HOOFDSTUK ZEVEN

1.9K 78 3
                                    

En dan raakt intense angst gemixt met een vermaakt gevoel me

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

En dan raakt intense angst gemixt met een vermaakt gevoel me. Vragen schieten door mijn hoofd, van de vraag waarheen tot waarom.

Wanneer hij in mijn bovenarm knijpt, reageert mijn impuls vrijwel direct; gillen.

"Laat me los!"

Een geïrriteerde uitdrukking siert Derek's gezicht. Zijn groene ogen worden donker en bijt zijn kaken op elkaar.

"Als je niet stopt met gillen zorg ik ervoor dat je nooit meer kunt gillen, Jaylinn," zegt hij op zo'n zachte toon dat het angstaanjagend is in plaats van kalmerend.

Die simpele zin zorgt ervoor dat ik mijn mond hou en gewoon doe wat hij me vraagt. Mijn complete lichaam trilt uit pure angst, maar ik probeer te doen alsof ik totaal niet bang ben.

Derek neemt me mee naar een motor, waar hij vanonder de stoel een helm haalt en het vervolgens naar me uitsteekt.

"Ik ga de helm bij je opzetten."

Hij zet het ding op mijn hoofd en trekt het naar beneden, zodat het mijn hoofd perfect beschermt. Dit zorgt voor het idee dat hij me misschien niet dood wil hebben. Of geen boete wil. Hij kijkt me even recht in mijn ogen aan, waarna hij een erg zacht zuchtje laat ontsnappen. Vervolgens seint hij dat ik op moet stappen. Na dat ik dat heb gedaan, doet hij exact hetzelfde en klemt zijn handen op de handvaten van het stuur.

"Houd je goed vast," mompelt hij.

Waaraan? Aan hem? Ik kijk even om me heen, zoekend naar een andere optie, maar die is er natuurlijk niet. Voorzichtig wikkel ik mijn armen om zijn middel. Zijn harde buik onder zijn kleren is te voelen en geeft me beelden van hoe zijn sixpack eruit ziet onder al die kleding, maar dat is totaal niet relevant op dit moment.

Derek begint met een harde snelheid te rijden en ik sluit mijn ogen. Ik durf gewoon niet te kijken waar hij me naartoe brengt. Wie weet is het het graf dat hij al voor me gegraven heeft of een of andere afgelegen straat waarin hij mijn leven van me zal afnemen.

Zal ik Scott bellen? Hij is degene die ik altijd kan bellen als ik me niet veilig voel, ongeacht in welke situatie ik dan zit.

Subtiel verplaats ik mijn hand van zijn middel naar mijn jaszak en begin erin te grabbelen. Wanneer mijn zak leeg is, realiseer ik me dat het in de andere zit. Ik leg mijn hand terug om zijn middel en verplaats dit keer mijn andere hand. Dan ineens pakt Derek mijn hand en legt het terug om zijn middel. Betrapt.

Na een paar minuten komen we aan in een buurt waarvan ik nooit heb geweten dat dit ook in Beacon Hills zit en neemt hij me mee een appartement in. Stil achtervolg ik elke stap die hij zet. Het is een super oud en vies gebouw waar we nu in lopen en ik heb het gevoel dat het elk moment in elkaar kan storten. Naast al deze feiten lijkt het ook nog eens uitgestorven; echt de perfecte plek waar Derek Hale zou wonen.

En mijn vermoedens waren juist. Derek opent een gigantische deur en geeft me een zacht duwtje naar binnen. Een koude lucht omringt me direct.

Het appartement ziet er afschuwelijk uit; er staat enkel een oude, grijs-blauwe bank met een houten tafeltje, daar tegenover een niet comfortabel uitziende bed met grijze lakens en een bureau met krukken. Houten pilaren zorgen er waarschijnlijk voor dat het appartement stabiel blijft en niet in elkaar zakt.

Ik draai me om en kijk naar Derek, die met armen over elkaar heengeslagen mij aankijkt.

"Waarom heb je me hierheen gebracht?" vraag ik, terwijl er een rilling van kou en angst over mijn rug loopt.

"Omdat je me dingen gaat uitleggen. Ga zitten op de bank," Derek knikt naar de bank en kijkt me vervolgens weer ijzig aan.

Ik doe wat me gevraagd word en ga zitten. Het is nog net dat er geen wolkje stof van de bank afkomt wanneer ik ga zitten. Hij loopt langzaam naar me toe en gaat voor de tafel staan. Zo voel ik me alleen nog maar meer geïntimideerd. Het is duidelijk dat hij de macht in deze situatie wil en het lukt hem ook nog eens aardig goed.

"Ten eerste," hij wrijft even in zijn handen, "waarom was je in mijn appartement?"

"Ik eh- mijn hond liep erheen en toen ben ik hem achterna gegaan en even wezen rondsnuffelen," leg ik uit.

"Inbreken," verbetert hij me met een harde stem, "je was niet aan het rondsnuffelen, je was aan het inbreken."

"I-ik," meer kan ik haast niet uitbrengen.

Derek kijkt me even aan, waarna hij zijn hoofd draait en zuchtend iets onverstaanbaars mompelt.

"Ten tweede, hoe weet je mijn naam?" vraagt hij.

Ik ben helderziend, wil ik zeggen, maar ik weet zeker dat deze man geen zin heeft in mijn grapjes.

"Van Scott," beken ik.

"Wat weet je nog meer?"

"Dat je een weerwolf bent."

Derek facepalmt zich, maar wordt onderbroken door de deur die opengaat. Een man loopt zonder pardon naar binnen. Ik schat hem eind dertig en ik heb geen idee wat hij hier doet. Aan zijn gezicht te zien realiseert hij zich nu pas dat Derek niet de enige is in dit appartement en stopt abrupt met lopen.

"Mijn excuses, slechte timing," verontschuldigt hij zich, "Derek had me niet verteld dat hij een date had."

Derek zucht diep en focust zich op de man.

"Peter, wat moet je?" vraagt hij.

Peter loopt verder naar Derek en begint fluisterend met hem te overleggen. Misschien is dit mijn kans wel om hem te peren, maar ik durf niet. Zolang ik Derek niet boos maakt, gebeurt er ook niks ergs.

"Jaylinn, blijf hier tot we terugkomen en nergens aankomen," zegt Derek.

"Wat, waarom, hoelang?"

Antwoord op mijn vragen ga ik niet krijgen, aangezien Derek en Peter als bliksem het appartement zijn uitgerend. Ik zucht en ga met een hand door mijn haar, terwijl ik rondkijk. Ik móet weten wat er aan de hand is. 

A/N: Volg mijn nieuwe verhaal genaamd: Seven nu! Ga naar mijn profiel en lees de inleiding voor meer informatie. 

LOVE WITH BLOODSTAINSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu