Hoofdstuk 10 | Apollo died?

1.7K 70 5
                                    

Jaylinn Seldon

Morgen weer school. Hell no. Voor mijn part mag het weekend wel een week zijn. Misschien twee. Of vier. Maar aangezien ik niet de president ben kan dat helaas niet gebeuren. Wat ik aan het doen ben? Televisiezenders zappen terwijl ik hier heel chill op de bank lig met mijn hoodie en trainingsbroek. Ik ga met een hand door mijn haar en bekijk wanneer mijn favoriete serie komt: Friends. Heel stiekem kijk ik het liefst Spongebob maar mijn ouders zeggen dat ik er te oud voor ben, wat natuurlijk onzin is. Het is voor jong en oud. Kwispelend komt Apollo aanlopen. Ik heb hem al een aantal dagen niet meer uitgelaten. Alleen even in de voortuin laten plassen. Als pap en mam daarachter komen ben ik genaaid, dus zorg ik ervoor dat ze er niet achterkomen. Apollo gaat voor me neer zitten en begint pootjes te geven. Ik zucht diep. Even naar buiten kan geen kwaad maar ik heb zo geen zin. Apollo loopt weg en komt even later terug met de riem in zijn bek. Ik moet erom lachen.
"Oké dan, slimme jongen."

Inmiddels loop ik door het bos met Apollo langs het gesloopte huis van Derek. Je ziet haast niets meer van dat hier een groot huis heeft gestaan. Het puin is allemaal al opgeruimd. Ik loop door maar Apollo blijft snuffelen.
"Kom!" roep ik maar hij blijft staan. "Apollo!"
Na een paar keer geroepen te hebben komt hij eindelijk. Als ik me omdraai loop ik volop tegen iemand aan en beland op de grond, tussen de bladeren. Nu is mijn kont helemaal nat aangezien het heeft geregend. Ik kijk omhoog en zie dat het Derek is. Hij steekt zijn hand uit. Ik pak hem aan waarna hij me overeind trekt.
"Had je me niet gezien of zo?" vraag ik.
"Je moet beter voor je kijken. Wat doe je hier?"
Ik kijk achterkom. "Met A- Apollo?"
Mijn hond is verdwenen.
"Apollo!" roep ik.
"Wie is Apollo?" vraagt Derek.
"Mijn hond," antwoord ik. Waar kan hij zijn? Ik schiet in de stress.
"Apollo? Apollo! Kom eens! Apollo!"
"Hé," Derek legt zijn hand op mijn schouder. "Rustig, we vinden je hond wel."
"Apollo loopt nooit weg," zeg ik. Wanneer ik gestrest ben begin ik heel snel te huilen en ik weet niet waarom. Ik ga met een hand door mijn haar.
"Apollo!" roep ik nogmaals. Maar ik krijg geen teken.
"Heb je iets waarmee ik de geur kan oppikken?" vraagt Derek. Ik knik en overhandig hem de riem. Hij houdt het bij zijn neus, wat er best wel grappig uitziet.
"Volg mij maar." Opeens begint hij te rennen. Ik ren er achteraan maar ben na een paar minuutjes helemaal op. Heb je als je geen conditie hebt...
"Derek," hijg ik en komt tot stilstand, mijn handen plaats ik op mijn knieën. "Wacht..."
Hij loopt naar me toe en moet lachen. Holy shit, zijn lach tho. Mag ik even een momentje voor hoe knap hij is?
"Misschien moet je eens met me gaan trainen," zegt hij. Ik zie het al helemaal voor me. Derek, shirtloos ofcouse, zich opdrukkend en ik ernaast, niks kunnend. Misschien nog niet zo'n slecht idee.
"Spring achterop," Derek draait zich om en knielt. Wat een gentleman. Ik klim achterop zijn rug en hou me stevig vast.
"Hou je goed vast."
"Doe ik."
Hij begint te rennen. Wel 139 kilometer per uur. Oké, iets te overdreven maar hij rent wel snel.
Na een paar minuutjes komt hij tot stilstand. Ik glij van zijn rug af en zie Apollo al staan.
"Nog niet gaan," fluistert Derek die heel langzaam stapjes dichterbij zet. Wat is er aan de hand? Ik kan mijn nieuwsgierigheid niet in bedwang houden en loop op Apollo af. Maar dichtbij kom ik niet aangezien ik terechtkom in een val. Een touw trekt me aan mijn enkel zo omhoog. Fijn, nu hang ik ondersteboven.
"Jagers," zegt Derek.
"Jagers?"
"Ja, ze jagen op weerwolven."
"Nou, ik ben geen weerwolf."
"Nee, maar ik wel." Zo te zien bedenkt Derek zich iets. Hij bukt en op dat moment vliegt er een pijl over zijn hoofd. Met open mond kijk ik toe hoe hij de meeste pijlen ontwijkt. Totdat er een zijn pols doorboort en zo ook de boom.
"Derek!" roep ik. Ik probeer mezelf los te maken maar het lukt niet.
"Derek Hale," een man komt dreigend met zijn crossbow op Derek afgelopen. Derek zie inmiddels al is veranderd in een weerwolf gromt.
"De eerste weerwolf die we hier gaan vermoorden, voel je maar speciaal."
Hij richt zijn crossbow op hem. Net wanneer hij wil schieten bijt Apollo hem.
"Brave jongen!" roep ik. De man valt op de grond maar een andere richt zijn crossbow op mijn hond.
"Nee!" gil ik maar het is al te laat. Piepend ligt Apollo op de grond. Derek rukt de pijl uit zijn pols, snijdt mij los en valt vervolgens de andere jagers aan totdat ze allemaal dood op de grond liggen. Ik kniel langs Apollo neer. De pijl is terechtgekomen in zijn buik. Mijn tranen kan ik niet inhouden. Derek pakt hem op. "We moeten naar de dierenarts."

LOVE WITH BLOODSTAINSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu