Ik trek hard aan de deur, maar ik krijg hem niet open. Schichtig draai ik me om en kijk in recht in de spiegel. Het meisje staat er nog steeds. Ze tilt haar hand op en wenkt me naar haar toe. Ik twijfel, maar loop richting de spiegel. Als ik voor de spiegel sta draait het meisje zich om en loopt naar rechts. Wat gaat ze nou doen? Vraag ik mezelf af. Langzaam zweeft ze uit het beeld van de spiegel. Ze is weg. Even blijf ik nog bij de spiegel staan. Waar ging ze heen? Wat wil ze van me? Langzaam begint mijn ademhaling weer te dalen. Maar dan gaat de deur weer heen en weer. Ik schrik en kijk verschrikt op. Glazen potten uit de kast ervoor vallen op de grond. Weer lijkt het of er iemand uit wil. Misschien is het wel het meisje. Liep ze daarom die kant op. Ik moet haar hier uit krijgen! Ik hol naar de deur uit. Maar ik blijf voor de deur staan. Misschien moet ik het ook niet doen. Ze lijkt kwaadaardig. Ik bekijk het slot. Ik heb hier een sleutel voor nodig. Ik graai in in mijn broek zak en vis de sleutel van de zolderverdieping eruit. Lang sta ik stil en denk na. Wat zou ik doen? Wat zou er gebeuren als ik de deur open maak? Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig. Ik kijk nog een keer naar de sleutel en breng hem dan naar het sleutelgat toe. Ik wurm mijn hand door de planken van de kast. Als ze sleutel in de deur zit stopt het gebonk. Ik voel dat de sleutel past. Ik zet een stap terug en duw de boekenkast opzij. Daardoor vallen er veel dingen op de grond. Snel raap ik het op en zet het terug. Ik moet niet te veel laten merken dat ik hier ben geweest. De kast is zwaar, maar het lukt me om de kast opzij te duwen. Ik kijk naar de grote houten deur. Ik strek mijn hand uit naar de sleutel. Ik zucht nog een keer en draai dan de sleutel om. Mijn hart gaat als een gek te keer. Mijn lichaam doet dit nu wel, maar er zit een stemmetje in mijn hoofd die telkens zegt: Waar de fuck ben je mee bezig? Langzaam trek ik de deur open. Ik voel mijn hart zelfs in mijn nek kloppen. Langzaam schuift de deur open. Ik zet een stap opzij en kan nu naar binnen kijken. Het is een kleine schemerige kamer. Achterin zie ik een klein straaltje licht de kamer binnen vallen. Langzaam loop ik de kamer binnen. "Hallo?" roep ik zachtjes. "Is daar iemand?" Stap voor stap loop ik de kamer binnen. Bij elke stap hoor ik weer gekraak, maar in deze ruimte is het erger. Ik merk nu dat ik vlak boven mijn kamer zit. Als ik de deurdrempel passeer schrik ik van een gedaante. Een zwarte schim zie ik rechts in mijn ooghoek. Snel draai ik om. Ik kijk in een grote spiegel. De gedaante was ik. Jeetje wat schrok ik me dood. Mijn hart gaat nu nog sneller te keer. Aan de rechter kant in de kamer hangen allemaal spiegels van verschillende maten. Hier bergen ze dus alle spiegels op. Maar waarom dan eigenlijk hier? Ik bekijk alle spiegels en vergeet waarvoor ik hier was. Ik word er aan herinnerd als ik het meisje plotseling achter me zie verschijnen. Ik schrik en blijf in de spiegel kijken. "Wat wil je van me?" vraag ik bang. Het meisje zegt niks en blijft naar me staren. Langzaam draai ik me om. Dit keer is ze niet verdwenen, maar staat ze er nog. Langzaam komt ze naar me toe. Ik krijg rillingen van haar gezicht, want die kijkt nou niet al te vrolijk. Bang deins ik achteruit. Ze blijft richting mij lopen. Ik stop met achteruit lopen als ik de koude gladde spiegel voel. Ik voel me hopeloos. Wat moet ik nu doen. Ik sluit langzaam mijn ogen. Een tijdje gebeurd er niks. Langzaam open ik mijn ogen. Opeens begint het meisje te gillen. Het doet pijn aan mijn oren. Ik schreeuw van de pijn, maar ze houd niet op. Achter me hoor ik de spiegels breken. Glasscherven vliegen in het rond. Ik bescherm mezelf tegen de schreven en krimp in elkaar. Het geschreeuw wordt steeds harder. Opeens is alles stil. Langzaam haal ik mijn handen van mijn hoofd af en open ik mijn ogen. Het meisje is weg. Ik draai me om en zie dat de spiegels nog heel zijn. Ik kan het me toch niet hebben verbeeld? Verbaasd blijf ik staan. Opeens hoor ik een eng hoog lachje achter mij. Het is akelig. Ik draai me om en zie het meisje staan. Plotseling draait ze zich om en holt naar de deur. Shit, die deur heb ik open gelaten. "Neeeee" roep ik hard. Maar het is te laat. Ze is weg en de deur zit dicht.

JE LEEST
The attic mirror
TerrorKim (18) besluit om als bijbaantje in de vakantie de oude mevrouw Hazen te verzorgen. Kim komt terecht in een oud landhuis diep in het bos. Maar er blijkt iets aan de hand te zijn met het huis. Elke nacht hoort ze stemmen en ziet ze schimmen. En wat...