VIII

153 9 1
                                    

De volgende ochtend was ik zoals gewoonlijk al weer vroeg wakker. Ik kleedde me aan en ging in de woonkamer zitten. Na een tijdje kwamen Michiel en Nicolaas naar buiten. 'Hoi' zei ik.

'Goedemorgen' zeiden ze tegelijk 'wie was hier gisteravond?'

'De koningin, sliepen jullie nog niet?'

'We waren nog wat aan het praten.'

'Oké, over een uurtje moeten jullie bij Thijen zijn.'

Ze knikten, 'dan gaan we aankleden en ontbijten.'

'Is goed.'

Ze liepen weg. Ik stond op en maakte Anna en John wakker. We gingen naar beneden en ontbeten samen met de koks. Daarna liepen Anna en ik naar boven. Michiel en Nicolaas gingen alvast naar Thijen. En het was bijna zeven uur dus John ging naar de werkkamer. Anna en ik klopten op de deur. 'Binnen' hoorden we.

Ik duwde de deur open en liet Anna naar binnen lopen. De koningin zat op de bank. 'Goedemorgen majesteit' zei Anna.

Ze probeerde weer een reverence te maken. Ik maakte een reverence. De koningin glimlachte, 'goedemorgen meisjes.'

De rest van de dag waren we bij haar. De dagen werden weken en de weken werden maanden. We waren een half jaar in het kasteel toen de koning me opeens wilde spreken. Ik ging dus maar naar hem toe. Ik liep achter een bediende aan naar de werkkamer van de koning. mijn broer was bij de vloot gaan kijken. De bediende liet me achter voor de deur. Ik klopte aan. 'Binnen.'

Ik opende de deur en liep naar binnen. 'Ah Rosa' zei de koning 'sluit de deur wil je.'

Ik sloot de deur. Ik maakte een reverence. 'Sire' zei ik.

'Rosa' zei de koning 'ga even zitten.'

Ik ging zitten in één van de stoelen voor het bureau. 'Rosa' zei de koning 'heb jij een vriend gehad?'

'Als in een relatie majesteit?'

'Ja.'

'Nee uwe hoogheid. Ik heb nog nooit iemand echt leuk gevonden. Ik moest op mijn broertjes en zusjes letten.'

De koning knikte. 'Dus' zei hij 'dan ben je nog maagd toch?'

'Ja sire dat klopt. Mag ik vragen waarom u dit wilt weten?'

Hij stond op, 'ga je nu niet van de domme houden Rosa.'

hij liep naar me toe. Ik stond op en ging achter de stoel staan. 'Sire' zei ik 'wat wilt u van me?'

Hij grijnsde, 'wat ik van jou wil Rosa is een zoon. Ik wil Rosa dat jij mijn dertiende vrouw wordt.'

Als vanzelf maakte ik dat ik wegkwam. Ik rende de binnenplaats op en rende weg. En natuurlijk kwam hij achter me aan. Alleen was hij minder snel dan ik. Hij was ook wat ouder en dikker. Hij bleef bij de poort staan. 'Ren wat je wilt Rosa' riep hij 'ik ga je vinden! En dan ben je van mij!'

13th queenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu