Hoofdstuk 5

353 21 4
                                    

Snel hol ik naar de deur. Maar hij zit op slot. Hijgend ga ik tegen de deur aan staan en laat me naar beneden zakken. Wat moet ik nu doen? Ik heb geen telefoon ofzo hier. Olivier is weg. En mevrouw Hazen zit ergens hier in huis, terwijl er een eng meisje rondloopt. Opeens voel ik me schuldig. Ik had me hier ook nooit mee moeten bemoeien. Ik staar voor me uit. Plotseling hoor ik een auto deur dicht vallen. Snel kijk ik op en sta op. Olivier is vast thuis. Ik kijk om me heen. Ik zie een straaltje licht de kamer binnen vallen achter in de kamer. Snel loop ik er naar toe en kijk omhoog. Boven mij is een klein raampje. Ik kijk om me heen en vind een kratje. Snel schuif ik het onder mijn voeten en ga er op staan. Ik kom net met mijn hoofd bij het raam. Ik zie Olivier met twee grote tassen over het grindpad lopen. Hard klop ik op het raam. "Help!!" Roep ik hard en blijf hard kloppen. Maar blijkbaar hoort hij mij niet en hij verdwijnt onder de balken van de veranda. Ik blijf kloppen, maar het wordt steeds minder. Ik wil bijna opgeven als ik Olivier achteruit zie lopen. Als hij naar boven kijkt begin ik weer te schreeuwen. Zijn ogen worden groter en van schrik laat hij de tas boodschappen vallen. Gelukkig, hij heeft me nu gezien. Ik zie hem de spullen opruimen en loopt snel naar binnen. Even later hoor ik de zolder deur open gaan. Ik kijk opzij en ren naar de deur. Hard begin ik er op de bonken. "Olivier!!!" Roep ik "Haal me hier uit!" Ik voel dat er aan de andere kant van de deur ook aan de deur gebonkt wordt. "Ik krijg de deur niet open." zegt hij geïrriteerd. "Heb je daar geen sleutel dan." "Nee, natuurlijk niet. Anders had ik me hier toch al lang uit gehaald." zeg ik boos. "Ja weet ik veel." Antwoord hij boos terug. "Achteruit." zegt Olivier. Langzaam loop ik een paar stappen achteruit. Ik hoor een harde bonk en de deur vliegt open. Olivier heeft de deur doorgetrapt. "Kom mee!" Roept Olivier en samen hollen we de zolder af.

"Ben je helemaal gek geworden?!" roept Olivier als we de zoldertrap afrennen. Zwijgend ren ik achter hem aan. Snel rennen we de gang door. "H-het spijt-t me." Olivier kijkt me boos aan en rent door. "Zoek mevrouw Hazen!" roept hij. Rennend gaat hij de trap af en ik blijf stil staan. Dit is allemaal mijn schuld. Wat zou er nu aan de hand zijn? Wat is het meisje van plan? Wat is er met het huis? Wie is dat meisje? Allemaal vragen gaan door mijn hoofd. Ik draai me om en begin deuren open te trekken. Berging, washok, badkamer. Geen mevrouw Hazen te zien. Ik wil net naar de kamer van mevrouw Hazen inlopen als ik Olivier hoor schreeuwen. Verschrikt kijk ik op en hol de trap af. "Waar ben je?" Roep ik terwijl ik veel deuren opengooi. Bij de laatste deur, de woonkamer, zie ik Olivier verschikt kijken. Ik volg zijn blik en zie nu het meisje in de hoek van de kamer staan. Ze heeft haar handen tot vuisten geknepen en ze kijkt woedend uit haar ogen. Even verstijf ik ook. Ik voel me opeens machteloos. Ik voel mijn lichaam amper. Langzaam verstijf ik nog meer. Het meisje komt naar me toe lopen. Het voelt alsof ik geen controle meer over mijn lichaam heb. Ik kan mijn arm niet meer optillen, hoe hard ik ook probeer. Langzaam komt ze steeds dichterbijer. Ze steekt haar hand uit richting mijn schouders. Dan raakt haar hand mijn schouders. Een koude rilling gaat door mijn lichaam. Langzaam sluit ik mijn ogen. Plotseling wordt dit gevoel onderbroken. Langzaam voel ik mezelf weer. Ik voel me opeens een soort van vrij. Ik voel een hand om mijn pols die mij meesleurt. Ik open mijn ogen en ik zie dat Olivier mij aan mijn hand meetrekt door de gangen. In de woonkamer hoor ik een harde kreet. "Hoe heb je mij los kunnen krijgen? Ze had jou toch ook in handen?" Vraag ik rennend aan Olivier. "Je moet niet in haar geloven. Als je in haar geloofd heeft ze de macht over je. Als je niet in haar geloofd kan ze je niks aan doen." We rennen de trap op en rennen dan naar de kamer van mevrouw Hazen. Ik zie mevrouw Hazen onrustig in haar bed woelen. Ze maakt schokkerige bewegingen. Ik hoor achter me dat Olivier de deur sluit. Snel ren ik naar mevrouw Hazen toe. "Het is al goed, het is al goed." Ik leg mijn hand op haar zweterige voorhoofd. "I-I-ik heb h-h-haar gehoord." zegt mevrouw Hazen stotterend. Snel kijk ik om naar Olivier die hijgend tegen de deur aangeleund staat. Ik weet niet wat ik nu moet doen." Z-z- e i-i-is er weer-r-r." Gaat ze verder. Ik laat mevrouw Hazen los een loop boos op Olivier af. "Jij gaat mij nu vertellen wat hier aan de hand is." Zeg ik. "Kim" zegt Olivier. "Wie is dat meisje?" Onderbreek ik hem. Olivier zucht. Ik kijk hem strak aan."Oke, luister."

The attic mirrorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu