Hoofdstuk 10

294 17 7
                                    

Ik kijk Olivier aan. Ik zie dat hij mij ook radeloos aankijkt. Matilde blijft in de deuropening staan. Waarom zit ze onder het bloed? Van wie is dat bloed? Opeens loopt ze weg. Ik sta snel op en loop naar de deuropening. Ik merk dat Olivier mij volgt. Ik kijk de gang door. Matilde is weg. Maar er ligt wel een bloedspoor op de grond. Ik volg het bloedspoor en merk dat het naar boven de trap op loopt. Ik kijk Olivier aan. Hij knikt. Met zijn blik wil hij me zeggen dat we het spoor moeten volgen. Voorzichtig stap ik over drempel en loop de gang door naast de bloeddruppels. Als ik voor de trap sta zie ik dat de bloeddruppels naar boven leiden. Met grote passen loop ik de trap op. Bovenaan de trap leiden de sporen naar rechts. Langzaam loop ik door de gang heen. Maar dan stopt het spoor. Ik stop met lopen en kijk opzij. Ik herken deze deur, het is de deur van mevrouw Hazen. Met een ruk duw ik de deur open. Meteen verstijf ik van de schrik en sla mijn hand voor mijn mond. Mevrouw Hazen ligt op haar bed, met een plas bloed om haar heen. Snel ren ik naar haar toe. Haar witte lakens zijn helemaal rood geworden. Ik zie dat haar polsen open zijn gesneden. Ik voel naar haar hartslag in haar nek, maar die is er niet. Ik voel een traan opkomen. Ik draai me om naar Olivier die met een verwarde blik in de deuropening staat. Even kijken we elkaar in stilte aan. "We zijn te laat." Zeg ik zachtjes en ik voel een traan over mijn wang stromen.

Het doet me pijn om te zien hoe mevrouw Hazen onder een laken wordt weggebracht. Ik zit op een bankje tegen Olivier aan voor het huis. "Heeft u even." Hoor ik een mannen stem achter mij zeggen. Ik draai me om en zie een politieagent staan. "Natuurlijk." Zeg ik. Olivier heeft 112 gebeld toen we mevrouw Hazen zagen liggen. "Als eerst gecondoleerd." Zegt de agent. Ik glimlach zachtjes. "Ik moet jullie wat vragen stellen." Ik knik. "Wij troffen Marie Hazen aan met haar polsen opengesneden, dus we gaan van zelfmoord uit. Hebben jullie enig idee waarom ze zelfmoord heeft gepleegd?" Ik kijk Olivier vragend aan. "Nee meneer, ze heeft geen zelfmoord gepleegd." Zeg ik. De agent kijkt me vragend aan. "Er is een geest van een meisje in dit huis die..." Olivier geeft me een por in mijn zij. "Ze geloven het toch niet." Fluistert hij. Ik trek me er niks van aan en ga verder: "die mevrouw Hazen heeft vermoord. "Luister mevrouw, ik snap dat dit verlies erg voor u is. Een logische reactie is dat u niet in de zelfmoord geloofd en andere dingen verzint, dat gebeurd vaker." "Nee luister, het is echt waar." "Rust maar even uit." De agent lacht me vriendelijk toe en loopt weg. Ik kijk Olivier aan. Ze geloven me dus niet, fijn, wat nu?

Ik kijk naar het graf. Het is een mooi graf. Een mooie steen en een zeer mooie plek, het graf staat namelijk naast een roze gekleurde bloesem boom. Het enige wat ontbreekt op het graf zijn bloemen. Ze heeft weinig familie, dus het graf wordt weinig bezocht. Ik buig voorover en leg een bloemstuk op het graf. Nu ze er niet meer is ga ik weg uit het huis. Ik vind het er dood eng, zo vermoord ze mij nog. Ik vertrek vanavond nog. Ik werp nog een blik op het graf en loop dan weg. Ik zie Olivier al op de parkeerplaats staan naast zijn auto. Plotseling zie ik wat in mijn ooghoek. Ik draai me om. Er lijkt wat tussen de bomen te staan. Beelden van Matilde flitsen door mijn hoofd. Opeens is het weg. Snel loop ik naar de auto toe. Ik wil weg hier.

The attic mirrorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu