker." sist Delorean. "God, mag dat licht effe dimmen." mompel ik. Ik schrik van het trillende gevoel in mijn keel. Ik praat. En mijn eerste woorden sinds twee jaar.. het mag dan wel niet heel gevat zijn, maar dat maakt me nu niets meer uit. "Tuurlijk." lacht Delorean, waarna ze de lichten dempt. Ik ga rechtop zitten en wrijf in mijn ogen. Als ik opkijk zie ik twee immens blije gezichten voor me, en ik kan zelf ook niet ophouden met glimlachen. Ik gun mezelf nog een laatste gevoel van geluk voor ik straks vast zal zitten in een andere wereld. De arena.

Half struikelend, half rennend zoek ik mijn weg terug naar mijn verblijf. Ik ben nog steeds heel wazig. Midnan en Delorean proberen me bij te houden. Ik storm de kamer binnen zodra ik de goede deur heb gevonden waar mijn maffe voorbereidingsteam, mentor en medetribuut op me wachten. Al ken ik ze amper, ik voel me zo blij dat ik ze de hals om vlieg. "Het is gelukt, ze hebben het gedaan!" roep ik uit. Au, ik voel nog duidelijk dat mijn keel nog niet hersteld is. Iedereen slaakt kreten hoe fijn ze het voor me vinden. Ik wil even niet aan alle vreselijke dingen denken die er komen gaan. Ik weet niet hoe ik Delorean en Midnan moet bedanken, ik heb er spijt van dat ik zo aan hun getwijfeld heb. We blijven elkaar een tijd lang idioot naar elkaar grijnzen, tot Ward de stilte breekt. "Ik, ehm, weet hoe bijzonder dit moment voor je is, maar het is behoorlijk laat en de dag begint vroeg morgen. Het is ook beter voor je keel om nu te rusten." zegt Ward voorzichtig. "Je hebt gelijk." stemt Bo in. Ik realiseer me weer dat morgenochtend de openingsceremonie zal plaatsvinden. Ik knik naar Ward, vergeten dat ik weer kan praten.

Iedereen geeft elkaar nog een laatste knuffel, en aan de stevige greep voel ik dat het niet uit blijdschap is voor wat er zojuist is gebeurd, maar uit hoop dat we de komende weken misschien wel een kans maken. Wie weet. Op dit moment heb ik het gevoel dat ik de hele wereld aankan.

AllthesehungergamezWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu