hoofdstuk 15

822 35 14
                                    

Hier zat ik dan. Starend naar een bord eten terwijl ik eigenlijk helemaal geen honger heb. Het rook volgensmij overheerlijk en zo moest het ook smaken, maar voor mij zag het er meer uit als iets waarvan ik over zou moeten geven. Snel duwde ik het bord bij me vandaan voordat ik echt over moest geven. Mijn hand rijkte naar mijn smoothie, maar die trok ik al snel terug. Ik had nu echt geen zin in een zoete, ijskoude, fruitsmoothie. Ik keek twijfelend naar het glas water van Alice en kreeg er plots enorm zin in om daar een verfrissende slok van te nemen. Snel griste ik het glas van het tafeltje af en zette mijn lippen eraan. Ik liet de koude vloeistof mijn keel binnen lopen, en dronk in een teug het hele glas leeg. Ik zette het glas terug en zuchtte tervreden. Alice daarintegen keek me beledigd aan. "Uhum, dat had je ook gewoon even kunnen vragen hoor". Ik keek schuldig naar mijn schoot en knikte zachtjes. "Pff, laat het maar zitten" zuchtte Alice. "Ik had toch niet zo'n dorst". "Dankje" zei ik bijna fluisterend. Ze knikte en stopte het laatste hapje sla in haar mond. "Heerlijk" mompelde ze met haar mond vol. "Ik denk het" zei ik. "Hoezo denk je het?" vroeg ze raar. "Omdat ik geen hap binnen heb gekregen.." zei ik. "Ooh, ja" zei ze. "Wat?" vroeg ik. "Soms heb je helemaal geen honger en de andere keer het je honger als een beer" zei ze terug. "Dat heeft te maken met je ziekte". Ooh. Ik snap hem. "Zullen we maar eens terug naar onze kamer gaan?" vroeg ze. "Ja" zei ik. Ik stond op en schoof mijn stoel aan. Ik liep naar Alice toe, en rolde haar het kleine restaurantje uit. Ik liep naar de lift en drukte op het lift-knopje. Al snel gingen de deuren open en stapte ik met Alice naar binnen. Plots zag ik mijn dokter voor mijn neus staan, en keek even verbaasd. "Hallo Robin!" zei hij enthousiast. "Ik was net opweg naar je kamer". "Kuch, kuch!" hoestte Alice overdreven. De dokter keek naar haar en glimlachte vriendelijk. "Hallo, Alice". Ik schudde grijnzend mijn hoofd om Alice's actie, maar begon toen snel met praten: "wat is er dan?". De dokter keek van Alice naar mij en lachtte toen geruststellend. "Het is niks ernstigs hoor, alleen mag je vanaf morgen weer een paar dagen naar school!". Mijn ogen vlogen wijd open en angstig keek ik hem aan. Zeg dat dit een grapje is. Alstublieft god, waarom mij?! "Ja! Ik dacht dat je dat wel leuk vond aangezien je situatie nu" zei hij. "Je boekt veel vooruitgang, dus mag je derest van deze week weer naar school". Hell no... Angstig keek ik naar Alice die me niet-begrijpend aankeek. Uff, domme ik. Ik had het nog helemaal niet tegen Alice verteld. "Leuk" loog ik. "Ik wist wel dat je het leuk zou vinden! Je moeder haalt je morgen op, geeft je je boekentas en rijdt je naar school" zei hij. Ik knikte en zette een fake glimlachje op. Ik stak mijn duim omhoog totdat de 'ping' van de lift ons liet weten dat we boven waren. Een opgeluchtte zucht verliet mijn mond toen we bij de dokter, en de lift weg waren gelopen. "Wat heb jij toch?" vroeg Alice verward. "Ik vertel het je zo" zei ik. Ze knikte en snel duwde ik de rolstoel door de gangen.

"Wat is er nu?" vroeg Alice. We waren naar onze kamer gereden, en zaten nu allebij in onze joggingsbroek op onze bedden. "Mijn klas, beste vriendin, en vriendje, kwamen mij opzoeken in het ziekenhuis" zei ik. "Wanneer?" vroeg ze. "Gisteren". Ze knikte, en ik ging verder met mijn verhaal. "Ze wisten niet dat ik zó ziek was, en schrokken zich dood" zei ik. "Ik dacht dat ze het wel zouden begrijpen, maar nee dus. In plaats daarvan werden ze ontzettend boos. Mijn vriendin was huilend weggerend, en mijn vriendje had het met me uitgemaakt.." ik keek triest naar het fotolijstje naast mijn bed, en duwde het naar voren zodat het omviel. Ik kon een traan niet onderdrukken, en hij viel op mijn arm. "Iedereen haat me nu..en ik heb niemand meer" zuchtte ik. Alice keek met een ernstige en serieuze blik toe, en ik voelde dat ze naar me toe wou rennen en me in haar armen zou willen drukken. Helaas kon dat nu niet doordat ze nog te zwak was, want anders zou ze het wel doen en zal ik emotioneel met haar knuffel l mee gaan. "Zeg dan dat je niet willt" zei Alice plots. "Dat kan niet. Ik heb er zolang om gezeurd en nu kan het maar wil ik het niet". "Ik wou dat ik met je mee kon" zei Alice. "Ik ook" zei ik tegen haar. "Maar dat kan nu eenmaal niet". Ze knikte begrijpenlijk. "Ik weet het". Ik wou niet naar school om mijn vruenden, maar ook om Alice. Ze is zolang alleen geweest in dit ziekenhuis en deze kamer. Nu heeft ze eindelijk iemand, en gaat die weer weg. Het is dan maar voor even maarja. Ik ben er dan niet voor haar. Dat is het punt. "Als ik jou was, zou ik gaan. Ik bedoel, je was het stoerste en meest bëangstigste meisje van de school. Waarom zou dat zo snel veranderd zijn door maar een paar klasgenootjes van je" zei Alice. Ik liet haar woorden tot me doordringen en dacht na. Alice zou wel eens gelijk kunnen hebben. Ja, hoezo zou alles opeens veranderd zijn? Ik ben dan wel ziek, maar dat betekend niet dat ik niet meer cool ben...Toch? "Je hebt gelijk" zei ik. "Ik ga gewoon en gedraag me zoals ik me altijd al gedroeg. Als een ontzettende arrogante bitch". Mijn blik was opgevrolijkt en gelijk was ik een stuk minder ongerust. Het komt goed. Echtwaar. Waar zou ik me zorgen over moeten maken?

Kanker is geen scheldwoord....Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu