De finale; deel I

236 14 6
                                    

Plotseling komt er rook uit de vulkaan. Ik weet niet veel van vulkanen, wat verwacht je in een gebied waar er geen enkele staat, maar ik snap dat dat geen goed teken is.

Er klinkt een luide stem door de luidsprekers: 'beste tributen, het is tijd voor een feestmaal! Ieder van jullie heeft iets nodig tegen één van de vier natuurrampen. Wij hebben bij de hoorn des overvloeds voor elk district één tas klaar liggen, maar wees gewaarschuwd! Niet alles is wat het lijkt!'

Het was weer stil, op het geluid van de vulkaan na, die begint te rommelen. We denken alledrie na over wat er net gezegd is. Rue is de eerste die haar mond opendoet: 'Misschien moeten we hier weggaan, wat jullie? We beginnen alle drie te rennen.

Rue P.O.V.

We zijn nu op de vlucht voor de vulkaan. Ik denk dat hij zo gaat ontploffen of zo. Intussen rommelt hij steeds harder. Zonder dat we het af hebben gesproken gaan we allemaal harder lopen. Niemand van ons heeft zin om kennis te maken met wat er in die vulkaan huishoudt en hem zo laat rommelen. We zijn inmiddels bijna bij het midden van de arena aangekomen. Ik hoor een geritsel in de struik naast me. Dan gaat alles opeens heel snel: Clove komt uit de bosjes met haar wapen in de aanslag. Tresh roept dat ik en Prim weg moeten rennen.

*flashback*

Ik en mijn zus Lara lopen door district elf. Ik was tien, zij was 19. We hadden honger. Al het geld dat we met zijn allen verdienden, wat al niet erg veel was, ging op aan eten. We waren met 7 kinderen thuis, plus mijn ouders. We hadden altijd honger. We besloten om samen naar de zwarte markt te gaan, om te zien of we wat kleine extraatjes zouden kunnen bedelen. Toen we naar binnen gingen was alles nog oké. Nog geen minuut later was er een kleine explosie bij één van de kraampjes, waardoor dat kraampje en de kraampjes eromheen in brand vlogen. Er renden allemaal vredesbewakers naar binnen, die wild in het rond begonnen te schieten. Mijn zus riep dat ik moest rennen, maar kreeg zelf een kogel in haar been waardoor ze niet meer weg kon. Ik heb haar achter moeten laten, in het brandende gebouw, met schietende vredesbewakers. Ik mis haar nog altijd, elke dag.

Dit verhaal schiet door mijn hoofd als ik Tresh hoor roepen. Ik probeer weg te rennen, maar ik ben als versteend. Prim is al weggerend, maar komt nu terug en trekt me mee aan mijn arm. Ik kan me gelukkig weer bewegen. Samen rennen we weg. Dan struikel ik over een steen en verzwik mijn enkel. Ik kan niet meer overeind komen. Ik schreeuw:'Rennen Prim, ga!' Ze rent weg, mij achterlatend. Dan rent Tresh langs me heen, te druk bezig met vluchten voor ik weet niet wat om me te zien liggen. Dan wordt duidelijk waarvoor Tresh op de vlucht sloeg: de vulkaan was uitgebarsten en er vlogen duizenden vuurrode vogeltjes uit, met scherp uitziende snavels. Clove probeerde ook nog weg te rennen, maar ik kon zien dat het haar niet lukte, ze was zwaargewond aan haar been. De vogels kregen haar te pakken, ik probeerde nog te vluchtten, maar het lukte me gewoon niet. Toen kwam het besef; dit was mijn einde. Het laatste wat ik zag waren duizenden scherpe snavels, die recht op me afkwamen. Dan hoor ik een kanonschot; Clove is dood. En toen was er alleen nog zwart, in een groot leeg niets...

De hongerspelen vanuit 12 jarige ogenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu