De Treinrit

259 17 8
                                    

Kaj's P.O.V.

De luxe die het Capitool biedt in de trein is niks nieuws voor me. Het verschil is alleen dat ík nu gebruik mag maken van de vreemde technische snufjes die overal in de trein geïnstalleerd zijn. Zelfs de stoelen kun je in verschillende standen zetten. Ik ben net aan het uittesten hoever je de armleuning kunt uitrekken terwijl Bo wat geïrriteerde blikken op me werpt. Ik haal mijn schouders op. Ik vind dat ik nog best mag genieten van deze verwennerij voor ik in de arena beland.

Ik schrik op als er een man onze cabine instapt. Nou ja, man, eerder een jongen. Hij lijkt niet veel ouder dan mij. Zijn ogen zijn helder blauw, en een zwart plukje haar bungelt over zijn voorhoofd als hij met grote stappen naar Bo en mij toe loopt. Hij geeft me een stevige handdruk. "Ward." zegt hij kortaf. "Ik zal voor de komende weken jullie mentor zijn. Oorspronkelijk kom ik uit District 2, maar omdat het Capitool nog geen eerdere winnaars heeft ben ik gevraagd, mochten jullie dat je afvragen." legt hij uit. "Hoe oud was je dan toen je de hongerspelen hebt gewonnen?" vraagt Bo met een opgetrokken wenkbrauw. "Je lijkt me nog erg jong om een mentor te zijn." Ik kijk geschrokken naar Ward en hoop dat Bo's brutale vraag niet in het verkeerde keelgat schiet. Hij lacht echter en geeft kalm antwoord: "Ik was 16 toen ik de hongerspelen won. Daarna ben ik 4 jaar mentor geweest, tot vorig jaar Leeve Cresta won, maar die uitzending hebben jullie vast al gezien." Nope. Denk ik. Deze hele spelen interesseert me geen bal. Gelukkig ben ik als Avox niet verplicht te kijken, maar daar heb ik nu geen profijt meer van. Het werkt zelfs in mijn nadeel, ik weet niet wat de tactiek was van vorige winnaars. Maar daar is het al te laat voor. Ik kan nu niet meer terug, dus de enige optie is blijven doorgaan.

Na de korte kennismaking ben ik vrijwel meteen naar mijn eigen cabine gegaan. Ik zou nu eigenlijk deel moeten nemen aan een diner met Bo en Ward, maar ik wil nog even een moment voor mezelf pakken voor alle stylisten, mentoren, spelmakers en andere tributen als een zwerm vliegen om me heen drentelen. Daar krijg ik de komende dagen nog genoeg van te zien.

Via een intercom bestel ik een flinke portie kippenbouten met een dikke, romige saus. Voor zover ik nog kan proeven smaakt het eerlijk gezegd een beetje synthetisch, maar hier in het Capitool is zo'n beetje alles synthetisch. Bovendien mag ik niet klagen, dit is in ieder geval stukken beter dan de grijze pap die alle Avox in het Capitool moeten delen.

Ik knabbel op een boutje terwijl ik mijn kamer rondkijk. Qua meubels is het nogal primitief; tegen het raam staat een bed, daarnaast een kast en om de hoek bevindt zich een douche die ik waarschijnlijk toch niet ga gebruiken.

De reis naar het Gerechtsgebouw is niet langer dan een dag, dus ik was eigenlijk van plan in mijn cabine te blijven tot zonsondergang. Maar ik zit nog geen halfuur op mijn bed uit te rusten als Ward zonder kloppen de deur openzwaait. "Je gaat nu toch niet zeggen dat je hier verblijft tot we bij het gerechtsgebouw aankomen?" Ik schud mijn hoofd, al denk ik het tegenovergestelde. "Kom, de Boete's worden over een paar minuten uitgezonden." zegt hij met een knik naar de cabine naast ons. Met tegenzin laat ik mezelf van mijn bed zakken en slenter achter hem aan. Ik ga in de hoek van de bank zitten en staar extreem geïrriteerd naar de reclame's zodat ik geen oogcontact met Bo of Ward hoef te maken. Verbaasd kijk ik op als er een meisje met rood haar en een wit short me een drankje aanbiedt. Ik neem een cocktail van het dienblad en werp haar een begripvolle blik toe. Een Avox die een Avox dient, dat is volgens mij nog nooit voorgekomen.

De helft van de tijd kijk ik niet naar de Boete. Af en toe grom ik afkeurend als er iemand gekozen wordt die te zwak is voor de spelen. Een oude man die alleen nog kan lopen met behulp van een stok, een veel te jong meisje, een zieke vrouw. Hoe kunnen de spelmakers het over hun hart verkrijgen hun de arena in te sturen ? Rond District 8 ben ik mijn concentratie verloren en kan alleen nog maar denken aan hoe ik het straks tegen deze onschuldige mensen moet opnemen. Tot plotseling het embleem van District 11 verschijnt. Mijn thuis. Ik voel hoe ik een stukje naar het beeld toeschuif. De vrouwelijke tribuut is een vrouw van middelbare leeftijd, die met lange uithalen huilt als haar familie haar een laatste knuffel geeft. Maar ik word pas écht emotioneel als ik zie wie de mannelijke tribuut is. Ik voel me plotseling heel duizelig worden en loop zonder Bo en Ward te laten weten waar ik heen ga de cabine uit.

AllthesehungergamezWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu