Snel trap ik op de rem. "Jezus" roep ik en de auto staat met een harde piep stil. Ik gooi de auto deur open en stap naar buiten. Ik kijk naar de kras op de motorkap. Ik ben tegen het hek van het huis aan gereden toen ik met mijn lipgloss bezig was in mijn achteruit spiegel. Ik bekommer me alleen om de kras, maar dan kijk ik opzij. Een groot huis wat begroeit is met mos en takken staat voor me, met een groot kaal stuk land er omheen. Ik krijg er kippenvel van. Ik loop naar het hek, open het hek en loop over het grindpad naar de voordeur. Er is geen bel dus klop op de deur. Geen gehoor. "Hallo?" roep ik, maar niemand reageert. Ik klop nog een keer en dan verschuift de deur met een piep een paar centimeter open. Voorzichtig duw ik de deur verder open en kijk om de hoek. "Hallo is daar iemand?" roep ik. "Ik ben Kim Duinen, ik kom voor mevrouw Hazen." Ik besluit naar binnen te lopen. Ik duw de deur verder open met een harde kraak. Langzaam loop ik een lange gang door. Bij elke stap die ik zet hoor ik gekraak. Ik kijk om me heen. Er zijn veel deuren en alles is stoffig. Ik pak de deurklink van de eerste deur vast en open de deur. Ik kom in een keuken. Een lange tafel staat in het midden en rechts is een grote keuken. Ik loop naar de tafel en zet mijn tas erop. Ik pak mijn telefoon. Opeens heb ik het gevoel dat iemand achter mij staat, het gevoel dat iemand hier ook aanwezig is. Ik voel een hand op mijn schouder en van schrik deins ik vooruit. Een glas valt met een harde klap op de grond. Ik draai me om en kijk in de ogen van een man begin 30. "Het spijt me, ik wilde je niet laten schrikken." zegt de man. "Het geeft niet." zeg ik en ik buk voorover om de glasscherven op te pakken. "Sorry van het glas." "Dat maakt niet uit, we hebben er hier echt duizenden van." Hij hurkt ook en helpt me met het oprapen van de scherven. "Ik ben Olivier, de bediende hier." zegt hij. "Ik ben Kim, ik kom hier zorgen voor mevrouw Hazen. Ik heb geklopt, maar er werd niet opengedaan." "Het huis is zo groot, ik heb je niet gehoord." Zegt Olivier "Ja, snap ik." Ik loop met een handje scherven naar de prullenbak toe en gooi ze erin. "Ik zou je je kamer even laten zien." Ik knik en loop achter Olivier aan. We lopen een lange brede trap op naar de eerste verdieping. Hij wijst naar een kamertje om de hoek. "Waar gaat die trap heen? vraag ik en ik wijs naar een smalle trap. "Nergens naar." Zegt Olivier kortaf en wenkt opdringerig naar mijn kamer. Ik doe de deur open en kom in een best wel grote kamer. In het midden staat een tweepersoons bed en links een lange kast. Ik loop de kamer binnen en laat mijn tas op het bed ploffen. "Hier rechts is nog een badkamer." zegt Olivier en loopt de badkamer in. Ik volg hem. "Het is niet heel groot, maar je kan hier wel gewoon prima douchen." Aan de linkerkant is een douche en daarnaast een wc. Rechts is een wasbak. "Waar is mevrouw Hazen?" Vraag ik. "Ze slaapt nu even, ze is 82 dus ze heeft veel slaap nodig." Ik knik. "Ik wek haar over een half uurtje en dan gaan we avondeten. Ik hou van stiptheid dus kom op tijd. Ik knik. Olivier draait zich om en loopt de kamer uit. Ik loop naar mijn tas en pak er shampoo uit. Nog even douchen.
Voorzichtig stap ik de de douche uit en grijp naar een handdoek. Ik droog mijn lichaam af en stop mijn haar in een handdoek. Ik kijk omhoog om te kijken of mijn haar goed in mijn handdoek zit, maar er zit geen spiegel boven de wastafel. Verbaast loop ik de slaapkamer in om te kijken of daar nog ergens een spiegel hangt, maar tot mijn grote verbazing hangt nergens een spiegel. Ik laat het maar zitten en kleed me aan. "Kim, het eten is klaar!" hoor ik Olivier roepen vanaf beneden. Snel trek ik mijn shirt over mijn hoofd en loop mijn kamer uit. Ik wil bijna de trap aflopen maar dan hoor ik een harde bonk. Het komt van links. Langzaam slof ik de gang door. Plotseling hoor ik nog een bonk. Nu merk ik dat het van de zolder komt. Ik kijk naar boven. Boven aan de steile trap zit een deur. Ik wil net de trap oplopen als ik Olivier nog een keer hoor roepen. Dit keer klinkt zijn stem geïrriteerder. Ik hol de trap af en open de keuken deur. "Moest dat nou zo lang duren?" Zegt Olivier en kijkt me strak aan. "Het spijt me." Aan de kop van de tafel die ik mevrouw Hazen zitten. Ik loop naar haar toe en steek mijn hand uit. "Hallo mevrouw, ik ben Kim en kom nu voor u zorgen." De vrouw blijft vooruit staren en beweegt niet. Langzaam trek ik mijn hand terug en neem plaats op de stoel ernaast. "Ze praat niet veel." zegt Olivier en komt met een grote schaal uit de keuken lopen. Olivier gaat zitten en schept op. "Waarom hangen er nergens spiegels?" Vraag ik. Ik zie dat Olivier schrikt. "Niet over hebben." zegt hij. "Waarom niet? Ik heb echt een spiegel nodig." "Er mogen hier geen spiegels hangen, begrepen?" Olivier kijkt me strak aan. "Maar waarom dan niet?" Vraag ik, maar hij reageert niet. Na een tijdje zegt Olivier: "Mevrouw Hazen moet om 9 uur gaan slapen, ik zou het heel fijn vinden als jij haar even in bed legt." "Oké" zeg ik. "Je moet nog even met een washandje haar gezicht wassen en haar haar pyjama aantrekken." Ik knik.
Om 9 uur zet ik mevrouw Hazen in haar rolstoel en zit haar de lift in. Ze heeft heel de avond nog niks gezegd. "Zo mevrouw," zeg ik als we de lift uit komen. "Ik ga eerst nog even uw gezicht wassen." En ik loop met haar de badkamer in. Ik wil in de spiegel kijken, maar zie dat hier ook geen spiegel hangt. Ik zet mevrouw Hazen op een stoel en pak een washandje. Ik zie mevrouw Hazen wrijven over haar wang. "Wat is er mevrouw?" Ze haalt haar hand weg en ik zie een wondje zitten op haar kin. "Er zit daar een wondje, ik pak wel even een spiegeltje." Ik graai in mijn tas en haal er een handspiegeltje uit. Ik zie mevrouw Hazen verschrikt kijken naar het spiegeltje. Ik open het spiegeltje en houd het voor haar gezicht. Opeens verstijft mevrouw Hazen helemaal, ze lijkt in shock. "Het is maar een wondje mevrouw." Ik kijk met haar mee in de spiegel, maar ik zie achter haar wat wits staan." Mevrouw Hazen slaat als reflex mijn spiegel uit mijn hand. Wat heb ik daar nou net gezien? Ik zal het me wel verbeeld hebben. Ik raap de spiegel op, gelukkig is het niet gebroken.
Nadat ik mevrouw Hazen in bed heb gelegd ga ik zelf slapen. Ik doe mijn sloffen uit en stap mijn bed in. Het bed is nog koud, ik krijg er rillingen van. Voorzichtig klikt ik het nachtlampje uit. Even later hoor ik wat. Ik open mijn ogen en doe het lampje naast mijn bed aan. Het lijken wel voetstappen. Ik kijk naar boven, want het lijkt wel van boven te komen. Hoe kan dat? Die deur zat toch op slot? Ik sla mijn deken van mij af en stap in mijn sloffen. Ik loop naar de deur en doe hem open. Nu wil ik wel weten wie daarboven zit. Langzaam loop ik de donkere gang door. Ik hoor alleen het gekraak van mijn sloffen op de houten vloer. De voetstappen boven mij zijn gestopt. Als stil sta om te luisteren of ze echt gestopt zijn gaan ze weer verder. Langzaam loop ik naar het einde van de gang. De voetstappen worden hier steeds luider. Dan sta ik voor de trap die leidt naar de zolder. Langzaam loop ik de krakende trap op. Ik hoor de voetstappen boven nog steeds sloffen. Mijn hand reikt naar de deurknop en langzaam draai ik hem open. Ik kom in een donkere kamer. Ik tast met mijn rechterhand en voel een lichtknop. Een schemerig lampje knippert aan. Ik kijk om me heen. Ik sta in een kleine ruimte met dozen in de hoeken opgestapeld. De voetstappen zijn inmiddels al gestopt. Ik loop naar een tafel en kijk wat rond. Opeens begint een andere deur in de hoek van de kamer te rommelen. De spullen op de kast ervoor vallen op de grond. Van de schrik deins ik achteruit. Het lijkt alsof iemand tegen de deur bonkt en eruit wil. Langzaam loop ik naar de deur. Misschien zit Olivier hier wel opgesloten, dan moet ik hem wel helpen, toch? Als ik bijna bij de deur ben stopt het gebonk. Ik bekijk de deur. "Wat doe jij hier?" Hoor ik een mannenstem achter mij zeggen. Ik schrik me kapot en draai me om. Olivier staat achter me met een kaars in zijn hand. "Ik, eeh" stotter ik. "Je hebt hier niks te zoeken!" Zegt Olivier boos. Ik loop snel langs hem de zolder uit. Ik ren de trap af en ga in bed liggen. Allemaal vragen gaan door mijn hoofd. Wat was dat? Wie was daar? Als Olivier achter me stond en Mevrouw Hazen niet kan lopen, wie zit er dan achter die deur?
JE LEEST
The attic mirror
HorrorKim (18) besluit om als bijbaantje in de vakantie de oude mevrouw Hazen te verzorgen. Kim komt terecht in een oud landhuis diep in het bos. Maar er blijkt iets aan de hand te zijn met het huis. Elke nacht hoort ze stemmen en ziet ze schimmen. En wat...